Aanbesteding WMO roept vragen op
NUNSPEET – Voor inwoners van onze gemeente die niet op eigen kracht – of met steun van het eigen netwerk – zelfredzaam zijn kennen wij de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, afgekort WMO. Het gemeentebestuur ontvangt van de rijksoverheid geld om deze mensen te ondersteunen in de vorm van begeleiding, dagbesteding of opvang. Voor de uitvoering van deze taken sluit de gemeente contracten met organisaties die de gewenste zorg kunnen leveren. Zorgaanbieders moeten periodiek inschrijven tijdens de zogenaamde aanbesteding om zorg te mogen verlenen aan de kwetsbare groep mensen die dit nodig heeft. Om te waarborgen dat alle mogelijke partijen een eerlijke kans krijgen zijn – regionaal – afspraken gemaakt over de manier waarop de aanbesteding plaatsvindt.
De Inkoopsamenwerking Noord Veluwe (ISVN) verzorgt centraal de inkoop van de WMO-activiteiten voor negen gemeenten in onze regio. Voorafgaand aan de aanbesteding dit voorjaar heeft een externe partij ISVN geadviseerd de tarieven voor de dagbesteding binnen de WMO te verlagen, in de praktijk met een kwart tot – voor specialistische zorg – bijna de helft minder dan voorheen. Dit advies is overgenomen en bij de recente aanbesteding aangehouden als maatstaf voor de aanbieders. Enkele bestaande aanbieders hebben, naar alle waarschijnlijkheid om deze reden, niet meegedaan bij de aanbesteding. Diverse kleinere aanbieders geven aan dat het proces voor hen moeilijk te volgen was en dat de inschrijving zelf technisch ingewikkeld in elkaar stak. Ook de tarieven en voorwaarden zijn volgens ingewijden niet helder en tijdig gecommuniceerd. De tarieven voor reguliere- en specialistische dagbesteding zijn beiden fors verlaagd, daarnaast zijn de criteria voor specialistische zorg veranderd, waardoor specialistische zorg straks en onder de kostprijs moet worden uitgevoerd en minder toegankelijk is. De achterliggende gedachte is dat dit tekort gecompenseerd wordt met de opbrengsten van de reguliere zorg.
“Specialistische dagbesteding is niet uitvoerbaar met deze tarieven.”
Raadsleden van verschillende fracties hebben al hun zorgen kenbaar gemaakt en de nodige vragen gesteld. De fractie van CDA-Nunspeet Lokaal wil klip en klaar van wethouder Teeninga weten of de klachten van aanbieders die achter het net vissen terecht zijn. Belangrijker nog is de vraag of de kwaliteit van de zorg overeind blijft en er geen zorgontvangers tussen wal en schip geraken. Daarom heeft raadslid Karel van Bronswijk schriftelijke vragen ingediend, waarop hij voorafgaand aan de komende raadsvergadering antwoord verwacht van de wethouder. Van Bronswijk maakt zich zorgen over de kwaliteit en continuïteit van zorg voor kwetsbaren in onze samenleving: “We moeten van de WMO-zorg geen koehandel maken. Zorgaanbieders moeten kostendekkend kunnen werken, zonder concessies te doen aan de kwaliteit. Ook moeten we voorkomen dat de zorg gedomineerd wordt door enkele grote aanbieders die nauwelijks binding met onze regio hebben. Lokale aanbieders die enorm hun best doen om onze mensen een vertrouwde plek te bieden moeten we koesteren.”