Woordmelding CDA in raadsvergadering 30 mei - Het integraal alcohol- en drugsbeleid 2017-2020
Bij onze discussie over het integraal alcohol- en drugsbeleid 2017-2020 hebben we ons vooral gericht op de strategische keuze: kiezen we voor een ontmoedigingsbeleid of voor een aanmoedigingsbeleid. Als CDA kiezen we voor een ontmoedigingsbeleid van alcohol en drugs. Daarom kunnen we ons goed vinden in de voorliggende beleidsnota die blijvend inzet op ontmoediging van het alcoholgebruik en tegengaan van het toenemende drugsgebruik. Met als bovenliggend doel : de gezondheid van onze inwoners te bevorderen.
Wij vinden het belangrijk om ook als lokale overheid een signaal van ontmoediging van alcohol en drugs af te geven. We zijn blij dat we als gemeente vasthouden aan de optie om geen coffeeshops in onze dorpen toe te staan. En een onderzoek naar het instellen van een blowverbod lijkt ons om dezelfde reden van signaalwerking alleen al zinvol. Tegelijkertijd is het ook van belang om te benadrukken dat ieder mens zijn eigen verantwoordelijkheid kent. We moeten niet doorschieten om het corrigeren van onwenselijke gedrag of overtreden van de regels over te laten aan politie, aan vrijwilligers in sportkantines of aan uitbaters van horeca. Ouders hebben hun verantwoordelijkheid, voor ieder mens, jong en oud, moet het naleven van de regels an sich logisch zijn. Gaan we 120 rijden waar we 80 mogen zolang de politie ons niet beboet, of houden we ons aan de snelheidslimiet omdat we weten dat die regel normerend werkt: niet voor niets is, immers, tbv de veiligheid van onze medemens en van ons zelf. Daarom is het goed dat in de beleidsnota veel aandacht is voor bewustwording zodat het waarom van het ontmoedigingsbeleid duidelijk voor het voetlicht komt.
Wat het CDA waardeert is dat tal van bijeenkomsten geweest met tal van interne en externe partijen, van politie tot vivare, van scholengemeenschap Het Rhedens tot de sociale gebiedsteams. Voor het CDA is dat een belangrijk criterium bij het beoordelen van voorstellen. De geraadpleegde partners geven aan dat de essentie is om verslaving tegen te gaan. In bijzonder geven scholen aan aandacht te geven aan game- en socialmediaverslaving en het gebruik van mobiele telefoons, als CDA mag ook de rookverslaving in dit rijtje.
Tot slot wijdt de nota zinvolle woorden aan het wat heet de sluitende aanpak; dat er leemtes zijn in de sluitende aanpak is onderkend en we lezen in de nota dat handreikingen worden gedaan (pagina 13) om de hulp bij alcohol- en drugsbestrijding beter te incorporeren in de sociale gebiedsteams. Ook dat vinden we passen
Bert de Lange ,
fractievoorzitter CDA
Achtergrondinformatie van CBS, 2014
Internationale vergelijking
Het European Monitoring Centre for Drugs and Drug Addiction, EMCDDA maakt jaarlijks een schatting van het druggebruik in de EU-28. Het percentage gebruikers in de leeftijd 15-64 jaar en 15-34 jaar wordt gewogen voor het aantal inwoners per land. Er bestaan echter grote verschillen tussen de landen in peiljaar, meetmethode en steekproef, hetgeen een directe vergelijking tussen landen compliceert. Deze nieuwe Nederlandse cijfers zijn nog niet meegenomen in de meest recente schatting van het druggebruik in Europa (EMCDDA, 2015).
Indien we niettemin het percentage recente (laatste jaar) gebruikers van cannabis, cocaïne, ecstasy en amfetamine vergelijken met deze schatting van het EU gemiddelde, ligt het drugsgebruik in de Nederlandse bevolking hoog, met name voor ecstasy en amfetamine.
• Voor cannabis ligt het percentage volwassen Nederlanders dat in het afgelopen jaar cannabis gebruikte op 8,0%. Dat ligt boven het geschatte gemiddelde van 5,7% in de EU-landen. Het Nederlandse percentage is lager dan in Frankrijk (11,1%), Spanje (9,2%), Tsjechië (8,9%).
• Het recent cocaïnegebruik ligt op 1,6% in Nederland, ten opzichte van 1,0% van de Europese volwassenen. Het gebruik wordt alleen in het Verenigd Koninkrijk (2,4%) en Spanje (2,2%) hoger geschat.
• De nieuwe peiling van het Nederlandse ecstasy gebruik maakt Nederland met 2,5% koploper in de EU, waar het recent gebruik op gemiddeld 0,6% wordt geschat. Op de tweede plaats staat het Verenigd Koninkrijk (1,6%).
• Ook het amfetaminegebruik is in Nederland met 1,3% wat hoger dan in de andere Europese landen. Het EU-gemiddelde wordt geschat op 0,5%