‘Je moet gezien worden’
In december ontmoette ze elkaar voor het eerst bij de opname van een filmpje voor op onze social media: Lucille Werner (#10) en Willem Vermeulen. Beide woonachtig in het mooie Wijdemeren. Twee maanden later ging Lucille bij meneer Vermeulen langs om bij te praten over het CDA.
In Ankeveen is de schaatskoorts begonnen. Willem Vermeulen (84) is er druk mee. Hij heeft een weiland aan het begin van het dorp dat altijd als parkeerterrein dient als de schaatsgekte is begonnen. ´We proberen het sneeuwvrij te maken. Als we niets regelen, loopt het hele dorp hier vast. Er komen nu al mensen van verderop, maar het ijs is nog niet goed genoeg.’
Willem Vermeulen (84) is al 66 jaar lid, eerst van de KVP en later van het CDA. ‘Als je ergens lid van wordt, dan ga je niet zwalken‘, zegt hij lachend. ‘Meneer Vermeulen, waarom werd u lid?’, vraagt Lucille. Vermeulen: ‘Mijn vader nam mij mee naar de KVP toen ik 18 jaar was. Ik werd meteen actief, ging langs de deuren om de contributie op te halen. Toen nog een rijksdaalder. En posters plakken en borden zetten heb ik ook veel gedaan. Voor Lubbers wel drie keer. Je moet gezien worden, hè.’ Nog steeds is meneer Vermeulen actief in zijn afdeling. Er gaat geen ledenvergadering voorbij zonder Vermeulen. ‘De mop van Vermeulen’ aan het eind van de ledenvergadering is een begrip. ‘Bij de campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen reed ik de kandidaten nog rond op de tractor met versierde wagen. Alle kernen langs.’
Als je ergens lid van wordt, dan ga je niet zwalken’
Lucille: ‘Wat vindt u de grootste verandering?‘ ‘Vroeger deed je gewoon mee met een politieke partij, het halve dorp was betrokken en mijn vrienden waren ook lid. Tegenwoordig doen jongeren dat niet meer.’ De verkiezingen komen eraan. Vermeulen heeft goede hoop dat het goed zal gaan. ‘Wopke is een goede trekker. Iedereen kent hem van het koffertje. Hij is betrouwbaar en komt aardig over. Ik hoop dat we lekker mee kunnen doen.’
‘Een van mijn kernthema´s is ouderen’, zegt Lucille.´Ik vind het heel belangrijk dat ouderen mee kunnen doen, ook op de arbeidsmarkt. In ons verkiezingsprogramma besteden wij ook aandacht aan eenzaamheid en nieuwe woonvormen. U bent nog jong van geest en heel actief, hoe kijkt u daar tegenaan?’ ‘Ik kom elke dag tijd tekort, dan ben je toch een gelukkig mens’, antwoordt Vermeulen. ‘Ik woon met mijn zoon op één erf. Dus dat is goed voor elkaar. Maar er zijn genoeg mensen, die alleen zitten en niemand zien. Ik ga zeker twee keer per week bij oudere mensen op bezoek. Niet voor mezelf, maar voor de ander. Ze zijn blij dat ik kom, ‘dan horen we nog eens wat’ zeggen ze dan. Je hoort alles als je veel langs de weg komt.’
Ik kom elke dag tijd tekort, dan ben je toch een gelukkig mens
‘Als ik in de Kamer zit wat kan ik dan voor u betekenen?’, vraagt Lucille. ‘Doe wat leuke dingen voor ouderen. Op gebied van wonen? Dat is eigenlijk nog een groter probleem voor jongeren. Het zou mooi zijn als er veel woningen bijkomen voor starters. En de bejaardenhuizen hadden niet weg gemoeten. Het ging eenzaamheid tegen. Koffiedrinken en een kaartje leggen, mensen hadden het gezellig met elkaar. Het is een goede zet als je daarmee aan de gang gaat.’ ‘Het sociale aspect is verdwenen, daar ga ik mee aan de slag’, zegt Lucille. ‘Het is ook goed om preventief met eenzaamheid bezig te zijn en te kijken welke woonvormen hierop aansluiten.’
‘U gaat toch wel stemmen’, besluit Lucille. ‘Ik heb nog nooit overgeslagen’, zegt Vermeulen. ‘Weet u al wie u gaat stemmen?’ ‘Meestal op nummer 1’. ‘Niet op 10?’, vraagt Lucille. ‘Dat kan ook wel een keer’, lacht Vermeulen. Lucille: ‘Mijn leus is: iedereen wordt gezien door de nummer 10.’ Vermeulen: ‘Dat is een hele goeie.’