Betoog Tanja van de Ven 16-12-2022
Voorzitter,
Hier staat een blije christendemocraat. Anders dan het op het eerste gezicht misschien lijkt, is de kloof tussen agrariërs en provincie de afgelopen dagen een flink stuk kleiner geworden.
De ZLTO reageerde via de media verbolgen dat in de statenmededeling de datum van 1 januari 2024 nog steeds van kracht is. Daar heeft de ZLTO gelijk in, maar het CDA leest toch vooral de Gedeputeerde Staten erkennen dat die datum onmogelijk is.
Zo schrijven GS dat het, ik citeer, “praktisch gezien niet aannemelijk is dat veel ondernemers tijdig de stalaanpassingen daadwerkelijk doorgevoerd zullen kunnen hebben”.
GS erkent in het stuk dat we van agrariërs dingen vragen die domweg niet kunnen. Het gaat niet langer om de vraag of het wenselijk of nodig is om emissies terug te dringen – nee, het gaat om de vaststelling dat het niet kan.
De situatie lijkt verdacht veel op die van enkele jaren geleden. Weet u nog, voorzitter, dat destijds 1 januari 2022 als datum was vastgelegd? En kunt u zich voorstellen in wat voor ellende de agrarische sector nu zou verkeren als het CDA in 2019 die deadline toen niet had weten te verzetten? Als de boeren nu werden afgerekend op die onhaalbare eisen? Bovendien is het is het niet te rijmen dat GS enerzijds miljoenen steekt in 25 pilots om innovaties te versnellen (incl. doelsystematiek en monitoring sensoren) en anderzijds stelt dat eind volgend jaar alle stallen emissie-arm moeten zijn.
Voorzitter, ik richt me in het bijzonder tot de statenleden en fracties die omwille van duurzaamheid, biodiversiteit, gezondheid, natuur, bodem- en luchtkwaliteit streng willen zijn. En die zo nu en dan denken dat ze met hun streven recht tegenover agrariërs staan.
Tegen hen zeg ik in de eerste plaats: het is technisch onmogelijk om boeren te houden aan de eerder gestelde doelen. Nogmaals: het gaat er niet om wat er moet gebeuren, het gaat erom wat er kan. GS, Rijksoverheid, RIVM, Raad van State en tal van andere overheden en overheidsinstellingen zijn er akelig duidelijk over.
We kunnen net zo goed van boeren vragen om de zwaartekracht af te schaffen. Het. Kan. Niet.
Landbouw en natuur hebben elkaar nodig Ze zijn bondgenoten. Het blijkt echter onmogelijk om boeren te houden aan de IOV gesteld doelen en de daaraan gekoppeld termijn. Boeren willen wel degelijk innoveren; sterker nog; daar staan ze wereldwijd om bekend! We moeten niet hoger reiken dan realistisch is. En juist dat deden we eerder met onze dromen over stalinnovaties. Kan er dan niks? Natuurlijk wel! Boeren werken hard aan maatregelen op gebied van voer- en management, bronmaatregelen en Natuurinclusief. (hiertoe dienen wij een motie in)Boeren zitten niet stil en hunkeren naar ondersteuning!
Op de tweede plaats roep ik de statenleden en, over hun hoofden heen, de samenleving op om kennis te vergaren. Kennis over doelvoorschriften, over middelenvoorschriften en over technische, juridische, economische en maatschappelijke mogelijkheden en onmogelijkheden.
Maar bovenal: neem kennis van hoe agrariërs hun stinkende best doen om mee te bewegen met de veranderende tijdgeest. Hoe ze hard werken om tegemoet te komen aan de, overigens terechte, wensen leefbaarheid, natuur en milieu verbeteren. En hoe ze proberen om dat te doen binnen de nu erkende belemmeringen en beperkingen. Hoe ze proberen om tegelijkertijd hun bedrijf overeind te houden en hoe ze de voedselproductie proberen te garanderen.
Voorzitter, wat wij van agrariërs vragen is bijna bovenmenselijk. Laat ik er één zaak uitpikken: de verantwoordelijkheid van agrariërs om voedsel te produceren.
Over die core business van de boer gaat het te weinig. Boeren maken voedsel. En dat voedsel wordt de komende jaren schreeuwend duur. Lees wat de Wageningse landbouwtechnoloog Wouter de Heij erover zegt. Hij stelt dat de Nederlandse boeren klem zitten. Hun afnemers zijn vier tot vijf organisaties, samen goed voor de levering van 90 procent van de voedselproducten aan supermarkten. Machtige inkopers die niet alleen de boeren in de tang hebben, maar ook de 17,5 miljoen Nederlandse consumenten.
De boeren worden onder druk gezet om alsmaar goedkoper te produceren. Ga er maar aanstaan: alleen de prijs van kunstmest is de afgelopen jaren al vertienvoudigd.
De voedselprijzen zijn nu al 20 procent hoger dan een jaar geleden en dat terwijl we nu eten kopen dat voor een groot deel is geproduceerd voor de energiecrisis. Voorzitter, in 2023 worden we geconfronteerd met lege kassen. Vindt u de groente en fruit in de supermarkt nu al duur? Dat is nog niks. We stevenen af op een voedselcrisis die zijn weerga niet kent.
Ik sta hier wat uitgebreider bij stil omdat we er als politiek juist nu voor de agrariërs moeten zijn!! De agrariërs weten wat er op hen en de samenleving afkomt. De agrariërs voelen zich gemangeld tussen wens en werkelijkheid. Tijdens mijn vele en intensieve contacten met boeren zie ik waar het toe leidt. Ik zie hoe psychische klachten toenemen bij boeren, hun partners en gezinnen. Ik zie de stress. En steeds vaker zie ik dat boosheid plaatsmaakt voor neerslachtigheid en verdriet.
Dat is niet goed, voorzitter. Dat is he-le-maal niet goed.( hier toe dienen wij een motie in)
Het is tijd voor duidelijkheid en perspectief. De datum van 1-1-2024 is feitelijk van tafel en we zullen via een tijdslijn duidelijk moeten maken wat wanneer wel kan en daar waar het moet ook de Omgevingsverordening aan te passen. Het uitstel van een half jaar, zoals de VVD via de media liet weten, geen recht doet aan die realiteit. Om te laten zien dat we trots zijn op onze voedselproducenten. Dat we erkennen dat zowat iedereen rond de agrariërs er een potje van heeft gemaakt. Het is tijd voor eerlijkheid, rechtvaardigheid en dus voor een kentering.
Die kentering begint vandaag. Als links en rechts en alles wat daar tussen zit vaststellen dat we samen met agrariërs moeten werken aan een schone bedrijfstak en dat daarvoor ruimte, geld en tijd nodig is. Dan moeten we daarvoor gaan! Dat is een kwestie van gezond boerenverstand.
Voorzitter, bij deze lees ik het dictum van de motie met die naam, ‘Gezond Boerenverstand’ dus, voor te lezen.