04 juli 2020

Algemene Beschouwingen 2020

‘Niet alles kan’: 

woordmelding CDA bij de kadernota 2020

Rapporten die in opdracht van de overheid worden gemaakt verdwijnen vaak snel in een diepe lade. Of dat lot ook het rapport is beschoren van de commissie Remkes over de stikstofproblematiek, ik durf dat niet te zeggen. Maar het rapport had wel een uitstekende titel namelijk: Niet alles kan. Het is de spijker op zijn kop. Niet alles kan. Iedereen knikte instemmend bij het horen van die titel, nee, niet alles kan maar tegelijkertijd is dat een lastige boodschap in een tijd van mateloosheid en in een tijd waarin we een haast onverwoestbaar geloof hebben in de maakbaarheid van onze maatschappij en ons leven.

En als het dan toch aankomt op het maken van keuzen, dan wordt het lastig. En voor dat dilemma staan we toch ook al enkele jaren in onze gemeente. Keuzes maken vinden we moeilijk en dat is ook lastig. Maar waarom? Omdat we snel – zeker zien we dat in de landelijke politiek die steeds meer polariseert – er een of/of discussie van maken. Zeker, scherpte in de discussie moet er zijn maar ik hoop dat we het spook van de polarisatie kunnen verjagen. 

Niet alles kan. Ik zei het al, ook in onze gemeente lopen we hard tegen onze grenzen aan. We willen de meest sociale gemeente zijn, de meest duurzame, de meest groene gemeente, de meest schone gemeente, waar mogelijk willen we bouwen, via Global Goals zelfs de hele wereld verbeteren, en hoe meer toeristen hoe beter én we willen de goedkoopste gemeente zijn om te wonen. Beste mensen, wie wil dit niet? Maar voorzitter, door overal het meeste van te willen en overal de beste in te willen zijn, zijn we binnenkort ook een van de meest arme gemeenten in Gelderland. Nee, daarmee gaan we niet de sombermans uithalen maar de realiteit is wel dat we in enkele jaren 29 miljoen op onze reserves interen. Is dat geld niet goed terecht gekomen? Het grootste deel waarschijnlijk wel maar een dergelijk uitgavenpatroon is niet vol te houden. Zeker, we kijken kritisch naar het Rijk; ook als CDA hebben we hierover stevig bij onze landelijke vertegenwoordigers aan de bel getrokken. Maar we moeten ook kritisch zijn op ons zelf. Het saldo op onze verlies- en winstrekening is al enkele jaren substantieel slechter dan de gemiddelde gemeente in Nederland. (zie rekensom onderaan). 

En we weten inmiddels wie dan de rekening betaalt: dat zijn onze inwoners, de mensen, de gezinnen met lagere inkomens en met een middeninkomen.  En dat is zorgelijk. Als deze groepen inwoners opnieuw moeten de klappen op moeten vangen hollen we de samenleving uit en dat wil het CDA te allen tijde voorkomen. En als dat dreigt is het zeker zaak om je als gemeente je een bescheiden rol aan te meten, om als gemeente zuinig om te gaan met het gemeenschapsgeld en – dat is waar het CDA altijd voor pleit – te vertrouwen op de samenleving, te stimuleren waar dat nodig is en als gemeente zorg te dragen voor de zwaksten. 

Hoe komen we als gemeente Rheden uit deze situatie? Wat het CDA betreft door te accepteren dat we niet alles kunnen. Nee, we hoeven niet alle ambities te laten varen maar liefde, soberheid en geduld zijn ook belangrijke deugden/kernwaarden. We zijn nog altijd trots op ons coalitieakkoord waarin economie en werk, duurzaamheid, wonen en jeugd een prominente plek hebben. Een coalitieakkoord waar we het tegengaan van de tweedeling als een opdracht zien. Juist daarom is het zaak om ervoor te zorgen dat we in ieder geval onze kerntaken kunnen blijven uitvoeren. Dat betekent een evenwichtige aanpak. Dus niet of of maar en en. Ofwel, een zorgvuldig overwogen aanpak die we onder andere in het amendement “Rheden financieel Stabiel: en nu doorzetten” tot uitdrukking laten komen. 

Niet alles kan, maar door geduldig naar het gezonde evenwicht te zoeken, en door het besef dat we als mensen en als aarde aan elkaar zijn toevertrouwd, zijn we tot veel in staat. Met deze woorden voorzitter wil ik onze eerste termijn besluiten. 

Bert de Lange, 30 juni 2020

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.