"Ouderen doen ertoe, in welke levensfase ze ook zijn." Dat was de kern van het betoog dat CDA Tweede Kamerlid Lucille Werner donderdag 14 september hield tijdens het Kamerdebat over de toekomst van de ouderenzorg. Lucille constateert dat we de verbinding met onze ouderen een beetje zijn kwijtgeraakt. Ze voelen zich niet gezien en niet begrepen, maar tot last en geen onderdeel meer van een gemeenschap. Daarom deed ze een appèl op zowel de politiek als de samenleving. Om vitale ouderen de kans te geven om te werken, om ruimte te geven aan onderlinge zorg en ouderen de zorg te bieden die ze nodig hebben, en om met elkaar te praten over wat nog kan en wat nodig is in de laatste fase van je leven. 

Lees de hele inbreng van Lucille:

Voorzitter. Het is een duivels dilemma. De problemen binnen de ouderenzorg zijn groot en vragen om urgentie, of het nu de wachtlijsten betreft, schrijnende eenzaamheid, personeelsgebrek, de afwezigheid van thuiszorg of zelfs discriminatie. Tegelijkertijd is het zeer de vraag of we gelijke pas kunnen houden met de zorgbehoeften van ouderen. Daardoor moeten we de samenleving ook anders gaan inrichten. Hoe ziet de minister dat? Welke oplossingen ziet zij voor de korte termijn? Dit debat gaat over de langere termijn, over de toekomst van de ouderenzorg. Hoe zien wij de toekomst van de ouderenzorg terwijl we weten dat er steeds meer vraag naar zorg zal zijn en het aantal mensen dat in de zorg werkt zal afnemen? We weten ook dat de financiën niet onuitputtelijk zijn.

Voorzitter. De afgelopen jaren heb ik met ouderen gesproken, verpleeghuizen bezocht, gesprekken gevoerd met wijkverpleegkundigen, ouderenpsychologen en maatschappelijke organisaties. De verhalen zijn divers, maar de kern is dezelfde. We zijn de verbinding met onze ouderen een beetje kwijtgeraakt. Ze voelen zich niet gezien en niet begrepen. Ze voelen zich tot last en geen onderdeel meer uitmakend van een gemeenschap. Wie een persoon op leeftijd behandelt als een individu vol mankementen, biedt wel zorg, maar pakt ook iets af: eigenwaarde bijvoorbeeld, het gevoel ertoe te doen en het gevoel dat er nog iemand op je zit te wachten. De rol die ouderen in onze samenleving hebben, mag meer in de schijnwerpers staan. Ze hebben een belangrijke rol in de buurt en in de straat. Ze zijn actief binnen een sport- of muziekvereniging en zijn de allerbeste oppas. De oudere van nu is meestal een actieve, levenslustige oudere, die een belangrijke bijdrage levert aan Nederland. We moeten blijven inzetten op preventie en een gezonde, actieve levensstijl.

Voorzitter. Is de minister het met het CDA eens dat de omgeving van de persoon nauw betrokken moet blijven bij de zorg voor diegene? Geef de regie veel meer dan nu in handen van volwassen mensen op leeftijd. Stel de vraag: wat heeft u nodig? Geef als antwoord wat wij in alle redelijkheid kunnen bieden. Een paar voorbeelden. Misschien kunt u niet meer zelfstandig koken, maar lukt aardappels schillen in de gemeenschappelijke keuken wel. Misschien maken we de mogelijkheden voor zorgverlof wel groter. Als ik de steunkousen van de buurvrouw wél aan mag trekken, waarom zou ik dan ook niet haar ogen mogen druppelen? Omdat dat een medische handeling is? Dat is natuurlijk flauwekul. Moeten we het niet makkelijker maken om een mantelzorgwoning op het erf te zetten? Graag een reactie van de minister op dit soort voorbeelden.

Voorzitter. Hoe richten we de zorg voor ouderen in de toekomst in? Het aantal 80-plussers groeit naar 2 miljoen in 2040. De vraag naar zorg groeit net als het tekort aan zorgpersoneel. Zorgverleners haken teleurgesteld af en verlaten de sector. Daarom moeten we hun zeggenschap, vertrouwen en erkenning geven. Het project (Ont)Regel de Zorg is niet geslaagd, maar wel zó hard nodig. Hoe gaat dit nu verder? Er moet regelarm gewerkt worden: minder administratie, meer tijd voor het verlenen van zorg en contact met de mensen. Daar moeten we naartoe. Maar ik denk ook dat we eerlijk moeten zijn en toe moeten geven dat de beweging hiernaartoe minder snel gaat dan gehoopt. Hoe staat het met de uitvoering van mijn motie om een zorgkantoor regelarm te laten werken? Klopt het dat instellingen door allerlei hoepeltjes moeten springen om het richttariefpercentage omhoog te krijgen, zo vraag ik de minister. Ik zie in de brief dat het richtpercentage voor 2024 wordt verhoogd met 0,9%. Hoeveel geld is dat eigenlijk, vraag ik de minister.

Voorzitter. Het tempo waarin we een verandering willen zien binnen de ouderenzorg ligt voor degenen die het moeten doen hoog. Mijn vraag aan de minister is: gaat het niet te hard? Preventie vraagt tijd. Innovatie vraagt tijd. Het bouwen van hofjeswoningen vraagt meer tijd. Maar het toenemend aantal mensen en hun mantelzorgers die wachten op een verpleeghuisplek, kunnen we niet vragen om lang te wachten. Zij hebben een plek nodig. Wij weten dat er voor de groep "urgent wachtenden" overbruggingszorg wordt geregeld. Is die toereikend? Sluit die aan op het moment dat er een plek is in het verpleeghuis?

Het CDA wil snel door met geclusterd bouwen en wonen, dus het scheiden van wonen en zorg daar waar dat kan. Maar er moeten ook meer verpleeghuisplaatsen komen voor de mensen die dat nodig hebben. Hoe staat het met de 4.800 extra verpleeghuiszorgplekken waar de minister aan zou trekken en sleuren? Hoeveel zijn er inmiddels gerealiseerd?

Voorzitter. Ouderen doen ertoe, in welke levensfase ze ook zijn. Ouder worden betekent de overgang van oud worden naar oud zijn. Laten we vitale ouderen benutten voor de arbeidsmarkt. Laten we ruimte bieden voor onderlinge zorg. Laten we voldoende zorg bieden voor ouderen die dat nodig hebben. Praat met elkaar over wat nog kan en nodig is in de laatste fase van je leven. Het is geen gemakkelijke opdracht, maar we moeten het wel samen doen.

 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.