16 oktober 2007

Thema-avond “BUITENGEBIED IN BEWEGING”

Het CDA Deurne, heeft dinsdag 16 oktober een thema bijeenkomst gehouden met als onderwerp: “Buitengebied in beweging”. Deze goed bezochte avond had als doelstelling de lokale politici een richting te geven, waar de accenten moeten komen te liggen als het gaat om het bestemmingsplan buitengebied en de multifunctionele inrichting van het buitengebied. Na verschillende inleidingen werd het thema met vragen vanuit de zaal verder uitgewerkt.

Doorzettingsvermogen

Na een welkomstwoord van de nieuw gekozen voorzitter van het CDA, Bob Wagemaker, werd de regie van de avond door hem overgedragen aan Iwan Gijsbers, fractievoorzitter van het CDA Deurne. Bij de inleidingen werd de spits afgebeten door Jan Beijers die een zorgboederij runt in de Neerkant. In 2000 werd het idee geboren om zo’n zorgboederij te starten waarmee dagverzorging voor (dementerende) ouderen mogelijk kan worden gemaakt. Maar voordat zoiets gerealiseerd kan worden dient het nodige advies te worden ingewonnen. Daarnaast komt bij zo’n nieuwe functie onmiddellijk het bestemmingsplan kijken. Wat kan er wel en wat kan er niet gerealiseerd worden. Het overleg om met bestaande grotere Zorginstellingen in zee te gaan heeft veel tijd in beslag genomen. Ook de procedures om het allemaal goed te regelen qua bestemmingsplan nemen zeer veel tijd in beslag. Met regelmaat wordt je er wanhopig van. Uiteindelijk heeft in 2006 realisering plaats gevonden. De zorgboederij van de familie Beijers biedt plaats voor 12 gasten per dag. 

 

Gemeente faciliteert, ondernemers moeten met plannen komen

Chris Biemans is voor de gemeente Deurne projectleider Buitengebied en Reconstructie. “Het borrelt in het buitengebied”, opent Biemans zijn inleiding. Vanuit het verleden zijn velen problemen ontstaan vanuit de concentratie van intensieve veehouderijen. Uiteindelijk is dit aanleiding geweest om de Reconstructie op te zetten. Pakken papier zijn vol geschreven over hoe dit aan te pakken en uit te voeren. Voor de gemeente worden met 2 fulltime medewerkers aan dit onderwerp gewerkt. Kansen moeten gegrepen worden als particulier initiatiefnemers met plannen komen. De gemeente dient dan een faciliterende rol te hebben. Dit faciliteren betreft enerzijds regelgeving en anderzijds financiën. Doel hierbij is de leefbaarheid op het platteland te verbeteren. Met name de laatste jaren is de gemeente zeer actief met het opzetten van de zogenaamde IDOP’s (Integraal Dorps Ontwikkelings Programma). In overleg met bewoners komen deze tot stand. Dit is belangrijk om er zeker van te zijn dat de leefbaarheid verbeterd wordt.

Tekort aan slaapgelegenheden

Bert v.d. Einden runt samen met familie een bedrijf op gebied van café/horeca, varkenshandel en akkerbouw. Zij focussen steeds meer op activiteiten rondom hun horecabedrijf waarbij het buitengebied betrokken wordt. Arrangementen zoals GPS tochten en Peelsafari’s zorgen ervoor dat recreatie in het buitengebied verder gestimuleerd wordt. Uit diverse hoeken komt met naar de Liesselseweg. Van den Einden moet echter constateren dat de verschillende groepen (families, vrienden) weekenden of midweken in de regio verblijven. Deurne heeft te weinig slaapgelegenheden en Willibrordhaeghe richt zich te veel op 1 bepaalde doelgroep. In het begin zijn er nogal problemen geweest als het gaat om de acceptatie van de verschillende nieuwe gebruiksvormen van het buitengebied. Heel langzaam aan begint dit minder te worden. Acceptatie is belangrijk om de multifunctionaliteit die het buitengebied kan bieden ook daadwerkelijk te gebruiken. Zo heeft Van den Einden plannen om roeiboottochten uit te gaan zetten.

Bereikbaarheid

Henk Raaymakers van ZLTO geeft aan dat het buitengebied grote veranderingen doormaakt. Door de toename van het gebruik van het buitengebied wordt de bereikbaarheid van dat buitengebied steeds belangrijker. Het wordt er steeds drukker en we hebben al te maken met een enorme achterstand in het onderhouden van onze wegen in het buitengebied. Vorig jaar is met de aanpak gestart waarbij 500.000 euro beschikbaar is gekomen, echter het is een druppel op een gloeiende plaat. Momenteel wordt gewerkt aan het tot stand komen van een leidraad hoe om te

gaan met de bestaande zand en puinwegen in het buitengebied wat een goed handvat geeft hoe om te gaan met deze wegen. Upgraden of downgraden! Het ZLTO wil er voor waken dat het buitengebied goed bereikbaar is en dat er een veilige wegenstructuur voor handen is. Daarom pleit het ZLTO voor een masterplan voor het buitengebied. Hiervoor is budget nodig om de inhaalslag te maken. Geen dynamisch buitengebied zonder goede wegen.

Flinke Discussie 

Hierna volgde er een levendige discussie onder leiding van fractievoorzitter Iwan Gijsbers. Zo werd er bijvoorbeeld een suggestie gedaan om het buitengebied gevarieerder te maken door meerdere soorten gewassen te telen in plaats van voornamelijk Maïs. ZLTO deelt die zorg en weet dat dit historisch zo gegroeid is. Met name de regelgeving werpt hierin grotere blokkades op. “De boer krijgt de kans niet meer om zijn vee buiten te laten lopen door de verschillende regels.” Tegenstrijdige wetgeving? Ook werd er aandacht gevraagd voor de negatieve gevolgen van het Jacobskruid. Evert van Kampen pleitte al langer voor maatregelen en vanuit de discussie was duidelijk dat door verschillende aanwezigen dit mede wordt onderstreept. Een ander vraag vanuit het publiek was: “Waarom mogen we de Peel niet meer in”. Hiermee werd vooral het punt bij de Duikelaar bedoeld achter bij de Eikenlaan in Liessel. Er is een langere tijd te weinig invloed vanuit Deurne op dit vlak uitgeoefend. Dit is inmiddels weer bijgesteld maar de onderhandelingen van toen zijn gelopen. Ook werd er nog flink gediscussieerd over hoe ideeën sneller gerealiseerd kunnen worden. Te vaak wordt er door partijen defensief gehandeld in het samenwerken.

Conclusie van de avond was dat het buitengebied alleen nog maar zal gaan borrelen als de diverse betrokken partijen bereid zijn samen elkaar hierin te steunen. Waarbij de politiek de eindkeuzes maakt.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.