Vragen van de leden Van der Molen, Van den Berg en Inge van Dijk (allen CDA) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het mogelijk verdwijnen van de Bredabus.
Vraag 1:
Kent u het bericht 'Van Zeeland tot Breda: politici willen Bredabus koste wat kost behouden'? (1)
Vraag 2:
Deelt u de zorgen van de inwoners van Hulst en omstreken en de lokale politici over het mogelijk verdwijnen van buslijn 19, de zogeheten Bredabus, tussen Hulst en Breda?
Vraag 3:
Deelt u de mening dat de Bredabus van grote maatschappelijke waarde is voor Zeeuws-Vlaanderen en dat deze verbinding cruciaal is voor veel jongeren uit Zeeuws-Vlaanderen die studeren, werken en/of sporten in Brabant?
Vraag 4:
Wat vindt u van het voorstel van de provincie Zeeland om de bus niet verder dan Antwerpen te laten rijden, waarvandaan studenten de trein naar Nederland kunnen nemen, maar geen gebruik kunnen maken van hun studentenreisproduct?
Vraag 5:
Deelt u de mening dat het onredelijk is om Nederlandse studenten te laten opdraaien voor hun reiskosten, terwijl eigenlijk voor hen een studentenreisproduct beschikbaar moet zijn?
Vraag 6:
Bent u bereid om, conform de unaniem aangenomen motie-Geurts (2), het maatschappelijk belang van de Bredabus te benadrukken bij het provinciebestuur van zowel Zeeland als Brabant, zodat deze buslijn voor de toekomst behouden kan blijven?
Vraag 7:
Welke mogelijkheden ziet u om de verschraling van het openbaar vervoer in Zeeland in samenwerking met de provincie Zeeland en de Zeeuwse gemeenten tegen te gaan, om de bereikbaarheid en daarmee de leefbaarheid van Zeeuwse dorpen en steden te waarborgen?
(1) Omroep Zeeland, 16 februari 2022 (https://www.omroepzeeland.nl/nieuws/14403755/van-zeeland-tot-breda-politici-willen-bredabus-koste-wat-kost-behouden).
(2) Kamerstuk 23 645, nr. 758.