Wederom een woord van dank aan iedereen die heeft meegewerkt aan de totstandkoming van de Voorjaarsnota en aan de beantwoording van de technische vragen.

Vooruitkijkend naar de komende jaren, zien we uitdagingen en onzekerheden. Te beginnen met de financiën. Zoals het er nu naar uit ziet, gaan er de komende jaren structurele tekorten ontstaan op onze begroting. Dit zagen we al langer aankomen, maar het wordt wederom in deze Voorjaarsnota bevestigd. Hoewel de nieuw verschenen Meicirculaire de tekorten voor een aantal jaren vermindert, blijven we onder aan de streep nog steeds in de min staan. Dat is geen goede ontwikkeling. Maar het komt wel ergens vandaan. Want de bijdrage van het Rijk fluctueert en maakt dat het ieder jaar weer een verrassing is wat we als gemeente ontvangen.

Ook krijgen we als gemeente steeds meer taken vanuit de Rijksoverheid, helaas met onvoldoende financiële middelen om dit uit te kunnen voeren binnen een gezond financieel plaatje. Vandaar het amendement dat we samen met de FD indienen met betrekking tot het opstellen van de meerjarige Programmabegroting 2025-2028. Er wordt vanuit het Rijk veel van ons verwacht, maar het is moeilijk om een begroting sluitend te krijgen. En wij zijn daar niet alleen in. Binnen de VNG wordt dit probleem al veel langer besproken. Ik roep dan ook de wethouder financiën, met zijn zeer uitgestrekte netwerk, op om binnen de VNG, bijvoorbeeld samen met regiogemeenten, actief te blijven lobbyen voor meer zekerheid met betrekking tot de rijksbijdragen, en voor een rijksbijdrage die past bij de taakstelling waar gemeenten vandaag de dag mee te doen hebben. We hebben een aantal jaar geleden al een bezuinigingsopdracht moeten doen, hoe ver kunnen we blijven gaan?

We kunnen ons als CDA-fractie wel voorstellen dat het een ander efficiënter of slimmer kan om eventuele kosten te dempen. Ook zullen er keuzes gemaakt moeten worden. Kunnen we al onze ideeën en ambities wel aan? We willen veel, maar soms moeten we ook eens pas op de plaats maken. Want met veel wat we willen, komen kosten kijken door bijvoorbeeld inhuur van verschillende bureaus of onderzoeken. Zaken die veel geld kosten, zonder dat er nog enig resultaat geboekt is. Onze vraag aan het college: kan er niet efficiënter gekeken worden naar de hoeveelheid beleidsstukken? Wanneer beleid elkaar raakt, kan dat dan niet gevangen worden in 1 beleidsstuk in plaats van meerdere beleidsstukken die, aan het eind van de rit, allen geld kosten om op te stellen.

Daarbij lijkt het ons nuttig om meer in termen van kosten en baten te denken bij beleidsonderdelen waarbij het effect moeilijk te meten is. Neem bijvoorbeeld het bomenbeleidsplan. Hierbij wordt gestreefd naar een zo lang mogelijke levensduur. Dit brengt vanzelfsprekend onderhoud met zich mee. Maar het is niet duidelijk of dit voor de gemeente voordeliger uitpakt dan bijvoorbeeld het kappen van kaprijpe bomen en vervolgens planten van nieuwe bomen. Is het niet tijd om dit een keer te herzien, vraag ik aan het college? Of neem het geheel wat we doen aan inwonerparticipatie. Het is uitstekend dat we inwoners meer betrekken, dat juichen we als CDA-fractie uiteraard toe. Maar het is heel lastig om te meten wat het ons als gemeente oplevert. Daarentegen kost het wel geld om hieraan te werken. De tour langs de dorpen is een mooi voorbeeld hoe we als gemeente bij onze inwoners langs gaan om hun mening te horen. Het heeft een rapport opgeleverd op basis van 300 gesproken inwoners en 103 reacties op een online vragenlijst. Verhouden deze baten zich met de gemaakte kosten? Dat zal moeten blijken.

Niet alleen het financiële plaatje van onze gemeente vormt een uitdaging voor onze gemeente. Ik wil hier voor drie beleidsterreinen blijvende aandacht vragen. Om te beginnen met woningbouw. Er wordt in de meeste dorpen gecontroleerd gebouwd, maar dus niet in alle. Tijdens de behandeling van de Omgevingsvisie is de schreeuw om woningen duidelijk geworden. Dit zullen we als gemeente dan ook waar moeten maken, met name in de dorpen niet of weinig is gebouwd de afgelopen jaren zoals Altforst, Boven-Leeuwen en Dreumel. Er ligt een opdracht, er ligt een Woondeal, daar zullen we ons aan moeten houden. Niet alleen om de doelen te halen, maar juist onze inwoners verwachten dat van ons als gemeente.

Ook wil ik stilstaan bij de infrastructuur in onze gemeente. Als gemeente blijven we groeien. Dan is het ook zaak dat onze infrastructuur meegroeit. Dit lijkt in sommige gevallen onvoldoende te zijn. We zien gewoon dat een aantal wegen onze aandacht blijven vragen. Met name de Van Heemstraweg wordt steeds drukker. Er zijn en worden een aantal dingen in het werk gesteld om dit te verbeteren. Maar wat mist is een duidelijke toekomstvisie op het gebied van infrastructuur: hoe willen we dat het wegennet er over 10 jaar uitziet? Graag een reactie van de wethouder. Ook wil ik nogmaals wijzen op de verkeersveiligheid van de Dijkgraaf de Leeuwweg. Bij de vorige behandeling van de Programmabegroting vroeg de CDA-fractie voor beide wegen aandacht en vroeg het naar een toezegging om hier serieus naar te kijken, mogelijk ook samen met de provincie. Begrijp me niet verkeerd, er werd een toezegging gedaan. Omdat de burgemeester destijds de portefeuille verkeer waarnam, en ik in zijn plaats de vergadering moest voorzitten, kon ik niet reageren op zijn toezegging om met de provincie in overleg te gaan over de verder niet in mijn betoog genoemde Maas en Waalweg. Die toezegging had ik in de pocket, maar het was alleen wel de verkeerde weg. Dus ik ga het nog een keer proberen. Kan de wethouder toezeggen serieus te gaan kijken naar verbeteringen aan de Dijkgraaf de Leeuwweg en de Van Heemstraweg? We zullen moeten anticiperen op onze groei, zowel op het vlak van inwoners als toerisme, en we moeten blijven inzetten op hogere verkeersveiligheid. Want of je nou naar school fietst of in je auto naar de supermarkt rijdt: het moet voor iedereen veilig zijn op de weg.

Tot slot het sociaal domein, in dit geval specifiek de GGD. Ieder jaar zien we de bijdrage voor de GGD stijgen, tot op een hoogte dat de kosten de pan uit rijzen. Er komen steeds meer wettelijke taken op ons bordje, en daarnaast willen we als gemeente ook zelf dingen doen. Moeten we hier met z’n allen niet kritischer naar gaan kijken? Als deze ontwikkelingen zich door blijven zetten, komen we een keer op een punt dat het geheel onbetaalbaar wordt voor ons als gemeente. Graag een reactie van de wethouder.

Ik wil eindigen met een filmpje dat onlangs verscheen: Samen zijn we West Maas en Waal, de gemeente met meer dan 20.000 gezichten. Het laat zien wie we zijn en wat ons als kleine gemeente, met acht unieke dorpen, zo mooi en speciaal maakt. Laten we voor alle gezichten in onze gemeente blijven werken aan de toekomst. Laten we onze blik ook eens wat verder naar de toekomst richten, zodat we op een verantwoorde manier kunnen blijven groeien met de daarbij passende voorzieningen en daarop ingestelde infrastructuur. Het CDA kijkt uit naar de reactie van het college. Wij zullen ons als partij in ieder geval blijven inzetten voor een gemeente waar jong en oud zich thuis voelt en waar elk dorp op één staat.

Vince van Ooijen
Fractievoorzitter CDA WMW

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.