09 juli 2014

Plan van aanpak Urgentiegebieden

Op 8 juli 2014 werd in de commissie Ruimte en Economie voor de tweede keer gediscussieerd over het plan van aanpak urgentiegebieden. In deze vergadering was de CDA fractie vertegenwoordigd door Benny Munsters en Carel Dahmen. De volgende inbreng is geleverd: 

 

Als CDA-fractie vinden we dat we onze ogen niet mogen sluiten voor de gevolgen van schaalvergroting in de food agro sector waarbij de productie is gericht op kostenminimalisatie.  De toenemende maatschappelijk weerstand, zorgt voor een afzwakkend draagvlak voor de sector.

 

De CDA-fractie is van mening dat de transitie naar een zorgvuldige en duurzame veehouderij verder vorm moet krijgen en dat dit stapsgewijs zal moeten plaatsvinden. Het gezinsbedrijf moet in onze ogen gefaciliteerd worden zodat het mogelijk is om de transitie naar een verdraagzame veehouderij te maken. Een fatsoenlijk inkomen is hierbij essentieel en met name ook jonge boeren moeten voor de sector behouden blijven.

 

Volgens de CDA-fractie is bij deze transitie de hulp van de totale keten noodzakelijk. Een zeer belangrijke convenant daarin is het Verbond van Den Bosch waarin diverse partijen hun handtekening gezet hebben voor de verduurzaming van de keten. Momenteel lijkt het er op dat alleen de boeren de gemaakte afspraken moeten nakomen, en dat de Retailsector achter blijft.

 

Toch ervaren we bijna wekelijks doelbewuste lastercampagnes gericht tegen de hardwerkende Deurnese gezinsbedrijven, waardoor mensen, inwoners van Deurne ‘verantwoordelijk worden gehouden voor de sociale ontwrichting en het levensgevaarlijke woonklimaat op het platteland’ zoals wordt gezegd. Volgens de CDA-fractie leidt dat niet meer tot discussie maar tot een verdere polarisering tussen boer en consumenten (burger).

 

Het gevolg hiervan is dat we af drijven van het gezamenlijke doel: een verdraagzame veehouderderij, met aandacht voor de volksgezondheid en met voldoende draagkracht op sociaal, ecologisch en economisch gebied. 

 

Vanavond spreken we als commissie ons uit over het plan van aanpak voor urgentiegebieden, waarin de wethouder, volgzaam aan de provincie noord Brabant, ons toezegt dat hiermee de problematiek in de intensieve veehouderij voor 2020 wordt opgelost. Wij hebben veel bewondering voor de  wethouder dat zij de doelstelling heeft dit complexe proces met veel onduidelijkheden waar te maken in het belang van de inwoners van Deurne.

 

Als geen ander begrijpen we als CDA-fractie dat het voor de wethouder een lastige opgave wordt, aangezien de provincie de problemen van de intensieve veehouderij bij de gemeenten over de schutting gooit, waarna gemeentes wederom de verantwoordelijk doorschuiven naar de boeren en burgers.

 

De  aanpak is, volgens de CDA-Fractie is alleen kansrijk als het mogelijk is een reëel en haalbaar verbeterplan op te stellen waarmee de overschrijdende

overlast daadwerkelijk teruggedrongen wordt. Volgens de CDA-fractie worden er richting burgers en boeren verwachtingen gewekt die niet zijn waar te maken.

 

Het plan van aanpak spreekt zich niet uit over de haalbaarheid. Het wordt duidelijk dat we aan de voorzijde de uitvoerbaarheid van het plan van aanpak niet kunnen borgen, de CDA-fractie vind zolang hierover geen duidelijkheid kan worden gegeven, dit getuigen van een vorm van onverantwoordelijk bestuur om hiervoor gemeenschapsgeld aan te wenden.

 

Concreet de voorliggende methodiek tot aanwijzing van urgentiegebieden resulteert in een vermindering van productielocaties, concentratie van het aantal dieren, waarmee overlast volgens geldende criteria geur en fijnstof worden terug gedrongen. Daarmee verliezen onze prachtige gezinsbedrijven van onze Deurnese boeren, blokkeren we het toekomst perspectief voor onze jonge boeren en het levert geen effectieve verbetering voor de volksgezondheid.  De CDA-fractie overweegt daarmee in het belang van onze inwoners, niet in te stemmen met voorliggende methodiek, en vraag de wethouder navolgende opmerkingen te verwerken in het plan van aanpak.

 

          Onze insteek zou zijn om eerst een soort van ‘knelpunten’ onderzoek uit te voeren. Maak maar eens inzichtelijk welke bedrijven op dit moment de hoogste achtergrondbijdrages leveren. Als dat inzichtelijk is zou je inzichtelijk moeten maken of de omgeving van die bedrijven een echte ‘veehouderij’ omgeving is met relatief weinig burgers, of zitten er veel burgers in de omgeving van die bedrijven. Wanneer er veel burgers rond die bedrijven wonen, dan zou je daar een urgentiegebiedje van kunnen maken. Hierdoor leg je de urgentiegebieden daar neer waar ze ook voor bedoeld zijn en zet je de overige bedrijven niet volledig op slot die er zelf niks aan kunnen doen..        De CDA-fractie verzoekt te onderzoeken waar uitwijklocaties komen om bedrijven of burgers te kunnen plaatsen. .        Blijkbaar worden de mogelijkheden voor fondswerving onderzocht. Voor de uitvoerbaarheid vraag de CDA-fractie een fonds ontwikkelen waar voldoende financiële middelen in zitten om ook daadwerkelijk aan de slag te kunnen met voorgenomen verbetering. Provincie en Rijk zullen hierin eerst een flinke donatie moeten doen om het werken met urgentiegebieden enigszins succesvol te kunnen oppakken. Om te voorkomen dat we tijd en geld inversteren in een bodemlozen put, vraagt de CDA-fractie een waarborg mbt het innovatiefonds.      Aangezien het niet duidelijk is hoe verbeterplannen er uitkomen zien verzoeken we als CDA fractie op voorhand het plan van aanpak, de juridische, uitvoering en financiële haalbaarheid van de verbeterplannen te borgen.       Om innovatie te stimuleren, verzoeken we op gemeentelijk niveau mee te werken aan bijvoorbeeld vernieuwen van stallen om kwaliteitsverbetering in het leefklimaat direct te realiseren, voorgaande middels een mogelijke  korting op de leges. Immers elke nieuwe stal die een oude vervangt is een verbetering voor het leefklimaat. Daar heb je geen urgentiegebied voor nodig en levert direct resultaat..        Wanneer we niet uitgaan van bedreiging, verzoeken we gezamenlijk te kijken naar de kansen. Is de wethouder, samen met andere fracties bereidt, om als pilot, middels de urgentiegebieden voor te sorteren op het VAB beleid, waarmee een uitnodigend perspectief kan worden gegeven om nieuwe economische activiteiten mogelijk te maken binnen de aangewezen gebieden.      Voor boeren welke gebruikmaken van de stoppersregeling zijn de belangrijkste financiële prikkels het kunnen verwaarden van hun locatie en subsidieregelingen, of een combinatie ervan.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.