08 april 2021

Inbreng Mariska Werrij-Wetzels debat 2 april inzake de ontstane politieke situatie

Geachte voorzitter, college, collega-Statenleden,

 

Laat ik beginnen om vanaf deze plek namens de CDA-fractie het volgende tegen jullie zeggen: het vreet aan ons welke handelswijze er wordt geschetst rondom IKL door Herman Vrehen. Het is verdrietig voor al die vrijwilligers van IKL die zich zonder eigenbelang hebben ingezet voor het landschap, het beschadigt het vertrouwen van burgers in de overheid. Het doet pijn om te zien welk beeld er ontstaat rondom de Limburgse politiek en het CDA in het bijzonder. Maar het kán en mag niet zo zijn dat de enkelen die regels en moraliteit met voeten treden in het beeld de boventoon gaan voeren boven alle volksvertegenwoordigers en oud-politici die zich dag in dag uit inzetten voor onze provincie en dat op een correcte manier doen. Onze fractie heeft daar afstand van genomen en zal dat ook blijven doen. Dat vraagt ook van ons allemaal zelfreflectie op de bestuurscultuur in onze provincie. In het debat van volgende week en het debat dat later dit voorjaar zal plaatsvinden wanneer de controller zijn onderzoek heeft afgerond, zal dat ook aan de orde moeten komen.

Exact een week geleden hebben gedeputeerde Koopmans en Mackus als gevolg van de situatie rondom IKL en de heer Vrehen hun ontslag ingediend en daarmee zijn we als Provincie in een geheel nieuwe situatie terecht gekomen. Want hoe nu verder?

De vraag die de CDA-fractie zich de afgelopen dagen heeft gesteld, is of er met het vertrek van de gedeputeerden Koopmans en Mackus voor ons nog voldoende basis is om het extraparlementair college te steunen. Om die vraag te beantwoorden moeten we terug naar het begin.

Onze fractie heeft in 2019 het extraparlementair construct gesteund vanuit de overtuiging dat dit, alle feiten en omstandigheden gewogen, het meeste recht deed aan de verkiezingsuitslag. Geen binding aan een coalitieprogramma en ruimte voor álle partijen in Provinciale Staten om op inhoud met elkaar te debatteren en te komen tot meerderheden. Met een College zonder politieke coalitiekleur, en een Collegeprogramma dat wij als kader hebben onderschreven.

Dat collegeprogramma is gebaseerd op de 8 uitgangspunten die alle partijen hebben onderschreven, met uitzondering van de SP die een voorbehoud maakte ten aanzien van twee specifieke passages.
 
Dat programma hebben wij als fractie als goede basis gezien voor de huidige statenperiode waarin we met elkaar hebben gewerkt aan de toekomst van onze provincie. Onze fractie is van mening dat deze extraparlementaire samenwerking juist heel goed heeft gewerkt. We hebben meerderheden voor voorstellen, moties en amendementen gezien over links, over rechts en alles wat daar tussenin zit. Vrijwel alle beleidskaders zijn vastgesteld, keuzes zijn gemaakt, het is zaak nu vooral ook de focus te hebben op uitvoering. Juist in deze moeilijke tijd waarin corona ons dagelijks leven beheerst. We staan voor grote opgaven rondom economie, klimaat, gezondheid en welzijn en Limburg verdient het dat wij daar allemaal de schouders onder zetten. Aan die opgaven, dat programma en die beleidskaders is met het vertrek van de heren Koopmans en Mackus niets veranderd. En dat hoort ook zo: de Staten zetten de lijnen uit en stellen de kaders,  het College zorgt voor een efficiënte en doelmatige uitvoering. Het vertrek van een of twee personen uit een College is daarom voor ons geen directe aanleiding om de in meerderheid gekozen extraparlementaire vorm ter discussie te stellen.

De CDA-fractie heeft geconcludeerd nog steeds achter de koers te staan zoals we die de afgelopen twee jaar samen hebben uitgezet en vindt het ook in het belang van Limburg dat die koers door het College ook krachtig in daden wordt omgezet. Daarvan uitgaande is díe constatering voor het CDA reden om de steun aan het extraparlementair college te handhaven.

Wij zien als CDA gezien de opgaven waar we voor staan en het brede werkpakket van onze Provincie wel de noodzaak om, wanneer er vandaag voldoende steun blijkt voor het handhaven van het extraparlementair college, het huidige college met ten minste één persoon aan te vullen tot 6 gedeputeerden. Van welke politieke partij zij of hij zou moeten zijn (of wellicht iemand die geen partijlidmaatschap heeft of heeft gehad) is op dit moment voor ons nog niet aan de orde. Naar onze mening is vandaag primair de vraag aan de orde of dit voor de komende twee jaar op draagvlak kan rekenen. Pas als die vraag in meerderheid positief wordt beantwoord komt aan de orde wie dan één of beide vacatures zou moeten en kunnen invullen. Juist omdat het dan om mensen gaat vergt dat een zorgvuldig proces. Laat mij voorop stellen – want wij begrijpen dat die vraag leeft – dat het CDA niet zelf op voorhand invulling wenst te geven aan die vacatures. Wij hopen wel dat wij vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid als Staten een keuze voor invulling maken die Limburg en de Limburgers het beste dient.

 

Tot zover in eerste termijn.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.