CDA-burgerraadslid Henk de Wert stelt raadsvragen bomenkaart
Burgerraadslid Henk de Wert heeft namens het CDA Breda vragen gesteld over de bomenkaart van de gemeente. Deze bomenkaart bepaalt welke bomen wel of niet gekapt mogen worden en hierover ontstaat met enige regelmaat discussie. De bomenkaart is bedoeld als deregulering maar het is niet zeker of dit ook het gewenste effect weet te bereiken. Daarom stelt het CDA de volgende vragen:
- Waardevolle bomen dienen te worden beschermd. Daarom is voor de kap van deze waardevolle bomen een kapvergunning vereist.
Het blijkt dat bij aanvraag van een kapvergunning van deze bomen deze in 90% van de gevallen wordt verleend.
In hoeverre is dan nog sprake van bescherming als die kapvergunning zo vaak wordt verleend?
- Burgers maken zich zorgen omdat men in grote mate van mening is dat bomen beschermd moeten worden. Men vraagt zich af in hoeverre er ook inbreng is van de burgers bij dit soort activiteiten in hun leefomgeving. Vooralsnog blijkt dat in sommige gevallen een rechtsgang volgt omdat burger ontevreden zijn zowel over de communicatie als over de betrokkenheid
- Wat betreft de bomenkaart is er sprake van verzamelde gegevens over het bomenbestand.
Hoe inzichtelijk zijn deze gegevens met name hoe zijn deze gegevens verzameld en op welke wijze zijn die verifieerbaar
Vervolgens rijst dan de vraag hoe de rapportage tot stand is gekomen. - Er is sprake van waardevolle bomen. De vraag rijst eveneens wat dan waardevolle bomen zijn en welke bomen geclassificeerd worden als waardevol.
Graag ontvang het CDA inzicht hierin en wel door het beschikbaar stellen van de lijst van waardevolle bomen die de gemeente hanteert. - Vraag: welke opdracht krijgen de uitvoerende instanties?
Gevraagd hebbende aan de uitvoerende personen waarom de ene boom wel en de andere niet door hen gekapt werd luidde het antwoord:
Door de gemeente Breda geplantte bomen zijn beschermd, wilde bomen niet en die mogen gekapt worden
6: zijn de uitvoerders van de verordening met deze classificatie op pad gestuurd?
Zo niet, welke definitie zou dan door hen gebruikt moeten worden en hoe vindt de controle daarop plaats?
7. Als de voorbereiding van de bomenkaart en overleg met de stichting Vrienden van de Bavelselaan – de initiatiefnemers voor de burgersessie- overgedaan zou kunnen worden, zou de wethouder dan dezelfde wijze van communiceren en in overleg treden volgen of zou hij met de wetenschap van nu voor een andere methode kiezen?