CDA fracties in de regio Rivierenland doen een appél op hun provinciale statenleden. Een voorgenomen besluit om de rekenrente voor het nazorgfonds voor overgedragen stortplaatsen te verlagen stuit op grote bezwaren in de regio. De financiële gevolgen voor de AVRI, zo’n tien miljoen euro, is fors. De fracties hopen dat provincie bij de besluitvorming komende woensdag rekening wil houden met uitzonderlijke positie van de Avri.
De financiële gevolgen slaan uiteindelijk neer bij de inwoners van Rivierenland. Bij het genoemde bedrag van tien miljoen euro komt dat neer op ongeveer €100,- per huishouden. Voor de acht CDA fracties in deze regio is dat een onaanvaardbare verhoging van de kosten die huishoudens voor afval momenteel al hebben. Het zal de steun voor het beleid van AVRI voor een verdere verlaging van de restafval per inwoner sterk verstoren.
Terwijl de provincie op zoek is naar (overmatige) financiële zekerheid voor een eeuwigdurende last, krijgt de regio daarvan de gevolgen gepresenteerd en moet het dit jaar nog een bedrag van €10 miljoen inlossen. De CDA fracties hebben statenleden per brief geïnformeerd kennis te nemen van de situatie. Daarbij is de statenleden verzocht welwillend te staan naar aangedragen argumenten van de AVRI om tot een passende oplossing te komen.
Namens het CDA West Maas en Waal tekende Fractievoorzitter Frans van Gelder mee. De verhoging van de rekenrente pakt voor onze regio extra nadelig uit. Dit omdat deze regio op het punt staat over twee jaar de stortplaats voor het beheer over te dragen naar de provincie. Omdat de regionale stortplaats reeds is gesloten heeft de Avri (als enige in de provincie) geen mogelijkheid meer om de negatieve financiële effecten op te vangen. Ter vergelijk: andere stortplaatsen blijven zeker nog 10-20 jaar open. Mogelijk kan de reeds afgesloten stortplaats eerder worden overgedragen. Daarmee zou de provincie de AVRI kunnen compenseren voor haar uitzonderingssituatie. Het bestuur van de Avri heeft hiertoe een vergelijkbaar verzoek ingediend.