29 mei 2019

Waarom het CDA een motie indient over zonneparken

In Winterswijk, maar eigenlijk in heel Nederland is veel te doen over zonneparken die her en der verschijnen. En we hebben het ons ook niet makkelijk gemaakt met de opgave om Winterswijk in 2030 energieneutraal te maken.

Een belangrijke opgave waar ook het CDA grote waarde aan hecht.

De vraag is echter of deze opgave ten koste van alles mag gaan en dan in het bijzonder ons waardevolle cultuurlandschap. Het CDA wil niet dat grootschalige zonneparken als hagelslag over het landschap wordt uitgestrooid en dat terwijl 95% van het potentieel aan daken nog onbenut is voor zonne-energie.

En als we het volledig aan de markt over laten, zoals deze wethouder wil, nota bene een GL wethouder, dan zullen ook hier de grootschalige zonneparken terecht komen op plekken die dan misschien wel het beste zijn voor de projectontwikkelaars, maar zeker niet goed zijn voor ons waardevolle Winterswijkse landschap.

Met z’n allen, dus ook wij, dachten we dat we dit hadden ondervangen met het beleidskader Zonneparken.

In het beleidskader hebben we als raad “Nee”gezegd tegen de gebieden waar we geen grootschalige zonneparken willen en “Ja”waar ze wat de raad betreft wel mogen komen. En omdat we het niet in beton wilden gieten hebben we er “Nee-tenzij”en “Ja, mits”van gemaakt.

Maar de basis van het beleidskader is dat er gebieden zijn waar we wel grootschalige zonneparken willen hebben en gebieden waar we geen grootschalige zonneparken willen.

Maar omdat we het niet in beton wilden gieten gaat het mis, als er niet wordt gestuurd, want dan blijkt er in de praktijk geen verschil te zijn tussen “Nee-tenzij en Ja-mits”. Je kunt namelijk altijd wel een “tenzij”bedenken.

Laat dat maar aan de markt over!! Die weten altijd wel een tenzij te bedenken.

En daarmee kan het dus gebeuren dat projectontwikkelaars als eerste met voorstellen komen voor grootschalige zonneparken in de cultuurhistorisch meest waardevolle gebieden zoals bijvoorbeeld op de essen, zoals bijvoorbeeld het Arresveld.

En het motief is heel simpel, het Arresveld ligt dicht bij het trafostation, en dichterbij is goedkoper. De vraag is echter (aan de wethouder) of wij als gemeente er voor zijn om de business case van de projectontwikkelaar er zo gunstig mogelijk uit te laten zien.

Volgens het CDA niet.

En het is wat het CDA betreft ook helemaal niet nodig, want er zijn wel degelijk mogelijkheden die recht doen aan het beleidskader en er voor zorgen dat er geen grootschalige zonneparken komen in onze meest waardevolle gebieden.

Wij hebben Solarcentury, de projectontwikkelaar van het Arresveld, gesproken en zij geven aan dat het wel degelijk mogelijk is om zonneparken te realiseren in de gebieden die we met een“Ja”hebben aangegeven, dus de grootschalige ruilverkavelingsgebieden. Solarcentury geeft dan wel aan dat je dan wel een groter zonnepark moet aanleggen om het rendabel te maken. Maar dat zal toch niet het probleem zijn, want we willen toch veel hectares.

Sterker nog: zij geven aan dat ze al over 60ha gesprekken voeren met grondeigenaren in de grootschalige ruilverkavelingsgebieden.

En daarmee kom ik bij de grootte of hoogte van de opgave. De huidige coalitie geeft aan dat ze 120ha aan zonneparken wil realiseren. Maar is die oppervlakte wel nodig? Die 120ha gaat er namelijk van uit dat we alle energie in Winterswijk opwekken. 2 weken geleden hebben we in Achterhoeks Nieuws kunnen lezen dat als we goed kijken naar het klimaatakkoord dat we dan daarvoor maar 35ha aan zonneparken hoeven te realiseren en vanavond heeft dhr. Van Unnik dit ook nog eens toegelicht. We mogen immers ook hernieuwbare energie van elders meerekenen voor onze opgave om energieneutraal te worden in 2030. Dat hebben we als raad immers zelf middels een motie besloten in de raadsvergadering van 29 juni 2017.

((Graag hoor ik van de wethouder hoe zij tegen de berekening van dhr. Van Unnik aankijkt en hoe het college de motie uit 2017 heeft geïnterpreteerd en verwerkt in de opgave voor Winterswijk.))

Kortom als je dit alles overziet kun je 2 conclusies trekken:

1) we hebben 95% van ons dakoppervlak nog niet benut;

2) projectontwikkelaars zijn al over meer hectares in gesprek (60) in gebieden waar we minder moeite mee hebben dan we als opgave hebben (35)

Als je dat op je laat inwerken, dan zijn we toch met z’n allen gek als we nu overhaast onze meest waardevolle cultuurlandschappen opofferen aan de grootschalige zonneparken.

Let wel: we hebben het alleen maar over zonneparken groter dan 2 ha

Om die reden komt het CDA dan ook met de motie waarin we het college opdragen om met een addendum op het beleidskader te komen dat er voor zorgdraagt dat de cultuurhistorisch waardevolle landschappen (dus de Nee-tenzij gebieden) vooralsnog worden ontzien bij de realisatie van grootschalige zonneparken en dat we in afwachting van dit addendum geen grootschalige zonneparken van meer dan 2 ha gaan realiseren in de Nee-tenzij gebieden.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.