01 augustus 2017

Artikel 39 vragen over het plus OV en het voorstel van de gemeente Brummen

Artikel 39 vragen over het plus OV en het voorstel van de gemeente Brummen

In oktober 2016 heeft de CDA fractie schriftelijke vragen gesteld aan het college over de tariefstijging van de kosten voor het plus OV.

Uw college heeft deze vragen beantwoord in een brief met kenmerk 2016-23253. In de gemeente Brummen is een besluit door het college genomen over mensen met een wmo indicatie die tussen de 20 en 25 km reizen met het plus OV. Zoals u weet betalen mensen met een wmo indicatie een gereduceerd tarief voor het plus OV.

Deze reductie geldt niet voor reizen met afstanden tussen 20 en 25 km. De reductie geldt wel voor reizen naar puntlocaties. In uw antwoord van 17 november 2017 gaf u aan dat de gemeente Epe een uitgebreide lijst heeft van puntlocaties waar tegen gereduceerd tarief naartoe gereisd kan worden. Als gevolg van het voorstel reizen mensen uit Brummen met een wmo indicatie naar alle bestemmingen tussen de 20 en 25 km tegen gereduceerd tarief.

De gemeente compenseert de kosten tussen regulier en gereduceerd tarief. Deze compensatie geldt totdat: a. Persoonlijke puntlocaties aangewezen kunnen worden b. Het vervoer vanaf 25 km opnieuw aanbesteed is en hierin de grens naar 20 km is getrokken (de regio Stedendriehoek heeft hiertoe een verzoek ingediend bij het betreffende ministerie).

Dit vervoer wordt momenteel uitgevoerd door Valys. De vragen van het CDA zijn als volgt:

1. Bent u bekend met problemen die mensen met een wmo-indicatie hebben over het niet gereduceerde tarief naar locaties tussen de 20 en 25 km die geen punt-locaties zijn? Met andere woorden, bent u bekend met het probleem waarvoor in Brummen een oplossing is gezocht?

2. Bent u bereid een zelfde besluit te nemen als Brummen? Dat mensen met een wmo-indicatie die naar bestemmingen tussen 20 en 25 km reizen niet zijnde-een puntlocatie een gereduceerd tarief betalen?

Fractie CDA Epe

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.