10 juli 2018

Leefbaarheids- en ontmoetingsplek Obbicht

CDA raadslid Patrick Brouwers heeft schriftelijke vragen gesteld aan het College van B&W over de realisatie van een leefbaarheids- en ontmoetingsplek in Obbicht. De tekst van de vragen treft u hieronder aan:

 

Geacht college,

In bijgaande brief aan de werkgroep "Obbicht in Beweging" wordt opgemerkt dat voor het gebied Obbicht-Grevenbicht amper twee jaar geleden is vastgesteld dat er in dit cluster twee ontmoetingsplekken beschikbaar moeten zijn (1 ontmoetingsplek is qua functie kleiner dan een gemeenschapsvoorziening). In de praktijk zijn in Grevenbicht "Oos Hoes" en in Obbicht "de Harmoniezaal" de accommodaties en die hebben beide de status van gemeenschapsvoorziening. Feitelijk heeft het cluster Obbicht-Grevenbicht nu dus meer/grotere accommodaties (Oos Hoes en de Harmoniezaal) dan volgens het accommodatiebeleid noodzakelijk is. Bovendien is in 2015 besloten om het wijksteunpunt voor het cluster Grevenbicht-Obbicht te vestigen in de Willibrordusschool in Obbicht. Ook dat is een voorziening in het cluster.

In de raadsvergadering van 21 april 2016 is de nota "Toekomstvisie Duurzame Accommodaties" vastgesteld. In het besluit is de keuze gemaakt voor vier primair uit te voeren business cases (allen in het stedelijk gebied). De wethouder zegde toe dat deze pilots in 2016 zouden worden afgerond. Direct daarna zou een pilot worden gestart in het landelijk gebied (stadsdeel 1). Daaromtrent werd in weerwil van dit besluit en in weerwil van de (toen nog) artikel 37-vragen van het CDA niets meer vernomen. Evenmin werd omtrent het resultaat van de vier pilots in het stedelijk gebied nog niets vernomen. Inmiddels zijn er ruim twee jaar verstreken sinds het besluit genomen is. In de brief van de werkgroep wordt op geen enkele wijze gerefereerd aan een voorgenomen pilot in stadsdeel 1. Sterker: volgens de steller van de brief is het accommodatiebeleid vastgesteld en "het College kan zich niet voorstellen dat de inwoners van Obbicht na twee jaar opeens in groten getale ontevreden zijn over het bestaande aanbod en iets geheel anders willen".

Dat was nu juist de achterliggende gedachte bij de pilots. Ervaren hoe zou worden omgegaan met keuzes en "best practices" creëren.

In de nota werd nog opgemerkt dat na Sittard-centrum, Born/Buchten/Holtum en Grevenbicht/Obbicht qua gemeentelijke eigendommen de tweede en derde positie innemen. Alleszins de reden om te streven naar oplossingen. In de prioritaire clusters ging het om het opdoen van ervaringen. Het toevoegen van het vijfde cluster in het landelijk gebied – beoogd was begin 2017 – had ertoe kunnen leiden dat de discussie omtrent bijvoorbeeld maatwerk in het landelijk gebied niet vooruitgeschoven wordt.

In dat verband het citaat uit de interactieve bijeenkomst in 2015 in het cluster Obbicht/Grevenbicht/Papenhoven (pagina 3):

"Het doorvoeren van veranderingen kost tijd, maar er moet niet gewacht worden tot het te laat is".

In de notulen van de raadsvergadering van 21 april 2016 is onder meer het navolgende opgenomen:

"de heer Houtakkers (CDA) constateert dat de wethouder principieel niet tegen het instellen van een vijfde cluster is. De wethouder is bereid om de raad in het traject tot 31 december 2016 mee te nemen in de ontwikkelingen. Spreker stelt voor om de voortgang in oktober 2016 te bespreken".

en

 "wethouder Geilen zegt toe dat de volgende cluster een cluster uit het landelijk gebied zal zijn"…..

en

"wethouder Geilen zegt toe aandacht te besteden aan de door de CDA gewenste vijfde cluster"

Er is geen voortgang in het dossier bewerkstelligd conform het door de wethouder genoemde tijdspad. Een vijfde cluster is niet meer besproken met de commissie of de Raad.

Uit de brief blijkt dat de keuze om gemeenschapsvoorzieningen c.q. ontmoetingsplekken in de ontmoetingsruimten definitief is. Er wordt geen ruimte geboden voor een pilot. Een pilot zou kunnen blijken dat er toch behoefte bestaat aan een andere leefbaarheids- en ontmoetingsplek dan Oos Hoes, de Harmoniezaal en de Willibrordusschool. In ieder geval gaat de behoefte verder dan een tijdelijke schuilvoorziening. Er is overleg met de woningstichting geopend om de voorwaarden te vernemen waarom het pand door hen ter beschikking kan worden gesteld aan de gemeenschap van Obbicht. De werkgroep Obbicht in Beweging heeft een financiële bijdrage uit het grensmaasproject verzocht (te besluiten door de gemeente) maar heeft niets ontvangen.

 Het CDA heeft de volgende vragen:

1.      Wanneer start een pilot in het stadsdeel 1?

2.      Heeft de gemeente overwogen om bij de besteding van de gelden die door het Grensmaasconsortium ter beschikking werden gesteld middelen te reserveren voor een leefbaarheids- en ontmoetingsplek in Obbicht? Zo nee, waarom niet?

3.      Onderkent het College dat er behoefte bestaat aan een leefbaarheids- en ontmoetingsplek in Obbicht? Zo nee, waarom niet?

 

Het CDA verzoekt de gestelde vragen te beantwoorden binnen de gebruikelijke termijn. 

Namens de CDA-fractie,

Patrick Brouwers, raadslid

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.