Het thema werkgelegenheid is nog niet echt aan de orde geweest sinds de samenstelling van de nieuwe raad. Met uitzondering van het thema arbeidsmigranten. Echter dit gaat meer om de huisvesting in plaats van het waarom de noodzaak zo hoog is om de vraag naar arbeidskrachten in te vullen met migranten.
Een enkele keer wordt er wel geopperd om werkplekken, bijvoorbeeld in de logistiek of de tuinbouw in te laten vullen door uitkeringsgerechtigden. Maar is dit terecht?
Naar mijn mening niet. De arbeidsmarkt wordt bepaald door vraag en aanbod in kwalitatieve zin. Dit betekent dat bij het instroomproces gekeken wordt naar de krachten en bekwaamheden die iemand heeft om een functie te vervullen. Oftewel: beschikt iemand over de juiste kwaliteiten en past het werk ook bij de belastbaarheid van iemand.
Over het algemeen wordt bij het selectieproces een gevoelsmatige inschatting gemaakt en zou er naar mijn idee dieper gekeken mogen worden naar wat iemand aan kan.
Wanneer we vaker diagnostiek toepassen is de kans op duurzame plaatsing kansrijker. En dat is waar uitkeringsinstanties en bedrijfsleven elkaar meer kunnen vinden. Door juist elkaar te helpen wordt er meer draagvlak gecreëerd. En om dan terug te komen op de diagnostiek, ligt er een uitstekende kans voor het Sociaal Werkvoorzieningsbedrijf, want dit is bij uitstek de partij die kan onderzoeken wat iemands daadwerkelijke mogelijkheden zijn om deel te nemen op de arbeidsmarkt.
Zo ontstaan er weer meer kansen voor de mensen die aan de zijlijn staan, omdat we meer te weten komen van iemands behoefte in wederzijdse zin.
Groet,
Pieter Coumans
Burgerraadslid CDA Horst aan de Maas.