ALV CDA-NH: Andere systematiek Watersysteemheffing voor landbouwgrond bepleit
Op 26 november j.l. was de ledenvergadering van het CDA Noord-Holland. Zo’n 180 CDA’ers waren daarom naar Volendam getogen voor een interessante bijeenkomst. Ook de gehele fractie van CDA Hollands Noorderkwartier was aanwezig. Er waren twee belangrijke agendapunten: op de eerste plaats de verkiezing van een nieuwe voorzitter van CDA Noord-Holland. Dat werd Gido Oude Kotte (CDA-wethouder in Heerhugowaard) als opvolger van Jelle Beemsterboer (CDA-wethouder in Schagen). Op de website van CDA Noord-Holland kunt u hierover meer lezen
Ten tweede werd het concept-CDA-verkiezingsprogramma voor de komende Tweede Kamer verkiezingen besproken. Dat gaat natuurlijk over allerlei zaken, van defensie tot onderwijs en van klimaatverandering tot kunstbeleid. Toch misten de fracties van de Noord-Hollandse waterschappen (Hollands Noorderkwartier, Rijnland en Amstel, Gooi en Vecht) nog een belangrijk waterschapsonderwerp en daarom hebben we, tezamen met de gemeentelijke CDA-afdeling Alkmaar, een amendement ingediend als aanvulling op het verkiezingsprogramma. De tekst van dit amendement luidt:
“Steeds meer agrarische percelen worden gekwalificeerd als ‘natuurterrein’ in de zin van de Waterschapswet. Omdat de watersysteemheffing voor deze natuurterreinen aanzienlijk lager is dan die voor gewone landbouwgrond, terwijl de totale belastingopbrengst uit natuurterreinen en landbouwgronden gelijk moeten blijven, dreigt voor de landbouwgronden het tarief van de watersysteemheffing steeds verder toe te nemen. Het CDA pleit voor een nieuwe systematiek voor de watersysteemheffing om dit te voorkomen”.
In de toelichting stellen de waterschapsfracties dat de sector landbouw - in het waterschapsjargon de sector ‘Ongebouwd’ - bij de huidige systematiek voor het vaststellen van de waterschapsbelastingen steeds meer in problemen komt. Sinds het arrest van de Hoge Raad van 7 november 2014 worden steeds meer agrarische percelen voor de watersysteemheffing van een waterschap gekwalificeerd als ‘natuurterrein’. De watersysteemheffing wordt verdeeld over diverse categorieën, binnen het zogenaamde gedeelte ‘ongebouwd’. De watersysteemheffing voor de categorie eigenaren van landbouwgrond (ongebouwd) ligt in de meeste waterschappen rond de 100 euro per hectare. De watersysteemheffing voor eigenaren van natuurterreinen (ongebouwd) bedraagt daarentegen in veel waterschappen minder dan 5 euro per hectare.
Bij een waterschap dient voor het gedeelte ‘ongebouwd’, de totale belastingopbrengst (relatief) gelijk te blijven. De waterschappen worden in hun autonomie, de mogelijkheden om de kaders voor de heffing van de waterschapsbelastingen vast te stellen, beperkt door de landelijke wetgeving. Door afname van het areaal landbouwgrond, vanwege het omzetten naar ‘natuur’ - de bovengenoemde kwalificatie als natuurterrein vanwege het arrest - moet per ha landbouwgrond een steeds hoger bedrag door de resterende agrariërs betaald worden. Daar komt ook nog bij dat het areaal landbouwgrond vermindert door woningbouw, aanleg van bedrijfsterreinen en van infrastructuur. Dit leidt tot extra hoge heffing voor de categorie landbouwgrond, onafhankelijk van de eventuele reguliere belastingverhoging.
De ledenvergadering van het CDA Noord-Holland besloot tot onze vreugde om dit amendement voor te leggen aan het landelijke CDA Partijcongres van 14 januari 2017, waarin het verkiezingsprogramma van het CDA voor de Tweede Kamer definitief wordt vastgesteld. Dit doet dus recht aan het gevoelen van een traditioneel belangrijk stuk achterban van het CDA, de agrariërs!