CDA: college is regie over ruimtelijke ordening kwijt
De Renkumse CDA-fractie vreest dat het college van b en w de regie over ruimtelijke ordening kwijt is. Fractievoorzitter Coen Geerdes uitte zijn zorgen hierover tijdens de (digitale) raadsvergadering waarin het bestemmingsplan Valkenburglaan 1 werd besproken. De gemeenteraad besloot hierin het bestemmingsplan niet vast te stellen.
Hieronder de tekst die Coen Geerdes uitsprak tijdens het debat:
'Het lijkt er op dat de gemeente de regie over de ruimtelijke ordening kwijt is geraakt. Volgens het CDA is het ondoordachte ruimtelijke ordening als een overheid maar meehobbelt met legaliserende aanvragen, en zonder visie functies aan gronden toebedeelt, al dan niet tijdelijk. Het is een ideaal recept voor ellende, volle raadszalen en een hoop onnodige ambtelijke uren in de vergunningen- en handhavingssfeer; Dat moet volgens het CDA echt anders.
Natuurlijk kan een initiatiefnemer aanvragen wat ie wil en moet de gemeente daarop beslissen. Maar goede regie en ruimtelijke ordening met visie had misschien wel kunnen voorkomen dat er zo'n 16 aanvragen worden gedaan, met vervolgens een verzoek aan de raad om de verleende vergunningen in te passen in een bestemmingsplan, met aanvullende de nodige functiewijzigingen.
CDA vindt dat de raad zich niet moet bemoeien met 'kleine vergunningen' en afwijkingen van het bestemmingsplan. Het CDA vindt ook dat de indiener van een zienswijze, 5 Dorpen in het Groen, dat minder zou moeten doen. Het CDA vindt ook dat onherroepelijke bestaande rechten en vergunningen gerespecteerd moeten worden.
Daar staat tegenover dat als het gaat om het toedelen van functies (hier horeca, sportschool, restaurant, zelfstandig kantoor) de raad aan zet is en moet zijn. Anders kunnen we net zo goed thuisblijven. Met de VVD zijn we er dan ten principale mee oneens dat het college een tijdelijke vergunning heeft verleend voor een periode van 10 jaar (de maximale bevoegdheid) terwijl een ontwerpbestemmingsplan ten behoeve van de raad al in de grondverf stond. Herkenbaar is voor het CDA dat 5 dorpen opmerkt dat het wel een planologische vrijstaat lijkt. Dat moet de gemeente zich aantrekken. Herkenbaar is ook de door de GB geschetste visievorming achteraf.
De inhoudelijke afweging is voor het CDA dat horeca, kantoor en voorziening in de vorm van een sportschool geen goede ruimtelijke ordening is en een verkeerd precedent schept. De ruimtelijke visie 2025 van de gemeenteraad (p.57) is ook duidelijk dat horeca en voorzieningen geclusterd moeten worden in de kernwinkelgebied en dat in de aanloopstraten ruimte is voor kantoren. Daarom stemmen wij tegen.'