Vitaal Buitengebied kan niet zonder de boer
Vrijdag 4 maart 2022 bracht Tweede Kamerlid Derk Boswijk een bezoek aan het melkveebedrijf van de familie Sweep aan de Rijsbergseweg in Etten-Leur. Bij dat bezoek stond de vraag centraal welke ruimte er is in de toekomst voor boerenbedrijven in het Buitengebied.
Bij het gesprek waren ook aanwezig Mariëtte Nooijens melkveehouder en tevens lid van de CDA fractie in de gemeenteraad en Ger de Weert wethouder. Johan Trouw en Peter Ammerlaan sloten namens de ZLTO Etten-Leur aan . En Ankie de Hoon was er als fractievoorzitter van CDA Brabant.
In het regeerakkoord staan afspraken om de agrarische sector te hervormen. Het kabinet wil minder uitstoot van stikstof en fijnstof. Dit gaat gepaard met investeringen in bestaande boerenbedrijf om uitstoot tegen te gaan en een ander inrichting van het platteland. Meer ruimte voor biodiversiteit. Maar hebben de agrarische ondernemers voldoende ruimte om daarin te investeren ?
Gilbert Sweep formuleert aldus: “We hebben hier een familiebedrijf dat al generaties boert op deze plek. Daarbij hebben we altijd oog gehad voor de grond waarop we boeren. We zijn er zuinig op en weten als geen ander dat uitputting of overbemesting uiteindelijk het bedrijf in gevaar brengt”. De oproep die Gilbert doet aan de politici is om de agrarische ondernemers ruimte te geven om de gewenste omslag te kunnen maken. Geef hun de middelen en het vertrouwen dat ze dit kunnen.
Derk Boswijk onderschrijft deze oproep. De oplossing van vraagstukken ligt niet in Den Haag, maar lokaal. Het grootste deel van de ondernemers in de landbouwsector is gericht op de continuïteit van het bedrijf op lange termijn. Hij benadrukt daarbij het feit dat we als Nederland zelfvoorzienend moeten blijven voor onze voedselproductie. Daarnaast is Nederland in staat om voedselproducten te exporteren en dat is goed voor onze economie. Voor de transitie in de landbouw zijn vele miljarden uitgetrokken. Een deel van deze middelen zijn nodig voor boeren om te kunnen investeren in de toekomst. Niet alleen voor het eigen bedrijf maar ook in natuurbeheer dat door de boer zelf kan worden uitgevoerd. Derk is sterk voorstander van een gebiedsgerichte aanpak.
Mariëtte Nooijens doet een beroep op duidelijke spelregels. “Op dit moment zijn de opbrengsten in een melkveebedrijf niet zodanig dat je daar een forse investering mee kunt bekostigen. Je investeert immers in minder uitstoot, maar dit leidt niet tot meer opbrengsten van de producten van het bedrijf. Daarnaast is er ook nog de rechtsonzekerheid. Want als je in een nieuwe stal investeert wil je wel de zekerheid dat je voor langere tijd aan de regels voldoet en je met het aantal koeien door kunt.” Dat vraagt dus om duidelijke regels aan de voorkant. Nu is er veel onduidelijkheid bijvoorbeeld rondom status van de pas-melders. Zowel Derk Boswijk als Ankie de Hoon onderschrijven de noodzaak van duidelijkheid van de regels en procedures.
In Brabant is de ambitie om nieuwe stalsystemen in te voeren groot. De Provincie heeft afgesproken daartoe in 2024 zo veel mogelijk nieuwe stallen te willen hebben die een forse daling van uitstoot van broeikasgassen en fijnstof mogelijk maken. Hoe realistisch is dat ? Ankie de Hoon over deze ambitie: “Deze ambitie staat opgenomen in het bestuursakkoord van de Provincie. Op dit moment wordt middels een routekaart in beeld gebracht welke stappen kunnen worden gezet en wat de risico’s zijn. Landelijk beleid is daarbij van belang. Tegelijkertijd hebben we als CDA aangegeven dat nieuwe stalsystemen alleen kunnen als deze ook bewezen minder uitstoot tot gevolg hebben. Deze toets is belangrijk. Anders kun je deze aanpassingen ook niet doorvoeren in het boerenbedrijf.”
Derk Boswijk ondersteunt deze lijn vanuit de landelijke politiek. Daarbij geeft hij aan dat ook vanuit het Rijk nu extra middelen komen om deze nieuwe stalsystemen mogelijk te maken. Realisme, maatwerk en samenwerken met de sector brengt ons naar de juiste einddatum van deze transitie van stalsystemen in 2028.
De conclusie van het gesprek is dat als je een vitaal platteland wilt behouden, dan is de rol van de boer daar cruciaal in. Zonder de boer heeft het platteland geen toekomst.