Schriftelijke vragen van de leden Inge van Dijk en Palland (beiden CDA) aan de staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst, de minister van Financiën en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht ‘Medewerkers op Schiphol krijgen deze zomer 840 euro per maand extra’ (1).

  1. Bent u bekend met het bericht ‘Schiphol en vakbonden bereiken 'akkoord op hoofdlijnen', stakingsdreiging afgewend’? (2)
  2. Klopt het dat in dit akkoord geen sprake is van de verhoging van het CAO-loon, maar dat de loonsverhoging onder andere in de vorm van een bruto-uitkering van een hogere toeslag (€1,40 bruto per uur extra) en een ‘zomerbonus’ (€5,25 bruto per uur extra) wordt uitgekeerd?
  3. Kunt u aangeven wat het gemiddelde bruto maandloon is voor verschillende groepen medewerkers waarop dit akkoord ziet, zoals beveiligers, sjouwers, begeleiders van invalide reizigers, schoonmakers, incheckers en chauffeurs? 
  4. Kunt u per groep aangeven hoeveel deze medewerkers met dit akkoord er gemiddeld bruto per maand op vooruitgaan?
  5. Kunt u een inschatting geven van de gemiddelde marginale druk voor deze groepen medewerkers?
  6. Kunt u per groep aangeven hoeveel deze medewerkers er per groep gemiddeld netto per maand op vooruitgaan?
  7. Kunt u in het antwoord op vraag 4, 5 en 6 twee praktische voorbeelden voor 2 twee specifieke situaties uitwerken (situatie 1: alleenstaande zonder kinderen en situatie 2: alleenverdiener zonder kinderen met voor beide situaties de uitgangspunten: een bruto loon van €22.400 (minimumloon), een huur van €750 p/maand, eventuele partner geboren na 1963, geen substantieel vermogen en geen rekening gehouden met pensioen, met verwijzing naar de overeenkomstige voorbeelden in deze bron (3)), waarin wordt ingegaan op de stijging van het brutoloon, de invloed op toeslagen en andere inkomensafhankelijke regelingen en de gevolgen voor het netto-inkomen?
  8. Kunt u in het antwoord op vraag 4, 5 en 6 ook een praktisch voorbeeld uitwerken voor de situatie: alleenverdiener met 2 kinderen met als uitgangspunten: een bruto loon van €22.400 (minimumloon), een huur van €750 p/maand, eventuele partner geboren na 1963, geen substantieel vermogen en geen rekening gehouden met pensioen, met verwijzing naar het overeenkomstige voorbeeld in deze bron (4)), waarin wordt ingegaan op de stijging van het brutoloon, de invloed op toeslagen en andere inkomensafhankelijke regelingen en de gevolgen voor het netto-inkomen?   
  9. In hoeverre bestaat het risico dat medewerkers er netto nauwelijks op vooruitgaan, vanwege een negatief effect op het recht op toeslagen en andere inkomensafhankelijke regelingen? Zijn hier voorbeelden van te geven en zo ja, welke?
  10. In hoeverre bestaat het risico dat medewerkers in 2023 te veel ontvangen toeslagen moeten terugbetalen omdat hun inkomen in 2022 is gestegen, terwijl zij dit bij het aanvragen van toeslagen op voorhand niet konden inschatten? Zo ja, acht u dit wenselijk?
  11. Bent u van mening dat werknemers actief op dit risico dienen te worden gewezen door de werkgever en ziet u hierin voor uzelf een rol weggelegd?
  12. Er wordt inmiddels breder gesproken over loonsverhogingen in verschillende sectoren, bijvoorbeeld bij personeel van Defensie; dat vinden we een goede zaak, in het licht van de inflatie en het versterken van de koopkracht: bent u het met ons eens dat akkoorden over loonsverhoging positief zijn, maar dat mensen hier ook voldoende van moeten merken in hun netto-inkomen?
  13. Welke mogelijkheden zijn er om incidentele loonsverhogingen in de vorm van toeslagen of bonussen zodanig vorm te geven dat de ontvangers hier netto het meeste aan overhouden? Kunt u hierbij ingaan op het voorbeeld van de corona-zorgbonus die kon worden aangewezen als eindheffingsloon, en daardoor bijvoorbeeld niet van invloed was op toeslagen en andere inkomensafhankelijke regelingen? Kan deze mogelijkheid van meerwaarde zijn bij incidentele nabetalingen aan werknemers, ook in andere sectoren?
  14. In hoeverre vormt ons huidige belasting- en toeslagenstelsel, dat voor sommige groepen een hoge marginale druk met zich meebrengt, een belemmering voor het versterken van de koopkracht van werknemers, als loonsverhogingen van acute en incidentele aard zijn?
  15. Bent u bereid om Schiphol erop te wijzen dat structureel werk ook gewoon in (meer) vaste arbeidscontracten dient plaats te vinden onder goede arbeidsvoorwaarden?
  16. De zomertoeslag loopt tot begin september; daarna komt er voor een deel van de werknemers een bruto toeslag van 1,40 euro per uur; die geldt voor een jaar en is niet voor medewerkers die de grondafhandeling doen: waarom is hiervoor gekozen (tijdelijkheid toeslag en selectieve groep)?
  17. Wanneer Schiphol, de bonden en de werknemers er niet voor 1 september uitkomen om een structurele oplossing te vinden, wat betekent dit dan voor de gemaakte afspraken?

(1) NOS, 1 juni 2022, via https://nos.nl/artikel/2431030-medewerkers-op-schiphol-krijgen-deze-zomer-840-euro-per-maand-extra.
(2) NOS, 31 mei 2022, https://nos.nl/index.php/artikel/2430946-schiphol-en-vakbonden-bereiken-akkoord-op-hoofdlijnen-stakingsdreiging-afgewend
(3) EW, 12 mei 2022, https://www.ewmagazine.nl/opinie/achtergrond/2022/05/in-cijfers-wat-als-het-minimumloon-met-10-procent-stijgt-884106/
(4) EW, 12 mei 2022, https://www.ewmagazine.nl/opinie/achtergrond/2022/05/in-cijfers-wat-als-het-minimumloon-met-10-procent-stijgt-884106/

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.