Inbreng debat over de Wijziging van de Huisvestingswet 2014 n.a.v. de evaluatie van de herziene Huisvestingswet 2014
(alleen het gesproken woord telt)
Voorzitter,
"De omgeving van de mens is de medemens." Deze acht woorden van Jules Deelder geven prachtig weer wat onze aandacht behoeft. Vandaag praten we namelijk over het belang van gemeenschappen. We praten over het belang van kunnen wonen of kunnen blijven wonen binnen een gemeenschap waar je je thuis voelt of waar je werkt, een gemeenschap waar inwoners zich bij elkaar betrokken voelen en verantwoordelijkheid voelen voor elkaar, en waarin zij niet slechts als individuen naast elkaar leven. Het gemeenschapsleven verhoogt het welzijn, levensgeluk en veiligheidsgevoel van inwoners. Het biedt betere kansen voor de jeugd om goed op te groeien, meer economische mogelijkheden en meer zorg van mensen voor elkaar.
Helaas zijn we de gemeenschap de afgelopen tientallen jaren te veel uit het oog verloren. Daarvoor betalen we nu een hoge prijs. Zo voelen steeds meer mensen zich eenzaam. Zowel onder jongeren als onder senioren zijn de gevoelens van sociale en emotionele eenzaamheid de afgelopen jaren toegenomen. Wat betekent eenzaamheid anders dan dat je je niet opgenomen voelt en dat je er alleen voor staat? We zien ook dat het vrijwilligerswerk schrikbarend afneemt. Een paar jaar geleden was 36% van Nederland actief als vrijwilliger; nu is dat nog maar 30%. Dat wil zeggen: minder mensen die actief zijn in zorgcorporaties, sportverenigingen en ouderenbonden. Mensen met cruciale beroepen, die zo hard nodig zijn voor het behoud van de leefbaarheid in een gemeente, kunnen met geen mogelijkheid een betaalbare woning krijgen in diezelfde gemeente, waar ze zo hard nodig zijn. Zijn deze ontwikkelingen erg? Het CDA vindt het een ramp voor de samenleving. De in ons land geldende logica dat de markt en de overheid de basis zijn van een samenleving ligt ten grondslag aan de ontvlechting van de samenleving, want gemeenschapsontwikkeling heeft haar eigen logica.
Voorzitter,
Het zal u dan ook niet verbazen dat het CDA blij is met dit wetsvoorstel. Dit voorstel is er gekomen op nadrukkelijk verzoek van de gemeenten. Daarmee krijgen ze meer mogelijkheden om hun eigen inwoners of inwoners met een cruciaal beroep voorrang te geven bij de koop of huur van een betaalbaar huis.
Voorzitter,
Het verbaast me wel dat dit voorstel er nu pas ligt. Ik ben ruim twintig jaar geleden de lokale politiek ingegaan omdat onze starters het dorp uittrokken omdat ze geen betaalbaar huis konden krijgen binnen de eigen gemeente. Het is een probleem dat we veel te lang niet stevig hebben durven aanpakken. Het recht op vrije vestiging is inderdaad een groot goed, maar als dit tot gevolg heeft dat eigen inwoners deze vrijheid niet ervaren als ze in hun eigen woonplaats willen blijven wonen omdat de dikste portemonnee altijd wint, dan missen zij dus deze vrijheid.
Voorzitter,
Het mooie aan dit voorstel is dat maximaal wordt uitgegaan van de kennis van onderop. Gemeenten mogen zelf besluiten of ze van deze nieuwe mogelijkheid gebruikmaken en hoe ze deze gaan vormgeven, natuurlijk binnen de gegeven kaders. Vervolgens gaat de gemeenteraad in debat over het voorstel om te komen tot een besluit dat past bij die lokale gemeenschap. Dat hierover wordt afgestemd met buurgemeentes vinden we logisch, maar laat het nooit een goedkeuring worden van de buren, net zoals we geen goedkeuring willen van de provincie. Te vaak onderschatten we de lokale overheden. Ik ben blij dat we dat in dit geval een keer niet doen.
Dan de aandacht voor mensen met cruciale beroepen. Ook hier willen we niet dat anderen, zoals in Den Haag, voor een specifieke gemeente gaan bepalen welke beroepen dat zijn. De lokale overheid weet waar het lokaal in de zorg, onderwijs en economie knelt en waar mensen nodig zijn om de samenleving beter in balans te brengen.
Voorzitter,
Gemeenschapen bouwen doen we met elkaar, met mensen die bereid zijn om niet alleen te wonen in een gemeenschap, maar ook een bijdrage te leveren. Daarom mijn vraag of artikel 14.3b over maatschappelijke binding ook doelt op het doen van aantoonbaar vrijwilligerswerk, bijvoorbeeld aantoonbaar met een inschrijving als bestuurder van een vereniging in de Kamer van Koophandel. Graag een reactie. Juist voor bijvoorbeeld deze situaties is een hardheidsclausule gewenst. De minister zegt: dat kan niet, maar het opnemen van een bepaling dat B en W onderbouwd mag afwijken, kan wel. Ik zou willen voorstellen deze bepaling standaard op te nemen. Ik ben namelijk bang dat colleges zich anders onnodig vastzetten en daar achteraf spijt van krijgen.
Voorzitter,
Dan de huisvestingsvergunning voor bestaande sociale koopwoningen. Kan de minister nog één keer kort en simpel uitleggen hoe dit principe in de koopmarkt gaat werken? Ook in de verschillende interruptiedebatjes zie je namelijk dat er hierover nogal wat verschil van inzicht is. Ik zag hierover veel vragen in de schriftelijke inbreng en veel lange antwoorden op deze vragen, maar als wij het als overheid niet simpel kunnen uitleggen, begrijpen onze inwoners er logischerwijs ook niks van.
Ik lees ook veel vragen en opmerkingen over het al dan niet hanteren van de NHG-grens, waarbij de minister zegt: ik wil me beperken tot die €355.000 in verband met de spanning van het voorstel versus het eigendomsrecht. Maar waarom is die spanning er bij €355.000 dan niet? Volgens mij is die spanning er namelijk altijd. Hoe is hij tot dit bedrag gekomen? Ik snap enerzijds qua uitvoerbaarheid dat je overal in Nederland dezelfde grens hanteert, maar daar zit volgens mij ook een extra risico, juist met betrekking tot het eigendomsrecht. In de verschillende regio's — neem Friesland versus Noord-Holland — werkt dit bedrag in de praktijk namelijk echt totaal anders uit. Hoe zit de minister dit?
Voorzitter, tot slot,
Zo positief als ik over dit voorstel ben, zo bezorgd ben ik over de bouwproductie. Dit voorstel — het is vandaag al heel veel gezegd — gaat namelijk over het verdelen van schaarste. Dat is geen oplossing voor genoeg betaalbare woningen. We zien dat de bouw het lastig heeft, want waarom zouden investeerders en projectontwikkelaars betaalbare huizen bouwen als ze hier zelfs verlies op zouden moeten nemen? Hoe houden we deze partijen aan boord? En hoe helpen we woningbouwcoöperaties? Want de bouw van het type betaalbare huizen moet echt doorgaan. Mijn voorganger pleitte begin vorig jaar al voor anticyclisch bouwen. Wij denken dat het nu tijd is om meer stimulerende maatregelen te gaan nemen. Is dat een doorbouwgarantie? Zijn er betere ideeën? Voor ons is heel veel bespreekbaar, behalve niks doen.