‘Er komt meer bij kijken dan boerenverstand alleen’

Maurits Von Martels is melkveehouder én Tweede Kamerlid in één. In deze hoedanigheid spreken wij hem over nuchterheid, Natura 2000 en zijn voetbalaspiraties.

In 2017 trad je na met voorkeurstemmen te zijn gekozen aan als Tweede Kamerlid met de slogan ‘méér boerenverstand in de Kamer’. We zijn nu ruim drie jaar verder, dus je hebt je nuchtere boerenverstand goed kunnen inzetten. Kunnen we inmiddels spreken van het Von Martels-effect?
‘Ik denk het niet. Ik vind het best moeilijk om dat voor het voetlicht te brengen. Ik heb gemerkt dat het in Den Haag niet altijd werkt. Als je de dingen nuchter bekijkt en alleen logisch beredeneert en niet voldoende uitspreekt, dan raak je uitgesproken. Er komt meer bij kijken dan boerenverstand alleen. Je zult meer kleur en emotie in het debat moeten leggen. Veel meer dan nuchterheid alleen zullen we maar zeggen. Maar het Von Martels-effect? Nee, dat gaat niet zomaar. Ik ben een van de negentien Kamerleden binnen de fractie en ben meer met het teambelang dan met het eigenbelang bezig. Wat mijn boerenverstand betreft: ik ben nu onder andere woordvoerder op Natuur. Daar zitten onderwerpen in die sterk gerelateerd zijn aan landbouw en de agrarische sector. Wat wij als CDA steeds weer voor het voetlicht willen brengen is dat wij  graag de natuur willen versterken. En dat we ook de biodiversiteit willen bevorderen. Maar we zijn fel tegenstander van Natura 2000.’

Natura 2000: een heel natuurnetwerk van 162 natuurgebieden in Nederland. Dat klinkt als een omvangrijk en geordend programma dat de natuur in Nederland graag in stand wil houden. Wat is daar mis mee?
‘Het is een soort keurmerk met allerlei dwingende regelgeving. Het staat ook allerlei mogelijkheden voor agrarische activiteiten in de weg. We vinden eigenlijk dat het Natura 2000 toe is aan een grote “opschoonbeurt”. Breng het bovendien meer overeen met het klimaatbeleid en zorg ervoor dat de onlogische keuzes uit het verleden worden hersteld. Ook moeten in Natura 2000 opeens landbouwbedrijven die daar al eeuwen zitten, weg. Wij vinden juist dat agrarisch natuurbeheer bevorderd moet worden. Agrarische landbouwbedrijven moeten hiervoor nog wel een aantal stappen zetten om dat vorm te geven. Je hoeft dan geen bedrijven uit te kopen maar je kunt de bedrijven op een natuurvriendelijke manier laten ontwikkelen. Ik zeg: Voor de natuur maar tegen Natura 2000. Ik denk dat ik er maar weer een column over ga schrijven. Want het is lastige materie en best moeilijk uit te leggen aan het grote publiek. Vergelijk het met een Michelinster. Als een restaurant een ster kwijtraakt, betekent dat niet dat je daar niet meer goed kunt eten. Alleen is het stempel weg. Maar dan kun je als chef-kok wel zonder pretentieus te zijn, veel creatiever koken. Dat is precíes hetzelfde met Natura 2000. Met dat keurmerk verlies je alle flexibiliteit en daar zijn zowel landbouw als natuur niet bij gebaat.’

Wat wij als CDA steeds weer voor het voetlicht willen brengen is dat wij  graag de natuur willen versterken. En dat we ook de biodiversiteit willen bevorderen. Maar we zijn fel tegenstander van Natura 2000.

We zitten nu sowieso in een rare tijd. Je hebt het tot nu toe over de restricties die de landbouwbedrijven worden opgelegd. Wat mis jij nu het meest met de restricties qua Coronamaatregelen in je werk?
‘Ik mis het contact met collega’s, fractiegenoten, collega-Kamerleden. Het oogcontact is weg. Het samen even optrekken na de debatten. Op afstand spreken brengt toch een ander gevoel met zich mee dan de nabijheid van iemand. Als boer zijnde heb ik natuurlijk al een sociaalarm beroep hè. Want je ziet op je eigen erf niet zo veel. Maar toch had en heb ik altijd de behoefte gehad om mensen te blijven zien. Daarom ben ik ook bestuurlijk actief geworden en ben ik veel met sport bezig geweest. Mensen ontmoeten is een hele leuke en belangrijke component van het leven op aarde.’

Ik ben redelijk technisch. Maar als ik wat sneller was geweest dan was ik wel een goede voetballer geworden.

Zullen we het interview afsluiten met een klein kijkje in de keuken van je sportieve carrière?
‘Ik voetbal al heel lang. Ik heb een behoorlijke periode in eerste elftallen gevoetbald. Het eerste van Dalfsen van Vilsteren maar ook van Ommen. Met het intreden van Corona is dit overigens het kortste seizoen uit mijn carrière geworden. Seizoen 51 heb ik afgerond en in september kan ik hopelijk beginnen aan een 52e editie. Ik stond altijd linksbuiten. Nu sta ik centraal. Ik ben redelijk technisch. Maar als ik wat sneller was geweest dan was ik wel een goede voetballer geworden. En er is altijd ruimte voor verbetering. De slidings kunnen bijvoorbeeld beter. Daarnaast ben ik ook als springruiter actief geweest. Mijn specialiteit was het onderdeel puissance. Ik heb daar ettelijke malen de “muur” van twee meter overwonnen. Ik zat tussen amateur en professioneel in. Nog meer dan professioneel sporter had ik graag in de sportjournalistiek willen gaan. Toch gaat het boeren boven alles, naast mijn werk in de Tweede Kamer. Maar wie weet ga ik ooit nog schrijven voor de lokale krant. Dat kan altijd nog. Er ís leven na de politiek.’