Inbreng commissiedebat over opties voor rechtsherstel box 3
(alleen het gesproken woord telt)
Voorzitter,
Er zijn inmiddels 4 maanden verstreken sinds het arrest van de Hoge Raad, inmiddels omgedoopt tot het 'Kerstarrest'. En hoewel we al wisten dat de gevolgen groot zijn en de uitvoering complex, hebben de richtingennotitie en de technische briefing dit nog een keer pijnlijk duidelijk gemaakt. Ook de gemaakte opmerkingen over een oplossing met voldoende maatschappelijk draagvlak houdt me serieus bezig.
Voorzitter,
Deze discussie gaat wat het CDA betreft vooral over een groep van veelal ouderen en zelfstandigen, over mensen die ervoor kiezen een appeltje voor de dorst op te bouwen door te sparen. Dit zijn mensen die niet graag risico lopen. Dit zijn mensen die vinden dat je moet sparen voor later en je gezin goed verzorgd achter moet laten.
Voor het CDA is daarnaast een aantal zaken belangrijk. Ten eerste: er ligt een arrest van ons hoogste rechtscollege dat simpelweg uitgevoerd moet worden. We moeten recht doen aan recht. Ten tweede: wij als Kamer hebben budgetverantwoordelijkheid en vinden het belangrijk dat we tijdig meegenomen worden en niet alleen maar mogen tekenen bij het kruisje. Ten slotte: we willen een oplossing die goed uitvoerbaar is. We willen het liefst geen ingewikkelde hersteloperatie waarbij we ook nog veel extra handelingen vragen van de rechthebbende. Of een oplossing met een hoge foutgevoeligheid waardoor we naast aan het compenseren ook continu aan het corrigeren zijn.
Voorzitter,
Dan naar het rechtsherstel over de jaren 2017-2022 . Voor ons is de spaarzame inwoner belangrijk, zoals ik zojuist al heb aangegeven. En voor ons maakt het niet uit of zo’n spaarder wel of geen bezwaar heeft gemaakt. Dit vinden we omdat wat ons betreft het gelijkheidsbeginsel hier zwaar weegt. Het stelsel als geheel is immers met de grond gelijk gemaakt.
Bij het rechtsherstel hebben we het over de jaren vanaf 2017. Maar mijn eerste vraag gaat over de jaren daarvoor. Er loopt nog een klacht bij het EHRM over de massaalbezwaarprocedure over 2013-2016. Als deze klacht wordt toegewezen, hebben we nog een groter probleem. Is de inschatting van de staatssecretaris dat dit ook gaat gebeuren, aangezien het stelsel toen ook al uitging van fictief rendement en ook toen spaarders dit veelal niet hebben gehaald? En zijn er al scenario’s ontwikkeld voor als de klacht wordt toegewezen?
De staatssecretaris heeft op verzoek van de Kamer verschillende varianten voor het rechtsherstel uitgewerkt. Dank daarvoor. Zoals de staatssecretaris al aangeeft, zijn er lastige keuzes te maken, waarbij verschillende dilemma’s een rol spelen. Als je kiest voor de spaarvariant, speelt het dilemma dat er een kans bestaat dat uiteindelijk ook niet-spaarders met een lager werkelijk rendement dan forfaitair volledig rechtsherstel moeten krijgen. Kan de staatssecretaris nog eens uitgebreid ingaan op deze mogelijkheid en de juridische aspecten hiervan? En aanvullend hierop: wat zijn de juridische risico’s als niet wordt gekozen voor aanvullend rechtsherstel via tegenbewijs? Wat is op dit moment de inschatting van het kabinet als het gaat om de kans op succes bij een verzoek om ambtshalve vermindering van een niet-bezwaarmaker die een slecht beursjaar heeft gehad? En als laatste ben ik ook benieuwd naar de rechtsvorm van het rechtsherstel en wat de voor- en nadelen zijn van een compensatiebesluit of compensatiewetgeving met het oog op de juridische houdbaarheid.
Het tweede belangrijke punt betreft de uitvoering. Het bieden van rechtsherstel gaat in alle varianten een grote druk leggen op de uitvoering en dus ten koste van andere werkzaamheden. Het gaat om miljoenen belastingaanslagen die moeten worden hersteld. Welk plan heeft de staatssecretaris om dit uitvoeringstechnisch aan te pakken? En kan de staatssecretaris specifiek op het gebied van de uitvoering een afweging maken tussen de spaarvariant zonder aanvullend rechtsherstel via tegenbewijs en de forfaitaire variant voor alle vermogenscategorieën?
En nog een laatste praktische vraag over het rechtsherstel. Als er een politieke oplossing komt voor niet-bezwaarmakers, wat wordt er dan gedaan met de stapel binnengekomen bezwaren en verzoeken? Hoe zit het met ingebrekestellingen en dwangsommen bij het niet tijdig afhandelen van bezwaren en verzoeken?
Voorzitter,
Dit debat gaat over de opties voor rechtsherstel voor het verleden. Maar de staatssecretaris heeft ook een plan geschetst voor spoedwetgeving voor 2023 en 2024 en inmiddels is ook de contourennota gedeeld over een nieuw stelsel per 2025. Hier hebben wij vorige zomer al om gevraagd en we zijn blij dat hij er eindelijk ligt.
Wij vinden het voorstelbaar om ook bij de spoedwetgeving voor 2023 en 2024 gebruik te maken van de forfaitaire variant, omdat deze en uitvoerbaar lijkt en redelijk aansluit bij de wens om te heffen op basis van werkelijk rendement. Indien het niet lukt om per 2025 heffing op werkelijk rendement in te voeren, blijft de spoedwetgeving dan van kracht? En hoe wordt de Kamer betrokken bij de spoedwetgeving?
Samengevat:
Het CDA wil dat er recht gedaan wordt aan recht en dat is wat ons betreft compensatie voor alle spaarders. We willen een uitvoerbare oplossing, zodat we gaan compenseren in plaats van corrigeren. Daarnaast willen we een juridisch houdbare oplossing. Want laten we eerlijk zijn: deze staatssecretaris was in zijn vorige leven al kritisch op het nieuwe box 3-stelsel. Ik vertrouw er dan ook op dat hij met dezelfde kritische blik deze hersteloperatie en de toekomst van box 3 veiligstelt.