Dit artikel is verschenen in het Eindhovens Dagblad van 26 maart
Wennen aan de hectiek van de politieke Champions League: ‘Je bent eigenlijk een soort raadslid, maar dan voor heel Nederland’
DEN HAAG - Ze stonden jarenlang met ‘hun poten in de klei’ in Zuidoost-Brabant en vertegenwoordigen hun geboortegrond nu sinds een jaar in Den Haag. Inge van Dijk (CDA) en Daan de Kort (VVD) over het Kamerlidmaatschap, de waan van de dag en een telefoontje van de minister. ,,Je bent eigenlijk gewoon een raadslid, maar dan voor heel Nederland.”
Ze hebben zeker wel wat gemeen, Inge van Dijk (46) en Daan de Kort (29). Zo werden ze beiden al op jonge leeftijd politiek actief en waren ze raadslid in respectievelijk Gemert-Bakel en Veldhoven, de gemeenten waarin ze opgroeiden. Die politieke betrokkenheid mondde vervolgens voor beiden uit in een wethouderschap, totdat ze vorig jaar door ‘hun’ partij naar Den Haag werden gehaald.
Als ik op vrijdag de trein richting Brabant pak en ik hoor die zachte g weer, dan voelt dat toch als thuiskomen. Je stapt ook letterlijk weer uit die Haagse bubbel.
Daan de Kort, VVD-Kamerlid uit Veldhoven
,,We kenden elkaar al wel een paar jaar, maar niet supergoed", vertelt Van Dijk, samen met De Kort aan tafel in een Veldhovens café. ,,Als wethouder hadden we allebei economie in onze portefeuille, Met 21 regiowethouders kwamen we eens per maand bij elkaar", vult De Kort aan. ,,Maar wat is kennen, hè? Nu hebben we wel wat vaker contact, ook omdat we allebei in de coalitie zitten natuurlijk.”
Van de 150 leden die de Tweede Kamer der Staten-Generaal telt, zijn Van Dijk en De Kort sinds maart vorig jaar de enige twee uit de Brainport-regio. Natuurlijk, er zijn er meer met Zuidoost-Brabantse roots, zoals bijvoorbeeld de in Knegsel opgegroeide Laurens Dassen van het nu veelgeplaagde VOLT. Of Mariëlle Paul van de VVD, die haar jeugdjaren in Geldrop en Heeze doorbracht. Maar zij trekken niet, net als Van Dijk en De Kort, iedere maandag vanuit hun woonplaatsen Gemert en Veldhoven richting Den Haag, om tegen het weekend diezelfde reis terug te maken.
Echt wel kapot
De in Helmond geboren en in Bakel opgegroeide Van Dijk woont doordeweeks op een studentenkamer, op een paar kilometer afstand van het Kamergebouw. ,,Ik weet niet hoe het bij jou zit Daan, maar ik zit bijna elke avond in debat, ben dan meestal rond een uur of elf klaar. Als je dan nog terug naar Brabant moet, dan ben je echt wel kapot hoor.” Ook De Kort heeft een eigen woonruimte in Den Haag, voor doordeweeks. ,,Als ik op vrijdag de trein richting Brabant pak en ik hoor die zachte g weer, dan voelt dat toch als thuiskomen. Je stapt ook letterlijk weer uit die Haagse bubbel.
De overgang van wethouder naar Kamerlid was ‘best wel groot’, erkennen beiden. De Kort: ,,Het is echt een heel andere hectiek dan lokaal. Ik zeg wel eens tegen vrienden die niks met politiek hebben: als wethouder speel je eredivisie, maar in de Kamer is het Champions League. En dat is toch wat je wil spelen. In het begin had ik nog wel moeite met loslaten, dan kijk je in de trein toch nog even die Veldhovense raadsvergadering terug. Maar het loslaten lukt steeds beter. En ik wil ook niet teveel in de weg lopen.” Van Dijk: ,,Dat geldt ook voor mij. Als ze vanuit Gemert-Bakel bellen neem ik natuurlijk de telefoon op, maar ik ga niet zelf bellen. Dan denk ik: Inge, op je handen blijven zitten.”
Waar De Kort als VVD’er in een fractie van liefst 34 Kamerleden zit, moet Van Dijk het bij de christendemocraten met ‘slechts’ 14 volksvertegenwoordigers doen. De portefeuille die de Gemertse als Kamerlid moet bestieren - met financiën, binnenlandse zaken, een stuk economie en sport - is dan ook vele malen groter dan die van haar liberale collega De Kort.
Ik schrok er eerlijk gezegd wel van, hoeveel ik op m'n bordje kreeg. Je bent vanaf dag één aan het buffelen
Inge van Dijk, Kamerlid CDA
,,Ik schrok er eerlijk gezegd wel van, hoeveel ik op m'n bordje kreeg. Je bent vanaf dag één aan het buffelen", constateert Van Dijk. ,,Zeker in het begin, dan is alles nieuw. Ik heb een financiële achtergrond, dus van veel onderwerpen heb je al wat gehoord, maar nu is het toch een graadje dieper. Wetgeving is ook best taai en technisch, het kost gewoon tijd om daar echt in te komen. Maar ik ben meteen gesprongen, gaan spartelen en langzaamaan gaan zwemmen.”
De Kort: ,,In een grotere fractie heb je een kleinere portefeuille, dan heb je ook wel echt de ruimte om het land in te trekken, werkbezoeken af te leggen en met zoveel mogelijk mensen in gesprek te gaan.” Die binding met de achterban is voor beiden ‘heel belangrijk', zo benadrukken ze. ,,Je moet ervoor zorgen dat je je niet alleen vanaf papier een beeld vormt", vindt De Kort.
,,De maandagen, de vrijdagen en de weekenden gebruik ik voor werkbezoeken. Op maandag ga ik het hele land door, maar de vrijdagen gebruik ik eigenlijk alleen voor Oost-Brabant, dat is mijn gebied binnen de VVD. Dan ga ik bijvoorbeeld een keer naar ASML, of een ondernemer in het midden- en kleinbedrijf.”
Besluiten die millennials aangaan
De Kort: ,,Ik denk dat het van belang is dat je weet voor wie je er zit, en dat is niet voor jezelf. In mijn geval: ik vind het belangrijk om behalve Brabant en mensen met een beperking (De Kort verloor op jonge leeftijd een groot deel van zijn zicht, red.) ook millennials te vertegenwoordigen. Ik ben 29, er worden veel besluiten genomen die mijn generatie aangaan. Dan moet die generatie natuurlijk ook vertegenwoordigd zijn.”
Wat Van Dijk in haar eerste jaar in elk geval is opgevallen, is het verschil tussen stad en regio. ,,Vaak wordt er over een probleem gesproken alsof iedereen in de stad woont. Als het over geldautomaten gaat bijvoorbeeld, of over overlast van coffeeshops of bereikbaarheid. Ik vind dat ik dan een tegengeluid moet laten horen. Laatst stelde ik vragen over mobiele bereikbaarheid, toen kreeg ik als antwoord: 5G doet het geweldig, de uitrol verloopt voorspoedig. Maar in mijn mail heb ik dan wel twintig mails zitten van lokale afdelingen die zeggen: we hebben hier helemaal geen bereik. Dan bellen ze vanuit het ministerie: hoe wéét jij dat? Nou gewoon, door contact met je achterban.”
Misschien naïef, maar ik dacht echt: in Den Haag zitten alleen maar superslimme, fantastisch goede politici. Maar ik schaam me best wel hoor, hoe het er op dit moment aan toegaat in Den Haag.
Inge van Dijk, Kamerlid CDA
Dan komt Van Dijk nog even terug op de Champions League-opmerking van De Kort. ,,Ik ben er toch wel in teleurgesteld, in het niveau, daar ben ik eerlijk in. Misschien naïef, maar ik dacht echt: in Den Haag zitten alleen maar superslimme, fantastisch goede politici. Maar ik schaam me best wel hoor, hoe het er op dit moment aan toegaat in Den Haag. Hoe mensen tegen elkaar tekeer gaan, het hijgerige. Het gaat soms meer om de oneliners dan om de inhoud. Ik ga daar niet in mee. Dat zal dan misschien niet de populariteitsprijs opleveren, maar ik vind echt: op inhoud moet je je rug recht kunnen houden.”
De Kort: ,,In Den Haag zijn we tijdens de lang durende formatie teveel met onszelf bezig geweest. Die wil met die en die en niet met die. Ik ben blij dat we ons nu eindelijk op de inhoud kunnen richten.” Van Dijk wijst in dat verband fijntjes op de twintig fracties die de Kamer vandaag de dag telt. ,,Twintig, kom op zeg! Bij ieder groot debat is het zestien tegen vier. Als vier regeringspartijen staan we verantwoordelijkheid te nemen, terwijl de anderen vooral heel makkelijk aan het roepen zijn, voor de bühne. Dat vind ik vaak wel frustrerend.”
In fiscaal opzicht een bende
Is het moeilijk om als (beginnend) Kamerlid daadwerkelijk iets voor elkaar te krijgen? Van Dijk: ,,In fiscaal opzicht is het op dit moment best wel een bende, daarin moet nog veel veranderen. En daar werken we ook hard aan. Waar ik bijvoorbeeld best wel trots op ben, is een motie van mij die ervoor zorgt dat er rechtshulp komt voor mensen die problemen hebben met de Belastingdienst. In Amerika heb je daarvoor de zogenoemde Taxpayer Advocate Service, waarbij je bínnen de belastingdienst rechtshulp kunt krijgen die betaald wordt door de overheid. Zo'n soort service komt er nu dus ook in Nederland, en daar ben ik blij mee. Want je kunt wel roepen: het is een grote chaos bij de Belastingdienst, dat moet worden opgelost. Dit is een voorbeeld van hoe je het kúnt oplossen.”
De Kort: ,,Succes vind ik een beetje een groot woord, zeker omdat we zo lang demissionair zijn geweest. Maar bij de begrotingsbehandeling van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heb ik bijvoorbeeld voor elkaar gekregen dat mensen vanuit de bijstand vaker een praktijkopleiding krijgen aangeboden, omdat de arbeidsmarkt nu zo krap is. En dan ook opleidingen in sectoren waarin de tekorten groot zijn: de bouw, de techniek, de zorg. Ik heb niet de illusie dat met zo'n motie alle problemen zijn opgelost, maar ik denk en hoop wel dat het daaraan bíjdraagt.”
Een heftige motie
Het voordeel van een verleden als wethouder, vindt Van Dijk, is dat je uit ervaring weet waar het pijn doet. ,,Wat mij heel erg stoort, is een overheid die gemeenten elke keer extra taken oplegt zonder het bijbehorende geld. Daar is nu een motie voor aangenomen. Plat gezegd: geen taken zonder geld. Je kunt zeggen: wat is zo'n motie nu waard? Totdat de minister je belt en zegt: goh, jouw motie is wel een heftige. Daar is binnen de ministeries nu ook best wel discussie over, hoe ze dat moeten gaan doen.” De Kort: ,,Daarom zitten we er ook, om het kabinet scherp te houden. Je bent eigenlijk een soort van raadslid, maar dan voor heel Nederland.”
Wat de twee in Den Haag in elk geval niét hoeven uit te leggen, is het belang van Zuidoost-Brabant. Van Dijk: ,,Dat weten ze daar inmiddels echt wel, dat hoef je echt niet meer elke keer te roepen, onze regio staat echt wel op de kaart. In die zin is het ook niet nodig om je specifiek als Brabantse te profileren.” Dat ze toch vaak als Brabantse wordt herkend, heeft vooral te maken met haar accent. Met een lach: ,,Mensen uit de Randstad vinden het bijzonder.”
Behoefte om haar accent ‘af te leren', heeft ze allerminst. ,,Nee, dat is een gepasseerd station. Toen ik jong was, zat ik in een talentenklasje bij de Rabobank. Ik kreeg te horen dat ik mijn accent moest aanpassen, omdat ik anders in Utrecht nooit serieus genomen zou worden. Ik ben toen één keer naar een soort van spraakles gegaan, maar dacht na afloop: ik ben toch niet gek? Daarna heb ik jaren probleemloos in Utrecht gewerkt. Sterker nog, toen ik wegging, zeiden ze: je accent is zo authentiek, dat maakt je wie je bent.”
Of ze nog lang in de Haagse bubbel blijven? De Kort: ,,Politiek laat zich niet plannen, dat is gewoon zo. Op die manier ben ik er ook totaal niet mee bezig. Ik zeg altijd: als ik net als Klaas Dijkhoff ooit in de raad van commissarissen van PSV kan eindigen, dan ben ik heel tevreden.”