05 juli 2020
Herindelen of niet?
Beste inwoners van Meerssen.
Als u de berichten van de laatste dagen gevolgd hebt vraagt u zich ongetwijfeld af wat er nu plotseling allemaal gebeurt bij de gemeente Meerssen.
Wat doet de raad, wat is er waar van de verhalen over herindeling met Maastricht?
Wat vaststaat is dat de partij Brug-M er alles aan doet om zo snel mogelijk over te gaan naar een herindeling met Maastricht.
Wat bovendien vaststaat is dat de gemeente bij het maken van de jaarrekening 2019 erachter is gekomen dat er nog een onvoorziene post ten laste van het resultaat uit de zorg kwam van ca. 800.000 euro. Deze post lijkt bovendien structureel te zijn. Dat betekent dat we ook in de komende jaren er mee rekening moeten houden dat de kosten dat bedrag hoger zijn. De jaarrekening 2019 laat ondanks dat net als die van de afgelopen 8 jaar toch een positief saldo zien.
Samen met andere kleinere plussen en minnen komt deze structurele tegenvaller er op neer dat we voor de meerjarenbegroting ofwel dit bedrag ergens anders moeten bezuinigen of dat we ergens inkomsten vandaan moeten halen die dit bedrag kunnen compenseren. Het CDA is daar niet blij mee, (de andere politieke partijen waarschijnlijk ook niet).
In de kadernota 2021-2014 kunt u vervolgens lezen dat het college van B&W nog niet is overgegaan tot het maken van een begroting. In de kadernota geeft B&W aan het niet meer te zien zitten. Vandaar dat ze met twee potentiele oplossingsrichtingen komen.
1. Een combinatie van bezuinigen en verhogen van de OZB en zo per saldo een sluitende begroting maken. (hetgeen het mogelijk maakt om verder te gaan met ons onderzoek naar de regieorganisatie)
Volgens deze denkrichting (genoemd in de kadernota) betekent dit enerzijds
nieuwe bezuinigingen en anderzijds naast de al in de vorig jaar gemaakte
begroting opgenomen 4.5% OZB verhoging voor de komende jaren een extra
OZB verhoging van mogelijk ca.10%.
2. Onmiddellijk bij de provincie aangeven dat we zelfstandigheid niet meer zien zitten en dat we willen herindelen met Maastricht.
In dit geval wordt gesuggereerd dat de gemeente 700.000 euro per kan
bezuinigen doordat er geen regieorganisatie met de gemeente Maastricht
wordt overeengekomen. Er zou dus een veel beperkter bedrag overblijven dat
moet worden bezuinigd.
Hieronder volgt in willekeurige volgorde een overzicht van de belangrijkste voor en nadelen van beide keuzes:
Keuze voor 1.
De onderzoeken naar de werkelijke kosten van een regiegemeente verkeren in een eindstadium en worden in september door de twee gemeenteraden gezamenlijk besproken. Waarna in december een definitief go/no go moment staat gepland.
Doorgaan in scenario 1 betekent dat we voor december precies zullen weten wat het regiescenario kost en dat we vervolgens in december kunnen bepalen of het de moeite waard is de regie constructie aan te gaan en dus zelfstandig te blijven.
Verder, indien de regieorganisatie doorgaat;
- behouden wij als zelfstandig Meerssen de mogelijkheid om verder te werken aan
het behoud van de eigenheid van onze kernen.
- blijven we tevens ons eigen cultuurbeleid bepalen, ons eigen subsidiebeleid,
enzovoort, enzovoort
- hebben wij nog steeds een riant bedrag aan reserves dat wij daarvoor zo nodig
kunnen inzetten zonder ons risicoprofiel in gevaar te brengen. (De algemene
reserve van de gemeente bedraagt ultimo 2019 volgens de jaarrekening ca. 30
miljoen euro)
- zijn onze werknemers zeker van hun baan en komt er op korte termijn een einde
aan hun onzekerheid
- kunnen wij op korte termijn gebruik maken van een beter gekwalificeerd ambtenaren apparaat voor de dienstverlening aan onze burgers, instellingen en
bedrijven.
Verder:
De nieuwe omgevingswet zit eraan te komen. Deze wet is bedoeld als vereenvoudiging van zeer veel andere oudere wetten en voorschriften en zal in de toekomst moeten leiden tot betere en goedkopere dienstverlening naar de burgers bedrijven en instellingen Met deze (positieve?) ontwikkeling wordt geen rekening gehouden in de huidige begrotingsopzet.
Iedereen die een beetje de politiek volgt weet dat niet alleen de kleine maar ook de grote gemeenten nu grote tekorten hebben in de zorg en dat de bijdragen van het rijk in de twee D’s structureel te laag zijn in het hele land.
Dit zal er onherroepelijk toe leiden dat dit door het rijk gecorrigeerd zal worden, de vraag is alleen wanneer en in hoeverre? De eerste moties hiertoe zijn inmiddels o.a. door het landelijke CDA in de Tweede Kamer ingediend.
Met de mogelijke (waarschijnlijke) extra inkomsten via het gemeentefonds uit deze correctie wordt (opnieuw) geen rekening gehouden in de meerjarenbegroting.
In het laatste rapport van Berenschot wordt aangegeven dat de kostenonzekerheid varieert van een meevaller van 200.000 euro tot een tegenvaller van 700.000 euro.
Met dit laatste is dus in de huidige begrotingsopzet rekening gehouden. Tijdens een overleg op het hoofdkantoor van Berenschot met diverse gemeenten die deze stap inmiddels genomen hebben gaven alle betrokken partijen (zowel de grote als de kleine partners) aan dat er na de inwerkperiode voor beide partners niet voorziene duidelijke financiële winsten waren gerealiseerd. Dit zouden voor beide gemeenten dus structurele voordelen zijn na de inwerkperiode. In de huidige meerjarenbegroting wordt hier geen rekening mee gehouden.
Keuze voor 2.
De onderzoeken naar de werkelijke kosten van een regiegemeente verkeren in een eindstadium en worden in september door de twee gemeenteraden gezamenlijk besproken. Waarna in december een definitief go/no go moment staat gepland.
Doorgaan in scenario 2 betekent stoppen met deze onderzoeken en betekent niet alleen (deels) weggegooid geld maar ook dat we nooit zullen weten of het niet toch mogelijk was geweest om zelfstandig te blijven.
Wat gebeurt er verder als we nu kiezen voor herindeling:?
Zodra we dit doorgeven aan de provincie wordt de gemeente aan preventief toezicht door de provincie onderworpen. Dat betekent dat alle beleidsplannen vooraf door de provincie worden beoordeeld op hun nut voor de nieuwe toekomstige gemeente.
Aan Maastricht moet de vraag worden voorgelegd of ze willen herindelen met Meerssen.
Zo ja,
- komt ook Maastricht onder preventief toezicht en wordt voor beide gemeenten het
herindelingstraject opgestart dat ca drie a 4 jaar in beslag neemt.
- ontvangt de gemeente dan eenmalig een uitkering van ca 6 miljoen euro.
- moet de gemeente gedurende al die jaren in afwachting van de herindeling wel
gewoon blijven draaien. In elke meerjarenbegroting moeten de structurele uitgaven
gedekt worden door structurele inkomsten.
- moet het ambtenarenapparaat zeer sterk worden uitgebreid om de lopende zaken
nog tenminste drie jaren te kunnen uitvoeren. De kosten hiervoor bedragen
waarschijnlijk meer dan een miljoen per jaar.
- kunnen de geraamde kosten voor de regiegemeente begroot op 700.000 euro,
vervallen.
- moeten de personeelsleden van de gemeente nog drie jaar afwachten of er in de
nieuwe gemeente plek voor hun is en zo ja welke?
- hoopt het huidige college van de provincie toestemming te krijgen de hiervoor
genoemde extra personeelskosten te bekostigen uit de algemene reserves?
(iets dat volledig in tegenspraak is met de door de provincie nadrukkelijk
vastgestelde regels?)
- Zullen de regels m.b.t. eigenheid, cultuurbeleid, subsidies etc. door de nieuwe grote
gemeente worden vastgesteld en niet langer door de kleine gemeente Meerssen
- zullen we nooit weten of voortgezette zelfstandigheid via een regie constructie
mogelijk was geweest.
En dan;
wat als Maastricht (dat momenteel zelf bezig is met een grote bezuinigingsoperatie) mocht besluiten niet te willen herindelen?
In dat geval:
- duurt de periode dat Meerssen onder preventief toezicht staat zo veel langer als
nodig is om een of meer gemeenten te vinden die bereid zijn tot herindeling.
- Moet de gemeente voor een langere periode onder preventief toezicht van de
provincie sluitende begrotingen aanleveren.
- Kan de gemeente niet al op korte termijn terugvallen op een hoger gekwalificeerd
ambtenarenapparaat.
- Durft zelfs het huidige college niet meer te rekenen op coulance van de provincie.
Samengevat: kiezen we voor regiegemeente constructie kunnen we zelf vaststellen of dit leidt tot een werkbare en betaalbare situatie voor de gemeente op langere termijn, zo niet kunnen we alsnog besluiten tot herindeling (de handdoek in de ring te gooien).
Tenslotte:
Zoals bekend schroomt het CDA niet om moeilijke beslissingen te nemen. Maar weet deze dan wel te onderbouwen met feiten.
We zijn als CDA de verkiezingen ingegaan onder ander met de slogan dat we de OZB tarieven (met 30 %) zouden verlagen. Het ziet ernaar uit dat we deze verkiezingsbelofte niet zullen kunnen waarmaken. Maar wie had kunnen voorzien wat er inmiddels allemaal gebeurd is.
Om het beste voor Meerssen te bereiken hebben wij net als de andere partijen water bij de wijn gedaan tijdens de coalitie onderhandelingen. Naar onze mening zijn we uitgekomen op een goed coalitie programma.
Inmiddels zijn we erin geslaagd samen met alle partijen de sfeer in de gemeenteraad duidelijk te verbeteren.
We hebben een aantal lijken in de kast gevonden en daar werkbare oplossingen bij bedacht.
En de gemeenteraad heeft mede op verzoek van het CDA ca 1 miljoen uit de reserves ingezet om de OZB verhoging in de vorige meerjarenbegroting beperkt te kunnen houden tot 4.5%.
Wat wij en niemand had kunnen voorzien waren de besluiten van de regering om zonder afdoende financiering extra taken bij de gemeenten te laten landen.
Wat wij en niemand had kunnen voorzien was de coronacrisis en alles wat daar nog uit voort gaat komen
Wat wij en niemand kan voorzien is of een mogelijke herverdeling van de gelden uit het gemeentefonds ten gunste van de grotere gemeenten inderdaad wel of niet zal doorgaan.
Het standpunt van het CDA is nu ook helder en duidelijk.
Door te gaan voor een regie organisatie hopen wij samen met de overige partijen te kunnen bereiken dat
-
wij de dienstverlening aan onze burgers kunnen verbeteren
-
onze zelfstandigheid als gemeente overeind blijft en we de komende jaren in vrijheid te kunnen werken aan de versteviging en woonbaarheid van onze kernen
-
dat wij na de naar het zich laat aanzien komende “magere” jaren, daarna onze burgers ook kunnen laten profiteren van de ongetwijfeld ook komende “vettere” jaren.