Extra opgave voor gemeente Etten-Leur door Spreidingswet
Je vraagt je met regelmaat af hoe het mogelijk is dat in een beschaafd land zoals Nederland geen adequate opvang voor statushouders kan worden gevonden. De beelden van een overvol aanmeldcentrum in Ter Apel, staatssecretaris Van der Burgt die met tranen in de ogen staat en 3 een wanhopige burgemeester die opkomt voor de openbare orde in zijn gemeente, staan op ons netvlies.
Een deel van deze problemen is te wijten aan regeringsbeleid. In het vorige kabinet Rutte is er drastisch gesneden in opvanglocaties van het COA. De verkiezingswinst van PVV en NSC maakten de onzekerheid over opvanglocaties aanvankelijk groter. Deze partijen zijn voorstander van een beperking van de instroom van asielzoekers. Dat laatste is op zich een logische gedachte. We kunnen niet iedereen woning, werk en welzijn bieden. Zeker niet als je ziet hoe groot de woningnood in Nederland is. Tegelijkertijd moeten we ons realiseren dat de Nederlandse economie een open economie is. Door een tekort aan arbeidskrachten zijn we deels afhankelijk van buitenlandse werknemers in de techniek (ASML), maar ook in de landbouw, bouw en logistiek. Het leek erop dat de Spreidingswet -die vorig jaar in de Tweede Kamer was aangenomen- het niet zou redden in de Eerste Kamer. Maar toch bleek het anders te gaan. De Spreidingswet is aangenomen en per 1 februari 2024 in werking getreden.
Het gevolg is nu dat elke gemeente in Nederland een evenredig deel van de mensen met een status van tijdelijk verblijf of waarvan het waarschijnlijk is dat zij deze zullen krijgen, moet huisvesten. Voor 1 januari 2025 moet elke gemeente een concrete invulling presenteren. Voor onze gemeente betekent dit dat we 257 mensen een passende huisvesting moeten bieden.
In overleg met de gemeenteraad heeft het college in 2023 al een aantal criteria opgesteld waaraan een mogelijke opvanglocatie moet voldoen. De komende tijd zal door het college in overleg met het COA gezocht worden naar een passende huisvesting in Etten-Leur. En zal de gemeenteraad vervolgens hierover ook in de gelegenheid worden gesteld een oordeel te vormen.
Ger de Weert (email: [email protected] )