Visie van de CDA fractie op Doetinchem in 2036
Tijdens de informatieve raad van 4 februari 2021 was er aandacht voor de lange termijnvisie "Doetinchem 2036".
Op basis van deze avond kwam de CDA fractie tot de volgende visie, geschreven door onze woordvoerder Rob Veenes.
Doetinchem centrumgemeente van de Achterhoek
Tijdens de begrotingsbehandeling 2021 is een onopvallend stukje bij de inleiding opvallend nieuws geworden. Nieuws dat, naar wij nu beleven, gedragen, gewaardeerd en omarmd wordt door de omgeving. In ieder geval door ons als fractie van het CDA. Het gaat om de ambitie om in 2036, het jaar waarin de stad 800 jaar stadrechten heeft, te groeien naar 70.000 inwoners. Deze ambitie werpt natuurlijk direct ook enkele vragen op: hoe dan en waar dan?
De CDA-fractie heeft hier ook over nagedacht. We achten de ambitie realistisch en zouden wat contouren en denkrichtingen willen meegeven die wij van belang achten bij de invulling van de ambitie.
De Achterhoek wordt gevormd door een organisch samenspel van buitengebied, coulisselandschap, recreatiegebieden en woonkernen. Daarbinnen is bij de inwoners een door de tijd gevormde eigen mentaliteit herkenbaar. Deze mentaliteit kenmerkt zich door woorden als behulpzaamheid, gastvrijheid, bescheidenheid en vriendelijkheid. De woonkernen, en of deze nu klein of groot zijn, vertonen daardoor verbondenheid en veelal een streek- of plaatsgebonden verenigingscultuur. De woningen van de inwoners zijn op verschillende manieren ingepast in de regio; in de kernen, in het buitengebied, als ook in sommige centra. Enkele plaatsen in dit oostelijk deel van Gelderland zijn ietwat verstedelijkt.
Wij zien Doetinchem als dé centrumgemeente van de gehele Achterhoek. Een centrumgemeente die gebruik maakt van haar omgeving, binnen of buiten haar eigen gemeentegrens, maar tegelijkertijd ook ten dienste staat aan haar omgeving. Denk hierbij aan werk, wonen, zorg, recreatie en ‘vertier’. Het is dan ook van groot belang dat het voorzieningenniveau, nu en in de toekomst op een hoog niveau blijft.
Zoals ook in het rapport ‘Een natuurlijke toekomst voor Nederland in 2120’ valt te lezen wordt de stad van de toekomst niet volledig dichtbebouwd. Groen moet behouden worden waar het zich al bevindt en maximaal gebruik maken van water in de nabije omgeving. De Oude IJssel betrekken bij de stad is in deze al een goede aanzet. Hier kan en mag meer recreatie rondom plaatsvinden. In deze lijn zien wij ook Doetinchem in 2036 voor ons. Een stad, die in vergelijking met de huidige inrichting niet volledig wordt volgebouwd. Waar buiten ook echt buiten is, en niet tussen vier muren zonder dak.
Cultuur
Iedereen kent iedereen. Gemoedelijkheid. Grote stad, maar eigenlijk ook groot dorp met enkele echte dorpen er omheen. Plattelandsgemeente met een kern. Allemaal termen die van toepassing zijn, of kunnen zijn op Doetinchem. Net door welke bril je kijkt. Als wij kijken naar de welvaart in Nederland, dan staat de Achterhoek op plek 4. Onderwerpen waarop deze rangschikking is gebaseerd zijn onder andere woontevredenheid, veiligheid, onderwijs, gezondheid, milieu en werk. Belangrijke onderdelen die de leefbaarheid van een omgeving bepalen. Maar ook onderdelen waarop Doetinchem, binnen de regio Achterhoek goed scoort. Het lijkt ons verstandig om dit te behouden en te versterken daar waar mogelijk.
Dit werpt de vraag op welke type inwoner wij de gemeente willen uitbreiden. Daarbij in rekening houdend met het feit dat er steeds meer thuisgewerkt zal gaan worden. De omgeving, maar ook de directe ruimte rondom de woonlocatie moet daarvoor geschikt zijn.
In onze optiek behouden we de eigen Doetinchemse identiteit door in te zetten op behoud van een samenleving die actief deelneemt aan verenigingen en waar sociale verbondenheid ontstaat door samen in de gemeenschap verantwoordelijkheden te dragen en de geschiedenis van de stad zichtbaar te maken. Om dit te behouden dient de overheid deze vormen van vereniging actief te faciliteren.
De inwoner die, waar ook, kiest om te wonen in een flat, versus de inwoner die kiest om te wonen in een woonwijk of de inwoner die in het buitengebied woont, is een andere type inwoner. De verwachting is dat er wellicht ook verschillende manieren zijn waarop inwoners willen bijdragen aan hun directe leefomgeving en de samenleving. Zoals we al schreven zien we graag dat de gemeente de verenigingen waarin al deze verschillende de inwoners zich organiseren actief faciliteert. Daarmee zorg je voor behoud of versterking van bijvoorbeeld sportverenigingen, carnavalsverenigingen, de buurtvereniging of het dorps- of buurthuis. Nieuwe inwoners voegen zich naar de normen en waarden zoals we die hier kennen en ze ervaren dat het noaberschap in meerdere of mindere mate ook van waarde is in hun eigen leven. Het mag duidelijk zijn dat voor ons als CDA het rentmeesterschap hierin tot uiting komt. Hoe groter de stad, hoe belangrijker het is om de sociale verbanden te monitoren en te verstevigen. Laat de gemeente goed in contact blijven met instellingen als het sociaal wijkwerk, de wijkagent, de wijkverpleging, Laborijn en Sité om zo dicht op de sociale structuren te zitten. De gemeente moet bewonersinitiatieven, verenigingen, lokale stichtingen stimuleren en ondersteunen. Niet per definitie met subsidie maar zeker met kennis, knowhow en locaties. We zien dat De Graafschap en Amphion Cultuurbedrijf als organisaties zorgen voor de nodige landelijke uitstraling, terwijl ze ook een grote rol spelen in het verlenen van een eigen identiteit aan onze inwoners.
Ontsluiting en voorzieningen
De doelstelling van groei naar 70.000 inwoners is een realistische, maar forse opgave. Een van de belangrijkste voorwaarden voor een goed leefklimaat van een stad is ontsluiting.
Wij pleiten als CDA daarbij om maximaal gebruik te maken van de huidige inrichting. Mocht dit onvoldoende blijken, dan is dit een centraal punt om in te investeren en daar rondom de groei te laten plaatsvinden.
Feit is, dat als gekeken wordt naar reisbewegingen van woon-werkverkeer, de beweging Arnhem-
Nijmegen versus Doetinchem in veelvoud leidend is ten opzichte van de bewegingen richting het Enschede. Dit betekent dat hier op basis van infrastructuur gebruikt gemaakt dient de worden van in eerste instantie bestaande infrastructuren. Welke passen het beste bij deze reisbewegingen? Moeten we altijd door het stadscentrum willen alvorens thuis te zijn? Maar ook, waar is deze huidige infrastructuur makkelijk uit te breiden; zowel op de weg, als op de huidig beschikbare openbaar vervoersnetwerken. Van groot belang blijft het dubbelspoor en op termijn de ondertunneling van de Europaweg. Daarnaast blijft ook de digitale ontsluiting een prominent aandachtspunt. Het CDA vindt dat er bij nieuwbouwprojecten direct moet worden gekeken of er een glasvezelproject mogelijk is zodat ook de digitale snelweg ruim baan krijgt.
De term “voorzieningen” is een veelomvattend begrip. Laten wij er als CDA er drie elementen uithalen. Onderwijs, zorg en energievoorziening. Hoe groter de stad, hoe groter haar bedieningsgebied, des te aantrekkelijker wordt zij voor vestiging van onderwijslocaties. Als CDA vinden wij dat in de periode tot aan 2036 hier tenminste een hogeschool of universiteit, anders dan de bestaande, een (neven-) vestiging dient te hebben.
Voor wat betreft de energievoorziening is deze voor termijn al getekend, nog niet gekleurd. In ons beeld komt op lange termijn alle groene energie vanaf de zee. Daarmee bedoelen wij dat alle energiewinning vanuit wind- en zonneparken plaatsvind op zee. Als stad van 70.000 inwoners is een eenvoudige en directe toegang tot noodzakelijke zorg van groot belang. Kernpunten voor het CDA zijn hierbij overzichtelijk, toegankelijk, effectief en het betaalbaar houden van het totale sociaal domein.
Economie en woningbouw
Doetinchem is, op basis van oppervlakte, een relatief kleine gemeente. Dit heeft zo zijn voor- en nadelen. Echter, een gemeente leeft niet op zichzelf. Zij maakt gebruik van haar buren en regio ten bate van economie en leefbaarheid.
De groei naar 70.000 inwoners vinden wij niet ambitieus. Bewust niet ambitieus, maar wel realistisch. Als wij kijken naar de economie, daar waar onze inwoner werkt, dan komt daar een vergrijzingsgolf aan. Deze golf heeft te besteden. Dit is een kans.
Doetinchem en haar omgeving heeft relatief veel maakindustrie. Economie, waar veel handen aan te pas komen. Als deze vergrijzing plaats vindt, dienen deze arbeidsplaatsen wel opgevuld te worden ter voorkoming van het verdwijnen van deze arbeid richting de meer inwonersdichte gebieden. Het is ons daarom zaak, vlot, doelgericht en efficiënt te werk te gaan, om gewoon praktische zaken op te pakken en neer te zetten. Wacht niet te lang met de invulling van de groei. Straal uit, en laat zien aan de buitenwereld dat er gebouwd gaat worden. Dergelijke processen duren altijd langer dan verwacht. Laten wij als gemeente laten zien dat we ambitieus, maar vooral praktisch voortvarend te werk gaan. Het jaar 2036 lijkt ver weg, maar is in een mum van tijd hier.
Economie is niet alleen arbeid, industrie, maar economie is ook inwoners, wonen en leven in hun eigen gemeente. Het maakgedeelte behoeft, in de situatie van Doetinchem, niet altijd binnen de gemeentegrens plaats te vinden. Het leef- en woongedeelte bij voorkeur wel. Om te zorgen voor goede snelle woningbouw, een op volle toeren draaiende economie en een gemeente die de inwoners goede zorg geeft indien ze dit nodig hebben is een goed functionerend ambtelijk apparaat van groot belang. Met de nieuwe ambities is dit belang alleen nog maar groter geworden aangezien we nu soms al horen dat de rek er wel uit is qua capaciteit.
Groei kan op verschillende manieren.
Autonome groei, een fusie met een andere gemeente of door instroom van inwoners van buiten. Eerstgenoemde punt draagt niet bij in de problemen die op ons afkomen. De groei gaat op die manier te traag. Dit is te behoudend. Een fusie draagt ook niet bij, daar dit in absolute zin met het aantal inwoners wel een bijdrage levert, maar het levert niets op bij de vergrijzingsgolf die op ons af komt. Laatstgenoemde, instroom van inwoners van buiten, is onze noodzakelijk geachte en ondersteunde inzet. Wel met behoud van de eerder genoemde culturele identiteit.
Daarvoor is uitbreiding in wooncapaciteit noodzakelijk. Dit kan ons inziens goed door transitie en inbreiding. Voorop staat dat er rekening gehouden wordt met het groene karakter dat iedere bebouwde kom van Doetinchem nu bezit. De nieuwe woningen moeten hand in hand gaan met een groene omgeving waar voldoende ruimte is om te ontspannen en te recreëren. Daarnaast staan wij als CDA niet afwijzend tegenover uitbreiding. In onze optiek ontkomen wij niet aan woningbouw, in gebieden naar wat nu nog ‘buitengebied’ wordt bestempeld. Een beperkte mate van stapelbare hoogbouw zou hierbij mogelijk moeten kunnen zijn, maar heeft niet onze voorkeur en moet zeker niet leidend zijn. Het buitengebied houdt niet op aan de gemeentegrens.
Welke vier kernpunten geven wij als CDA Doetinchem het college mee, in willekeurige en samenhangede volgorde:
- Ontsluiting: maak hier efficiënt en economisch gebruik van m.b.t. de uitbreiding.
- Economie: arbeid, bestedingen, houd de mensen, en de arbeid vast in en om Doetinchem.
- Cultuur: zorg door de keuze van wonen voor het behoud van de eigenheid en sociale cohesie van Doetinchem.
- Snelheid: toon geen ambitie, maar realiseer ambitie.