Vanavond spreken we over een maatschappelijk uiterst gevoelig onderwerp, de opvang van asielzoekers. En hoewel we in deze vergadering nog geen definitief besluit nemen over een locatie of exacte aantallen, vormt deze avond wel een voorschot op wat komen gaat. Want na lang gebakkelei in Den Haag op ministeries, in de Eerste en Tweede Kamer en in de Trêveszaal waar de ministerraad vergadert, krijgen we als Nederlandse gemeenten dan toch te maken met de Spreidingswet. Een wet die ontstaan is naar aanleiding van de asielcrisis in dit land, en die er mede toe heeft geleid dat kabinet Rutte 4 vorig jaar op 7 juli viel. Het is een wet die moet voorzien in de eerlijke spreiding van asielzoekers over Nederlandse gemeenten, zodat de situatie in bijvoorbeeld Ter Apel kan gaan verbeteren. In theorie klinkt dat logisch, maar wat het in de praktijk gaat betekenen weten we nog niet.

Als CDA-fractie kijken we met gemengde gevoelens naar de Spreidingswet. Want wij zien zowel voors als tegens. Ik zal mijn best doen om u mee te nemen door onze overwegingen die ten grondslag liggen aan ons voorgenomen besluit.

Om te beginnen met drie argumenten tegen het raadsvoorstel, en dus tegen uitvoering van de Spreidingswet in onze gemeente. Ten eerste, de huidige verdeling van de macht en de politieke voorkeur in Nederland en Europa. Vorig jaar, op 22 november zijn onze inwoners massaal naar de stembus gegaan om een nieuwe Tweede Kamer te kiezen. Een van de grote thema’s van die verkiezingen, zo niet de grootste was immigratie en asiel, zo bleek later ook uit het kiezersonderzoek. De uitslag van deze verkiezingen liet een duidelijk beeld zien: de PVV werd ruim de grootste partij, een partij die voor uiterst streng asielbeleid staat. Dit zelfde beeld zien we ook terug in landen om ons heen waar recent verkiezingen zijn geweest: Vlaams Belang in België, Rassemblement national in Frankrijk en de AFD in Duitsland: allemaal partijen die fors aan stemmen gewonnen hebben op het onderwerp immigratie en asiel. Er vindt een verschuiving plaats op het politieke spectrum. De bevolking kiest, of u en ik dat leuk vinden of niet, een andere koers. Uiteraard niet overal, maar wel in veel landen. Uiteindelijk is er in Nederland een kabinet gekomen met de PVV, VVD, NSC en BBB. Deze vier partijen samen kunnen rekenen op meer dan 70 procent van de stemmen in onze gemeente en hebben daarmee duidelijk steun van onze inwoners, onder andere voor hun asielstandpunten. In het hoofdlijnenakkoord spreekt het huidige kabinet uit de Spreidingswet te willen intrekken. Oftewel, alles wat we in ons vermogen stellen om de Spreidingswet uit te voeren, zou zomaar voor niks kunnen zijn. Dat is jammer van de moeite, maar het doet wel recht aan hetgeen de bevolking voor gekozen heeft.

Ten tweede, kan de gemeente West Maas en Waal de opvang van asielzoekers wel aan? We zien nu al dat de zorg onder druk staat. Huisartsen en tandartsen zitten vol en staan onder druk, en krijgen met de komst van asielzoekers nog meer op hun bordje. Want dit zijn vaak mensen die extra aandacht en hulp behoeven. En daar is niks mis mee, want ook zij moeten geholpen worden. Maar als onze eigen inwoners al niet altijd goed geholpen kunnen worden, kunnen asielzoekers dat dan wel? Uiteindelijk geldt dit voor al onze voorzieningen in het algemeen: kunnen wij dit met z’n allen wel aan? We weten nog niet wat de impact van asielopvang in onze gemeente zal zijn, maar voor ons als CDA-fractie heeft de leefbaarheid in onze gemeente de hoogste prioriteit, en dat blijft het ook houden. Onze inwoners mogen zo weinig mogelijk last van de asielopvang ondervinden.

Tot slot, waar gaat dit verhaal eindigen? Als gemeente gaan we, wel of niet, een x-aantal opvangplekken beschikbaar stellen om te voldoen aan de indicatieve verdeling van het Rijk. Die raming is gestoeld op het aantal benodigde plekken voor de komende twee jaar. Mocht het zo zijn dat de Spreidingwet overeind blijft, wat kunnen we dan over een paar jaar verwachten? Want we zien dat er nog steeds meer asielplekken nodig zijn in Nederland. Er lijkt nog geen grip te zijn op de asielinstroom, ook al is het kabinet voornemens maatregelen aan te kondigen in het regeerprogramma dat morgen uit komt. Moeten we ons gaan voorbereiden op eventueel meer asielzoekers, of meer locaties? Dat is een vraag die wat ons betreft boven de markt blijft hangen en die vooralsnog onbeantwoord blijft.

Dan wil ik u graag twee belangrijk argumenten geven voor het instemmen met het raadsvoorstel. Als eerste argument wil ik een uitspraak van de wethouder uit het RTG herhalen, die wat ons betreft treffend was. Want als CDA-fractie staan we voor goed bestuur, en de opmerking van de wethouder past wat dat betreft prima in ons gedachtengoed. Wethouder Van den Boom sprak tijdens het RTG over een van de werkzaamheden die het ambt met zich meebrengt. Zij sprak over een term die met drie letters verborgen zit in het woord wethouder: WET. Een wethouder voert in zijn of haar ambt de wet uit. Dat geldt ook voor de Spreidingswet. Een hogere overheid, in dit geval het Rijk, legt een wet op die ten uitvoer gebracht moet worden. Dan is het logisch dat een wethouder ervoor kiest om daar gehoor aan te geven, want dat hoort bij goed bestuur. Je kunt er ook voor kiezen om een wet niet uit te voeren, om ouderwets burgerlijk ongehoorzaam te zijn. Maar daar schuilt toch wel een gevaar wat ons betreft. Want als we ervoor kiezen om geen gehoor te geven aan de Spreidingswet, dan krijgen we te maken met mevrouw Faber. U weet wel, onze nieuwe minister van Asiel en Migratie. En dat is op z’n Maas en Waals gezegd een pittige tante, die haar ambt uiterst serieus neemt. Als wij ervoor kiezen om onze wettelijke verplichting niet na te komen, en dus de Spreidingswet niet gaan uitvoeren, dan kan minister Faber ons op zeer vriendelijke doch dringende wijze een aanwijzing geven. Dat betekent dat zij vanuit haar ministeriële verantwoordelijkheid gaat bepalen waar en hoeveel asielzoekers in onze gemeente komen. Dan verliezen we als gemeente onze grip en zijn we niet meer aan zet. We hebben dan geen controle meer over onze eigen gemeente.Terwijl wij als gemeente veel beter weten wat er speelt in onze gemeente dan de mensen in Den Haag. Dus zo’n aanwijzing moeten we wat het CDA betreft voorkomen, dat past niet bij goed bestuur.

Tot slot wil ik graag stilstaan bij een van de vier kernwaarden van het CDA, namelijk solidariteit. In feite komt dit erop neer dat we omkijken naar elkaar en voor elkaar zorgen. We leven niet alleen voor onszelf, maar zijn pas mens door mét elkaar te leven. Met een mooi woord is dat ook naastenliefde te noemen.Heb uw naasten lief als uzelf. De overgrote meerderheid van de mensen die naar Nederland vluchten, doen dat met gevaar voor eigen leven en uit pure ellende. Ze moeten vluchten voor oorlog, religie of vanwege wie of wat ze eigenlijk willen zijn. Zulke mensen moeten opgevangen worden, zo barmhartigmoeten we als Nederland naar ons idee wel zijn. De discussie over de hoogte van de instroom is logisch en wat het CDA betreft gerechtvaardigd, want Nederland staat onder druk. We kunnen niet de hele wereld opvangen. Daarom moet er grip komen op migratie, en moet er een duidelijke balans gevonden worden tussen wat wel en niet kan.

Die balans zullen we op kleine schaal ook hier in West Maas en Waal moeten vinden. Een balans tussen de voor- en nadelen van de Spreidingswet en het voorliggende besluit. Het valt niet mee om tot een gewogen besluit te komen, en wat de impact ervan gaat zijn is moeilijk te voorspellen. Maar als CDA-fractie zullen we instemmen met de uitvoering van de Spreidingswet. Daarbij willen we wel een aantal spelregels opstellen die recht doen aan de zorgen en wensen die bestaan binnen onze gemeenschap. Samen met de FD hebben we een amendement opgesteld die de kaders voor de opvang van asielzoekers scherper neerzet. Zo willen we de optie om AMV’ers op te vangen schrappen, en daarmee kiezen voor één asielopvangvoorzieningvan150 tot 180 asielzoekers nabij een dorpskern. Zodoende wordt de opvanglocatie de volledige verantwoordelijkheid van het COA en niet van de gemeente. De ambtelijke organisatie staat al onder druk en heeft het al druk genoeg met andere dingen, daar kan het verzorgen van een opvang wat ons betreft niet bij komen. Ook willen we duidelijke eisen stellen richting het COA. Als zij niet kunnen leveren, willen we de mogelijkheid hebben om de betreffende locatie te sluiten. Voor alle kaders verwijs ik u naar het amendement.

Nogmaals, we stemmen in met gemengde gevoelens. Maar we zien ook dat het niet wenselijk is om tegen het raadsbesluit te stemmen. Er zullen voor- entegenstanders zijn, waarbij we een zo groot mogelijke groep proberen te bedienen met het amendement. We wensen het college succes met het vinden van een locatie en we willen hen oproepen om serieus aan de slag te gaan met inwonersparticipatie. Er is al een valse start geweest, stel ons als Raad alstublieft niet nogmaals teleur.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.