CDA stelt vragen over de consequenties van het gasbesluit van minister Ollongren

Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken heeft vorige week definitief besloten dat er vanaf 1 juli dit jaar geen nieuwe woningen met een gasaansluiting gebouwd mogen worden. Concreet: de aansluitplicht vervalt. Brancheorganisaties luidden vorige week al de noodklok. Projectontwikkelaars, bouwbedrijven en woningcorporaties zijn bang voor vertragingen en uit de hand lopende kosten, bijvoorbeeld bij bouwplannen die nog op de tekentafel liggen. Het zou gaan om ten minste 10.000 woningen die zijn ontworpen met een aardgasaansluiting. Uiteindelijk zal de rekening voor dit alles bij de burger terecht komen. Hierdoor worden de verschillen in de samenleving vergroot en dat vindt het CDA pijnlijk en zeer onwenselijk.

Nu wil onze fractie het debat in de Tweede Kamer natuurlijk niet over doen. Daar gaan we ook niet over. Wel willen we vanuit onze rol als volksvertegenwoordigers van de gemeente Peel en Maas onze zorgen uitspreken over de betekenis en mogelijke consequenties van dit vergaande besluit.

Laat vooraf helder zijn dat het CDA verduurzaming geen vrijblijvende optie vindt, maar een gezamenlijke opdracht vanuit het voor u allen bekende begrip ‘rentmeesterschap’. Wel durven we het aan de noodzaak van deze haastige spoed sterk in twijfel te trekken. De weg van de geleidelijkheid zou verstandiger zijn.

Naar aanleiding van het besluit van de minister heeft CDA-raadslid Roel Boots afgelopen dinsdag de volgende vragen aan het college van burgemeester en wethouders voorgelegd: 

1. Hoe moeten wij als raad het besluit van de minister interpreteren? Geldt dit ook voor nog te bouwen huizen binnen reeds bestaande bestemmingsplannen? Zo ja, om hoeveel huizen gaat het dan en bij welke bestemmingsplannen? Zo nee, waarvoor dan wel?

2. Bouwend Nederland spreekt over minimaal 10.000 tekentafelwoningen met een gasaansluiting. Hoe vertaalt zich dat naar aantallen tekentafelwoningen in Peel en Maas en bij welke bestemmingsplannen?

3. Geldt het besluit ook voor mogelijke toekomstige tijdelijke huisvestingsplannen die binnen de crisis- en herstelwet worden geplaatst?

4. Geldt dit besluit ook voor nieuwe bedrijven?

5.  Bouwend Nederland spreekt ook over een tekort aan installateurs die weten hoe ze een warmtepomp moeten installeren. Heeft het college een beeld hoe dat zit met installateurs in Peel en Maas en omgeving? Kortom: zijn er voldoende installateurs om aan het besluit van de minister te voldoen zonder vertraging op te lopen in het kader van onze gezamenlijke ambitie van ‘Geef de ruimte. Keuze voor ontwikkeling en groei’.

6.  Er moet flink extra worden geïnvesteerd om te voldoen aan deze Haagse maatregel. Hoe gaan woningverhuurders hier mee om? Vertalen zij dit door in de huur? Wat betekent dit voor bijvoorbeeld de minima?