Lees hieronder de Humboldt-rede, die Wopke Hoekstra uitsprak op 7 mei in Berlijn.
Dames en heren,
Laten we eens kijken naar het web of life dat de Europese Unie is. 28 landen, ruim 500 miljoen inwoners. Cultureel divers. Een echte melting pot. Getekend door revoluties, oorlogen en natuurrampen. Gevormd door diplomatie, kunst, en culturele en economische nijverheid. En kijk eens wat Europa voortbracht: van Bach tot the Beatles en van Barok tot Bauhaus. De Sixtijnse kapel en Shakespeare. De Verlichting en Versailles. Van de Industriële Revolutie tot de Seksuele Revolutie. Europese waarden en rechtsbeginselen zijn een inspiratie en maatstaf, ver voorbij Europa. Onze talen worden over de hele wereld gesproken. Wat een prachtig continent. En wat een voorrecht om er te mogen wonen. Dit web of life is mijn thuis.
Mijn liefde voor Europa begon in mijn kinderjaren. Tijdens lange vakanties sleepten mijn ouders mij langs kerken, musea en monumenten in Italië, Frankrijk, Engeland en Duitsland. Maar ook thuis aan de keukentafel gingen de gesprekken over de geschiedenis van het continent, en de politiek van dat moment. Mijn vader en mijn grootvader namen mij aan de hand en leerden mij ons gedeelde Europese verleden kennen.
Tijdens mijn studie en in de jaren daarna heb ik het voorrecht gehad om in onder meer Berlijn, Fontainebleau en Rome te wonen. Toen is de rijkdom van het Europese continent ten volle tot mij doorgedrongen. Want dat web of life, is ook een way of life. Een way of life waarbij individuele vrijheden hoog in het vaandel staan, waarbij je kunt houden van wie je wilt en waarbij je kunt zijn wie je bent.
En waar tegelijkertijd de verschillen tussen arm en rijk nooit echt uit de klauwen lopen, vergeleken met andere delen van de wereld. Vanuit de gedachte dat het individu belangrijk is, maar de samenleving als geheel ook.
En dat heeft ons geen windeieren gelegd: 19 van de 20 landen met de meeste gelijkheid in de wereld liggen in Europa, aldus de OECD. En zeven van de tien meest succesvolle landen ter wereld zijn volgens de Human Development Index van de Verenigde Naties Noordwest-Europees.
Berlijn, deze stad, tenslotte, die voelt voor mij een beetje als thuis. In 2002 kwam ik met een grote koffer aan op Ost-Bahnhoff. En betrok een appartement in de Fehrbelliner Straße. Twee jaar lang heb ik genoten van de energie van Baustelle Berlin. Ik ben dankbaar voor de vriendschap en hartelijkheid waarmee ik ben ontvangen. U bent als Duitse buur voor ons een cruciale bondgenoot, maar sinds 2002 voor mij persoonlijk in de allereerste plaats een goede vriend.
Nergens heb ik het belang van Europa zo sterk gevoeld als hier in Berlijn. Ik geloof ten diepste in de diversiteit, de kwaliteit, de culturele rijkdom en de onderliggende fundamentele waarden van Europa. We moeten de Europese verworvenheden van na de oorlog koesteren: zó veel vrijheid, zó lang vrede, zó veel rijkdom.
Maar de geschiedenis bezingen met onze ruggen naar de horizon is onvoldoende. We dienen ons te richten op de dagen van morgen. De vraag is: hoe? Hoe moet het verder met dat keurige, redelijke, aangeharkte, om niet te zeggen brave continent, met maar een half miljard mensen, in een wereld waarin alleen al qua populatie veel grotere machtsblokken bestaan? Die bovendien in toenemende mate het spel volgens heel andere regels spelen dan wij.
Dames en heren, ik houd van Europa. Ik ben een geharnast voorstander van de Europese Unie, en van meer Europese samenwerking. Geen van de landen van de Unie is in staat om de problemen waar wij nu mee te maken hebben en die nog op ons afkomen, alleen het hoofd te bieden. Dat geldt zelfs voor Duitsland, maar zeker voor een land met het formaat van Nederland.
Maar juist omdat ik overtuigd ben van de noodzaak van Europese samenwerking, heb ik grote zorgen over de Europese Unie. Laat ik u zeggen waarom.
Ons continent is niet in staat zichzelf te verdedigen. Zelfs met Amerikaanse steun zullen we alle zeilen bij moeten zetten om onszelf militair te kunnen handhaven. We kunnen op dit moment de meest elementaire verantwoordelijkheid die wij hebben richting onze burgers niet dragen: het garanderen van hun veiligheid. Dat is de wrange paradox van de weelde van 75 jaar vrede; we weten niet meer hoe verschrikkelijk oorlog is, en zijn er daardoor volstrekt onvoldoende op voorbereid.
Ook is ons continent niet in staat om op geopolitiek niveau als een eenheid te opereren. We zagen het aan ons onvermogen om tot een eensgezind Europees standpunt over Syrië te komen. We zien het in het onvermogen daadwerkelijk samen op te trekken bij de aanleg van een pijpleiding voor Russisch gas. En we zien het in ons onvermogen op te treden of zelfs maar te reageren op de verdeel en heers-strategie die anderen op ons continent hanteren, of die nu uit Beijing komt, of uit Moskou.
Ons continent heeft een matig draaiende economische motor, en investeert bar weinig in de economie van de toekomst. Artificial Intelligence, Big Data, nanotechnologie, Biotech: we doen er nauwelijks aan mee. In de top 15 van belangrijkste tech-bedrijven staat geen enkel Europese bedrijf. Er bestaat geen Europese Google, geen Europese Facebook, geen Europese AliBaba. En als we zo doorgaan komen die er ook niet.
Bovendien is ons continent maar matig voorbereid op een volgende economische crisis. De schulden zijn te hoog, de risicoreductie te beperkt, de hervormingen gaan te traag en het economische groeivermogen is domweg te laag.
Ons continent heeft weliswaar het klimaatakkoord in Parijs omarmd, maar blijkt desalniettemin niet in staat om zich te verenigen en samen te werken op een van de bepalende dossiers voor onze toekomst: de opwarming van de aarde. Duitsland en Nederland doen los van elkaar het nodige op het terrein van energie, klimaat en duurzaamheid, maar merkwaardig genoeg niet over de grenzen heen. Terwijl een smeltende ijsschots zich niets aantrekt van de grenspaal bij Nieuweschans en Bunde.
Dames en heren, ik somber nog even verder. Ons continent heeft met veel enthousiasme en grote effectiviteit de binnengrenzen afgeschaft. Als toerist profiteer ik daar al jaren enorm van. Maar ons continent heeft dat niet weten te koppelen aan effectieve bescherming van de buitengrenzen van de Unie. Met grote migratieproblemen, en een volstrekt onredelijke verdeling van migranten over de Unie, als gevolg.
We zijn dus niet in staat om de externe uitdagingen van onze tijd effectief het hoofd te bieden. En binnen de EU is er ook wat aan de hand. Daar sluimert het gevaar van implosie. De bittere realiteit is dat we een Unie hebben waar nog steeds een deel van de inwoners, net name in Noordwest-Europa, ten principale van af wil. Waar democratische, welvarende en gelijkgezinde landen als Noorwegen en Zwitserland geen deel van willen uitmaken. Waar democratische, welvarende en gelijkgezinde landen als Denemarken en Zweden de euro niet willen introduceren. En waar - en dat is het meest tragische hoofdstuk in de naoorlogse geschiedenis van de EU – het economisch op één na belangrijkste en geopolitiek belangrijkste land de Unie wil verlaten.
Tot mijn verbazing hoor ik hier en daar naïeve geluiden van continentale Europeanen die het wel prettig vinden dat we nu zonder die lastige Britten verder kunnen. Maar dat is een volstrekte miskenning van het antwoord op de vraag voor wie dit uiteindelijk een overwinning is. Dit is geen overwinning voor Londen, dit is geen overwinning voor Berlijn of Parijs, laat staan voor Den Haag. Dit is een overwinning voor Moskou en voor Beijing.
Als onze Unie de beste jongens en meisjes van de klas niet weet te inspireren om toe te treden, of de euro te introduceren, en als onze Unie a force for good zoals het Verenigd Koninkrijk dreigt te verliezen, dan heeft onze Unie een fundamenteel probleem.
Dames en heren, ik wind me hier zo over op, juist omdat ik Europa zo belangrijk vind. Als we onze way of life willen behouden, zullen we op een aantal terreinen de koers moeten wijzigen en moeten moderniseren. Dan zullen we toe moeten naar een nieuw en beter Europa, dat klaar is voor de toekomst. We zullen moeten bouwen aan een Europa dat weerbaar, welvarend en wederkerig is. Laat me u uitleggen hoe ik dat voor me zie.
Een 21e- eeuws, weerbaar Europa betekent op de eerste plaats een fundamentele herschikking van onze prioriteiten.
In de Europese Unie geven we honderden miljarden uit aan landbouw en aan cohesie-projecten, en in de vorige eeuw was daar veel voor te zeggen. Maar we leven inmiddels in het jaar 2019, en dat lijkt me een uitstekend moment om aan de 21e eeuw te beginnen. Want als we de problemen willen adresseren die ik net noemde, moeten we niet alleen fundamenteel andere prioriteiten kiezen, maar daar ook de middelen voor vrijmaken, en dus op andere posten bezuinigen.
Dames en heren, een 21-eeuws Europa maakt van de eigen veiligheid een prioriteit. En daarom is het tijd dat Europese defensiesamenwerking de norm wordt, in plaats van de uitzondering. Dergelijke Europese Defensiesamenwerking komt niet in plaats van de NAVO, maar wel als een aanzienlijk beter functionerend, coherent en krachtig onderdeel van die NAVO. Die samenwerking begint bij legeractiviteiten van onderop, juist met die landen met wie we grote lotsverbondenheid hebben. Niet voor niets werken het Duitse en Nederlandse leger al zeer nauw samen, zoals ook de Britse en Nederlandse marine dat doen. Maar meer en fundamentelere stappen op dit terrein zijn cruciaal. Bovendien kunnen we een derde van onze investeringen besparen als we militaire uitrustingen en materieel gezamenlijk inkopen. En valt er een wereld te winnen met het standaardiseren van ons materieel. Dus laten we aan de slag gaan.
Een 21-eeuws Europa trekt daarnaast eensgezind op op het terrein van geopolitiek en economische veiligheid, en verlaat de ontwapenende naïviteit van vandaag de dag. Of het nu gaat om het opleggen van sancties, om het beschermen van onze markten, of om het optreden bij conflicten: dit tijdsgewricht vraagt om het vermogen tot Europese machtspolitiek. Want vergeet niet: we zijn het grootste handelsblok ter wereld. Laten we dus niet bang zijn de macht die ons dat geeft te gebruiken. Niet langer kan het zo zijn dat China zich niet aan onze marktregels houdt, en tegelijkertijd maar mondjesmaat Europese investeringen toelaat. Niet langer kan het zo zijn dat de zijderoute-strategie ons overkomt, zonder dat er effectief antwoord komt. Niet langer kan het zo zijn dat Rusland en China invloed proberen te verwerven op de Balkan, zonder dat Europa daar een consistent antwoord op heeft. Europese coördinatie is simpelweg een must.
Een 21e-eeuws Europa zorgt voor effectieve bescherming van de buitengrenzen. De landen aan de buitengrenzen waar nu de meeste mensen aankomen verdienen onze steun. Zij verdienen de hulp van extra grensbewakers om de bewaking te versterken.Opheffen van de binnengrenzen was een uitstekend idee. Maar het werkt alleen als we doen wat Duitsland en Nederland vroeger ook deden: bepalen wie en wat er binnenkomt. Voor hoe lang, en met welke reden. Ik trek als minister van Financiën niet snel de portemonnee, maar de logica om als Europa de begroting meer te richten op effectieve bescherming van de buitengrenzen, is evident.
En tenslotte, een 21e-eeuws Europa trekt eensgezind op in de aanpak van klimaat, duurzaamheid en energie. Want ook dit is een thema dat geen van ons alleen kan oplossen. En de doelstelling ligt er: we hebben ons allemaal gecommitteerd aan de klimaatdoelstellingen van Parijs. Laten we dus aan de slag gaan met een gezamenlijke CO2-heffing, concrete en gezamenlijke reductiedoelstellingen, met nieuwe energie, en met verduurzaming. Nederland organiseert in juni een grote conferentie over het invoeren van een Europese vliegbelasting. Ik weet wel, er is meer nodig. Maar toch: een Europese vliegtaks zou een belangrijke en concrete eerste stap zijn in een gezamenlijk Europees klimaatbeleid.
Een vernieuwd, 21e-eeuws Europa betekent op de tweede plaats de terugkeer van wederkerigheid. We moeten terug naar wat redelijk en uitlegbaar is. Naar een Unie waar rechten en plichten, geven en nemen, twee zijden zijn van dezelfde medaille. Op dit moment gaat het in Europa vaak over solidariteit. Maar solidariteit en wederkerigheid horen hand in hand te gaan. Dat is cruciaal voor het draagvlak onder de bevolking.
In Nederland moet ik regelmatig uitleggen waarom de pensioenleeftijd bij ons binnenkort naar 67 jaar gaat, en daarna verder zal stijgen. En ik doe dat met volle overtuiging. Want ik vind het volstrekt verdedigbaar met het oog op de volgende generaties. We zijn namelijk in de gelukkige omstandigheid dat we steeds ouder worden: een op de twee meisjes die nu in Nederland geboren worden, zal de leeftijd van 100 jaar bereiken. Maar het wordt mij wel moeilijk gemaakt als een andere regering zou besluiten de pensioenleeftijd te verlagen en er vervolgens een discussie op gang zou komen of dat land op termijn voor noodsteun in aanmerking komt. Terwijl noodsteun niets anders is dan geld dat de inwoners van andere lidstaten met hard werken hebben verdiend. Dat kan ik simpelweg niet uitleggen.
Laat ik duidelijk zijn: er zijn geen Europese regels voor een minimale pensioenleeftijd. Dit moet ieder land zelf beslissen. Maar de keuzes die landen maken moeten natuurlijk wel financieel houdbaar en redelijk zijn, ook ten opzichte van de andere EU-lidstaten. Anders ondermijnen we het vertrouwen van onze burgers en verliezen we onze geloofwaardigheid. En dus ben ik ervoor dat wie niet hervormt, wie Europees geld onverstandig besteedt, en wie het Stabiliteits-en groeipact niet respecteert, geen aanspraak meer kan maken op Europees geld.
Iets soortgelijks speelt er ten aanzien van Schengen. Ik vind de open grenzen een groot goed. Ik ben zeer voor de interne markt. En ik ben er ook voor dat dit continent zijn fair share bijdraagt aan de opvang van diegenen die op de vlucht zijn voor oorlog en geweld. Ook dat leg ik graag uit op straat. Ik vind het namelijk redelijk.
Maar het is niet uitlegbaar dat er landen zijn die wel wensen te profiteren van de interne markt, wel van de Europese vrijheden gebruik willen maken, en wel vrij willen reizen, maar niet thuis geven op gebied van migratie. Wat mij betreft is het afgelopen met dit soort cherrypicking. Met als mogelijke consequentie dat we de grenzen van Schengen opnieuw moeten trekken.
Laatste voorbeeld. Als Europa een waardengemeenschap is, moeten we daar ook consequenties aan willen verbinden. Dan moeten we die waarden verdedigen. En kunnen we niet accepteren dat landen ermee sollen. De vrije pers muilkorven. En de rechtstaat uithollen. Dat, dames en heren, is simpelweg niet aanvaardbaar. Niet aanvaardbaar en niet uitlegbaar. Ook dan is wat mij betreft de consequentie dat de toegang tot Europees geld en toegang tot Schengen vervallen.
In het toekomstige Europa zoals ik dat voor me zie, is wederkerigheid een balans tussen rechten en plichten, die iedere burger van de Unie onmiddellijk begrijpt. En derhalve geen optie, maar een absolute kernwaarde.
Stel dat we ons achter deze doelen kunnen verenigen: een weerbaar 21-eeuws Europa dat in staat is zijn grenzen te verdedigen, zich geopolitiek te weren, en het migratie- en klimaatprobleem op te lossen. Een 21e-eeuws Europa dat bovendien de wederkerigheid heeft teruggevonden, en zich gesteund weet door een bevolking die vertrouwen houdt in het systeem. Zo’n modern Europa van rechten en plichten kan alleen vooruit als het beschikt over voldoende verdienvermogen, én een robuust financieel-economisch systeem. Dat is de basis waarop we kunnen bouwen.
Als ik nadenk over hoe de 21e eeuw eruitziet, en wat over 20 jaar de bepalende elementen zijn waar we ons geld mee verdienen, dan is het noodzakelijk te investeren in de economie van de toekomst. En dat vraagt om een fundamenteel andere aanpak. Europa zal een grote stap moeten maken in investeringen in innovatie, Artificial Intelligence, nanotechnologie en Biotech. In 2016 werd in Azië ruim drie keer zoveel geïnvesteerd in Artificial Intelligence als in Europa. In de VS was het ruim zes keer zoveel. Laten we dat gat goedmaken, en meer doen. Dat kunnen we doen door research te faciliteren en de nieuwste technologieën te ondersteunen. En lidstaten kunnen bovendien ook zelf de koe bij de horens vatten en investeren in onderwijs, in techniek, en in onderzoek. Dat zal het verschil maken in de toekomst.
Als de EU hier naar een hogere versnelling weet te schakelen, én tegelijkertijd een morele maatstaf stelt op het gebied van transparantie, bescherming van privacy en cyberveiligheid, kunnen we een wereldwijde standaard zetten, zoals we dat in het verleden ook op veel andere terreinen hebben gedaan. Om te zorgen dat we die ommezwaai echt weten te maken, pleit Nederland voor een nieuwe Eurocommissaris voor cybersecurity in de Europese Commissie.
Daarnaast is van belang dat we de barrières opruimen die groei in de weg staan. Een Nederlandse ondernemer vindt dat hij het goed gedaan heeft als hij in het hele land actief is. Daarin heeft hij dezelfde mindset als een Amerikaanse ondernemer. Met het verschil dat de Nederlandse markt uit 17 miljoen mensen bestaat en de Amerikaanse uit 300 miljoen. We moeten de hele Europese markt als onze thuismarkt gaan zien, maar dat kan alleen als ondernemers niet verstrikt raken in 28 verschillende soorten regels en wetten. En het kan alleen als we niet langer bakstenen regels hanteren voor een digitale economie.
We moeten bovendien de risico’s veel beter delen via private kanalen. Onze eurozone biedt daar een unieke mogelijkheid voor. Vaak noemen we de VS als voorbeeld van een sterke en weerbare muntunie. Dat komt onder meer doordat een lokale crisis wordt opgevangen door alle Amerikanen, want aandelen van lokale bedrijven zijn in de VS ook in aanzienlijke mate in handen van investeerders uit andere staten. Daarom pleiten Frankrijk en Nederland al langer voor het verbreden en verdiepen van de Europese kapitaalmarktunie.
Verder is het belangrijk om werkelijk nieuwe stappen te zetten op het gebied van de bankenunie. Ik weet dat bepaalde onderdelen hiervan in Duitsland zeer gevoelig liggen, gevoeliger nog dan in Nederland. Maar een volledige bankenunie maakt ons financiële systeem robuuster en zorgt ervoor dat burgers in Europa beter beschermd zijn tegen een financiële crisis, mits we erin slagen de risico’s aan de voorkant ook daadwerkelijk te verkleinen. Dat moet dus onze inzet zijn. Net als het verhogen van bankenbuffers, het aanpakken van probleemleningen en het wegen van staatsobligaties. Want als we in de crisis ten aanzien van staatsobligaties iets hebben geleerd, is het wel dit: er bestaat niet zoiets als risicovrije schuld. Bovendien is het alternatief zowel inhoudelijk als moreel vele malen slechter; dat alternatief betekent namelijk, dat in een crisissituatie onze burgers, ook die van andere landen, voor de rekening opdraaien.
Dames en heren, de opdracht van politici is om te kiezen voor het lange termijn belang van hun land en hun inwoners, ook wanneer dat niet de makkelijkste route is. En dat betekent een onomwonden keuze voor hervormen, schulden afbouwen en inzetten op investeringen in plaats van op consumptie. Zo bereiden we ons voor op economisch slechtere tijden, bestendigen we onze duurzame groei en zorgen we ervoor dat ook volgende generaties in welvaart opgroeien.
Dames en heren, we kijken naar de vorming van een nieuwe wereldorde. De overgang van een multilaterale naar een multipolaire wereld voltrekt zich voor onze ogen. Bondgenootschappen staan op het spel, oude zekerheden staan op wankele benen, de hoofdrollen worden opnieuw verdeeld. Als Europa hébben wij een cruciale rol te vervullen. Maar dan moeten we ons die wél toe-eigenen. Dan moeten we niet afwachten, onderling in eindeloze discussies verzanden en toezien hoe anderen er met de buit vandoor gaan.
Daarvoor moeten we op weg naar een modern Europa, dat 21ste-eeuwse prioriteiten stelt. Een Unie van rechten en plichten. Een nieuw en beter Europa, dat weerbaar, welvarend en wederkerig is. Alleen zo beschermen we ons web of life en onze way of life.
Het vormgeven van dit nieuwe Europa vraagt om een vooruitziende blik en om assertiviteit. Van alle lidstaten, en dus ook van Nederland. En vanzelfsprekend zijn wij graag bereid die handschoen op te pakken, zeker nu we verder moeten zonder onze Britse vrienden. Maar ik ken tegelijkertijd onze plaats. Nederland is in Europa een middelgroot land, en heeft weliswaar een krachtige economische motor, maar is echt van een ander soortelijk gewicht dan Duitsland en Frankrijk. Veel van de machtspolitieke vragen die een geopolitiek antwoord verlangen, moeten daarom door Berlijn en Parijs in gezamenlijkheid worden geadresseerd.
Want anders dan wel eens gedacht wordt, ben ik het met veel van de ideeën van Frankrijk ten aanzien van Europa eens, zeker waar ze over de geopolitiek en de plaats van Europa in de wereld gaan. En ik zou, juist vanuit het bredere Europese belang, graag zien dat Duitsland een dergelijke rol ook nadrukkelijker gaat spelen.
Een voormalige collega in de Nederlandse senaat zei mij eens: Duitsland wil eigenlijk het liefst een soort Zwitserland zijn. Je nergens mee bemoeien, en live happily ever after. En ik begrijp dat. Maar uw land is er eenvoudigweg te groot en te belangrijk voor. Ik zou het daarom toejuichen als Duitsland op dit gebied zijn terughoudendheid laat varen. Nederland staat als buurland, bondgenoot én goede vriend graag aan uw zijde.
Want in het web of life is alles met alles verbonden. Of zoals Alexander von Humboldt zei: “In this great chain of causes and effects, no single fact can be considered in isolation.” Onze daden van vandaag hébben effect op het Europa van morgen. Laten we samen werken aan een modern Europa, waar onze burgers op kunnen vertrouwen.
Dank u wel.