Spreektekst Coen Hendriks – Debat over begrotingswijziging Uitvoeringsprogramma Energie op 22/11
Spreektekst1 Coen Hendriks – Lid Provinciale Staten Noord-Brabant
Debat over de begrotingswijziging Uitvoeringsprogramma Energie 2020-2023
(22-11-2019)
Voorzitter,
Goed zijn voor elkaar: daar hoort ook bij dat je kijkt naar de wereld om je heen. Die van vandaag, maar ook die van morgen. Dat je daar zuinig op bent, zodat we de aarde verantwoord kunnen doorgeven aan de volgende generatie.
Gegeven de klimaatontwikkeling zullen we anders moeten omgaan met o.a. energie. We zullen ons gedrag moeten aanpassen en innovaties stimuleren én faciliteren. Deze innovaties bieden kansen: innovaties zorgen voor werkgelegenheid, innovaties kunnen we exporteren, en in innovaties zit een verdienmodel.
Juist vanwege de innovatiekracht die er in Brabant is, is de CDA-fractie voorstander van het bij elkaar brengen van zogeheten ‘koplopergemeentes’ en bedrijven om hun kracht te benutten. We zijn blij dit terug te lezen in het Uitvoeringsprogramma.
Maar met onze ambitie moeten we ook realistisch zijn en altijd oog blijven houden voor de gevolgen van wat we doen. Niet alleen de technische en economische aspecten, maar ook de acceptatie door onze inwoners en bedrijven.
Het college vraagt aan ons om in te stemmen met een begrotingswijziging voor het toewijzen van middelen ten behoeve van het Uitvoeringsprogramma Energie. Dit uitvoeringsprogramma zelf hebben we reeds vastgesteld, vandaag stellen we het budget vast om het te kunnen uitvoeren. Een paar vragen en opmerkingen over het programma en hoe we het geld daarvoor gaan inzetten.
In het Uitvoeringsprogramma staat dat we voor wat betreft zonne-energie de voornaamste focus van de provincie is het ondersteunen van gemeentes. We gaan een actieve bijdrage leveren aan het ten volle benutten van de daken, in beeld brengen hoe we e.e.a. kunnen versnellen: prima. Maar gaan we ons dan ook actief inzetten om geen zonneweides aan te leggen op vruchtbare (landbouw)grond? Graag een reactie van de gedeputeerde.
‘Tussen de verschillende opgaven zijn diverse koppelkansen: energie als inkomstenbron voor agrariërs of als verdienmodel voor de natuur’ (pag. 14). Wat wordt hiermee bedoeld? We gaan toch geen windmolens of zonneweides aanleggen om natuur te financieren? Graag een reactie van de gedeputeerde.
Verder: ‘in de komende periode verkennen we hoe we de verdiencapaciteit van energieproductie kunnen inzetten voor de realisatie van nieuwe natuur of de aanleg van bos’ (pag. 14).
Is het niet verstandiger om de verdiencapaciteit van de energieproductie in te zetten voor het in stand houden van bestaand bos en bestaande natuur? Of om deze verdiencapaciteit in te zetten voor de leefbaarheid?
De energietransitie kan alleen slagen door samen te werken. Op strategisch niveau gaan we samenwerken met ons netwerk. Om de ontwikkelingen van de Brabantse energietransitie te volgen, te monitoren en waar nodig bij te sturen, wordt er een ‘strategic energy board’ opgericht.
Op pag. 35 staat geschreven dat ‘we streven naar oprichting van het strategic energy board in 2020’. Dit is een vaag streven. Kan het college niet toezeggen dat oprichting daadwerkelijk plaatsvindt in 2020??
Door vandaag de middelen toe te kennen, borgen we dat we als provincie een rol kunnen blijven spelen in de energietransitie en dat er in de uitvoering geen gat valt. Als CDA-fractie staan we positief tegenover dit voorstel, maar willen we nog wel duidelijke antwoorden op de gestelde vragen.
1 Alleen het gesproken woord telt.