Hoe we ons zorgstelsel wél kunnen inrichten voor goede zorg voor jong en oud
Vorig jaar ben ik als wethouder benoemd om onder andere de schrijnende situaties in de ouderenzorg op de politieke agenda te krijgen. Als oud-wijkverpleegkundige en beleidswetenschapper is het voor mij duidelijk dat het huidige overheidsbeleid voor de ouderenzorg om meerdere redenen niet wenselijk is en niet past bij de waarden en normen van het CDA. Levi&van Santen vertelden in hun podcast dat ze het wel bijzonder vonden dat iemand zoals ik, uit het veld deze stap naar bestuurder durft te nemen.1 Met deze memo wil ik ook een bijdrage leveren aan het landelijk verkiezingsprogramma van het CDA. De roep van zorgprofessionals om verandering klinkt steeds nadrukkelijker. Zo ook de bijdrage van de CDA Verpleegkundigen voor ons verkiezingsprogramma. Het huidige systeem hoeft niet in een keer te veranderen, maar we gaan wel kiezen voor een andere richting. Minder markt, meer vertrouwen in de professionals, een sterke eerstelijn en beleid gericht op preventie.
Huidige situatie
‘Zelf als het kan, thuis als het kan en digitaal zo lang het kan’. Dit is het uitgangspunt van het huidige ouderenzorgbeleid van demissionair minister Helder2. Dit beleid gaat gepaard met een afbreuk van allerlei ontmoetingsmomenten voor mensen, zoals bij de bakker, de slager, de bank, de kerk, het politiebureau, het buurtgebouw en het regionale ziekenhuis. Dit zorgt voor een samenleving waaraan enkel gezonde en hoogopgeleide mensen kunnen deelnemen. En voor diegene die niet meer deel kunnen nemen is er geen back-up, geen plan B en zelfs geen opschalingsmogelijkheden als het thuis niet meer kan. Marcel Canoy zaagt in een column de drie pijlers van het nieuwe beleid onderuit.3
Onze samenleving stevent af op een dubbele vergrijzing. Dit betekent dat er meer ouderen en ook meer ouderen op hoge leeftijd deel uitmaken van onze samenleving. Hoe gezond je ook geleefd mag hebben, of een goede opleiding hebt genoten, of zelfs zo goed mogelijk je leven probeert in te richten, dit telt allemaal niet meer mee als pech of co-morbiditeit de kwaliteit van leven ondermijnt. Ook de digitale ontwikkelingen zorgen ervoor dat digitaal vaardige 80-tigers met enig vergeetachtigheid, laat staan een vorm van dementie, niet meer meekomen.
Mijn vader, 86 jaar, een van de eerste gebruikers van computers, komt nu met zijn computer, decoder van zijn bank en handen met eelt naar mij toe: “het werkt niet meer, ik kan het niet meer.”
Veel ouderen kunnen niet meer mee, ze vereenzamen, raken ondervoed, zijn afgestompt en voelen zich nutteloos. Ik heb ze als wijkverpleegkundige elke dag meegemaakt. Ik durf te stellen dat voor 20% van de ouderen thuis wonen niet meer wenselijk is, met als gevolg mensonterende situaties. Maar het moet nog wel. Er is geen alternatief.
Hoe komt dit zo, een schets van de thuiszorg sector
De ouderen wonen sinds 2015 zo lang mogelijk thuis, met de mogelijkheid voor ondersteuning door WMO en thuiszorg.4 In de praktijk betekent dit dat de zorg in de thuissituatie steeds zwaarder en complexer wordt. Oudere echtparen van boven de 80-85 zorgen voor elkaar. Ze hebben elkaar tenslotte de belofte gedaan van ‘in voor- en tegenspoed’. Soms de een met dementie en de ander met een steeds beperktere mobiliteit en veerkracht. Schrijnende situaties van uitputting en elkaar niet meer begrijpen zijn de dagelijkse praktijk. Ouderen kunnen dit niet voorkomen want we worden allemaal ouder, er is geen respijtzorg, geen extra thuiszorg, alleen dagbesteding voor mensen met dementie. De hoogbejaarde zonder dementie blijft na alle huishoudelijke en zorgtaken steeds vaker binnen. De behoefte aan steun van mantelzorgers wordt groter en groter.
Daarmee is aangetoond dat thuis wonen zolang het kan een wens is van veel ouderen, maar we moeten als overheid wel een plan B hebben als het niet meer kan. Nu lijkt het net alsof de druppelbril, de aantrekhulp voor steunkousen en de medicijndispenser de (digitale) oplossingen zijn in de thuiszorg. Demissionair minister Helder roept het te pas en te onpas, maar waar dit mogelijk is, wordt het al toegepast. Ik vind het ongelofelijk dat we daar als samenleving genoegen mee nemen. Ouderen hebben geen robot maar aandacht nodig. En de thuiszorg is meer dan alleen steunkousen en ogen druppelen, maar dat beeld is zeer hardnekkig in de media.
Voor de vele professionals die werken in de thuiszorg wordt het daarom steeds moeilijker om schrijnende situaties aan te zien, complexe en zware zorgvragen op te lossen en ze doen wat mogelijk is.
De gevolgen voor de verpleeghuissector
De verpleeghuissector is al jaren figuurlijk ‘op slot’. Er zijn te weinig plaatsen, er wordt niet bijgebouwd, er wordt ‘efficiënt’ personeelsbeleid ingezet ondanks de petitie van Hugo Borst en Carin Gaemers van alweer zeven jaar geleden.5 De gemiddelde levensduur van verpleeghuisbewoners is afgenomen naar nu gemiddeld 9 maanden. De verpleeghuizen zijn daarmee een verlengde hospice geworden. Dit komt omdat de ouderen langer thuis blijven wonen en als ze dan, vaak in een crisissituatie, worden opgenomen in verpleeghuis, is ook daar de instroom complexer en zwaarder. Weet u wat een crisissituatie in huis voor een oudere en voor zijn/haar omgeving betekent? Helaas staan ongeveer 20.000 ouderen op de wachtlijst voor een verpleeghuis, elke dag langer thuis is dichterbij een crisis! Weet u wat dat betekent voor de vele professionals die in een verpleeghuis werken? Toename van complexiteit van zorg, toename van opvang van uitgebluste partners en mantelzorgers, geen band meer kunnen opbouwen met bewoners. Voor de professionals die werken in de verpleeghuis sector wordt het steeds moeilijker om dit aan te zien maar ze doen wat mogelijk is.
Is er wel een personeelstekort?
Daarmee is het mijns inziens logisch dat er een personeelstekort is in de zorg. De zorg is zwaar, complex, soms zelfs mensonterend en onderbezet. In deze sector haken studenten af, haken medewerkers af en moet je wel een heel groot zorgend hart hebben om het vol te houden. ZZPers kiezen voor een andere contractvorm om niet alleen beschikbaar te blijven voor de ouderen waarvoor ze willen zorgen maar ook energie overhouden om voor zichzelf en hun eigen netwerk te blijven zorgen.
Wat zijn dan wel de oorzaken
En daar gaan de volgende punten over. In het huidige beleid wordt personeelstekort – er zouden onvoldoende professionals zijn om alle zorg te leveren – gebruikt als argument om niet meer te bouwen. Ten eerste bedanken velen dus voor dit werk, zoals hierboven beargumenteerd.
Ten tweede zijn er heel veel mensen die aan de zorg werken en niet in de zorg. De vele bureaucratie en marktwerking in de sector zorgt voor een beleid van controle, wantrouwen en competitie. Dit alles is goed beschreven door Marjet Veldhuis6. Ook geven Jennifer Bergkamp7 en Sander de Hosson8 regelmatig een inkijkje in het dagelijks leven van mensen en hun zorgverleners. Dan blijkt dat alle wereldse zorgen verbleken bij ziekte en naderende dood en dat mens zijn en behoefte aan aandacht overblijft. In onder andere de thuiszorg is Jos de Blok9 het voorbeeld om te laten zien dat het anders kan. De professionals die in kleine zelfsturende teams werken laten zien dat met vertrouwen er goede zorg wordt geleverd en vooral heel veel preventieve ideeën ontstaan.
Ten derde wordt de zorg gestuurd vanuit financiële principes; efficiëntie en effectiviteit zijn de parameters voor de zorg. Dit werkt niet in de zorg, en zeker niet in de ouderen- en jeugdzorg. Beiden hebben goede kwalitatieve zorg nodig, maar wat we ook nodig hebben is welzijn. Welzijn bestaat uit preventie en aandacht. En dat hoeft niet alleen geleverd te worden door professionals. Dat kunnen we met elkaar. Alleen, dat zijn we verleerd.
En dan het meest ingrijpende gevolg van het huidige beleid
Waar ik me het meest zorgen over maak, is dat het huidige beleid een slecht voorbeeld is voor onze jeugd. Ze zien hoe we omgaan met hun opa en oma. Hoe hun ouders moeten buffelen tussen werken en mantelzorgen. Hoe de huidige minister alleen maar kan zeggen dat we voorbereid moeten zijn op ‘geen zorg’ en dus iets voor onszelf moeten gaan regelen. Wat een deprimerend, kortzichtig en individualistisch vooruitzicht.
Als wethouder Sociaal Domein ben ik ook verantwoordelijk voor jeugdzorg. En daar maak ik dezelfde analyse als bij ouderenzorg. Er is een groot gebrek aan aandacht en preventie. Het leven moet efficiënt en effectief zijn met hoge verwachtingen op het gebied van maakbaarheid en gelukkig zijn. Het onderwijs is precies goed voor een steeds kleiner wordende ‘normale’ leerling. Ook daar is de marktwerking leidend wat zorgt voor weinig leerkrachten en veel kinderen die uitvallen, of moeten bijscholen of in een vakje passend onderwijs worden geschoven.
Ik stel dat in elke straat in Nederland een oudere en een jongere zich eenzaam voelen. Daar moeten we wat aan gaan doen. Niet door te professionaliseren maar door onze samenleving weer in te richten zodat mensen elkaar kunnen ontmoeten, van elkaar kunnen leren en met elkaar kunnen leven. Onze ouderen weten dat het leven niet altijd over rozen gaat maar met ups en downs. Dat hard werken iets oplevert, maar dat onbetaald werk, zoals mantelzorgen en vrijwilligerswerk soms nog veel meer waarde en energie geeft.
Het is niet mijn bedoeling om de hele zorgsector en haar financiering te veranderen, al zou dat wel mijn voorkeur hebben want dat het anders moet, is zeker. Maar ik pleit voor de eerste stap. Kleine stapjes zorgen samen voor een verandering in onze samenleving.
Ik pleit daarom voor:
- Sterke wijken, waar mensen de mogelijkheid hebben om in een wijkgebouw elkaar te ontmoeten en samen kunnen vormgeven aan het leven en van elkaar kunnen leren. Er zijn in elke wijk mensen die bij willen dragen aan een betere samenleving, die voor jong en oud aandacht hebben.
- Een gezondheidszorg die gericht is op preventie. Aandacht voor gezonde gewoontes zoals een structuur in de dag, tijd voor werken/leren en ontspannen, samen bewegen en samen eten. De overheid zou gedrag rond roken/vapen, drugsgebruik en gokken sterk moeten ontmoedigen en niet aanmoedigen zoals nu gebeurt. Prof.dr. Marjolein Smidt maakt in haar inaugurale rede van 23 juni jl. in een paar stappen duidelijk wat de effecten zijn van preventie op haar specialistisch vakgebied mammachirurgie.10 Een wetenschappelijke onderbouwing om vol te gaan voor preventie en een gezonde jeugd.
- Een sterke eerstelijn met een wijkteam van professionals met de huisarts als middelpunt, aangevuld met POH, wijkverpleegkundige, wijk-GGDer, fysiotherapeut, ergotherapeut, diëtiste, wijkagent, gebiedsregisseurs, jongerenwerker, gezinswerker en een goede samenwerking met het perifeer ziekenhuis. Het huidige beleid zorgt juist voor verdere medicalisering en meer zorgkosten voor de toekomst. De behoefte aan efficiëntie door ziekenhuizen te centraliseren, zoals voorgesteld door demissionair minister Kuipers, zorgt volgens Deens onderzoek juist voor hogere kosten en slechtere kwaliteit van leven voor ouderen.11
- Beschermde woonvormen in elke wijk. Ouderen willen in hun eigen wijk en binnen het eigen netwerk oud worden. Als het thuis niet meer kan, zijn initiatieven voor kleinschalige woonvoorzieningen zoals Buurtwonen onontbeerlijk.12 Alle mogelijke vormen van wonen en zorg zouden door gemeenten gestimuleerd moeten worden.13 Er is op bestuurlijk niveau behoefte aan integraal beleid. Wethouders Ruimte en Sociaal Domein moeten elkaar vinden om oplossingen te creëren. Dit omdat deze generatie nu geen alternatief heeft om te gaan verhuizen terwijl de wens er wel is. En omdat elke oudere die verhuist, zorgt voor 5 verhuisbewegingen op de woningmarkt, zullen nieuwe woonvormen zorgen voor een doorstroming op de woningmarkt. Leo Bisschops, voorzitter KBO Brabant zegt het duidelijk: “er moet nu iets gebeuren, niet over een paar jaar!”
- Stop de bezuinigingen in de ouderenzorg en jeugdzorg. De demissionaire ministers Helder en Van Ooijen hebben beiden hun budgetten zien krimpen. In de ouderenzorg is het advies om 2,7 miljard te bezuinigen. In de jeugdzorg moet elk jaar 374 miljoen worden bezuinigd. De vraag is of we niet de mensen die aan de zorg werken moeten verminderen en de belastingen moeten verhogen, zodat we basiszorg kunnen blijven garanderen en meer budget kunnen vrijmaken voor preventie.
- Stop de private equity in de zorgsector (en kinderopvang).14 Een zeer verontrustend gevolg van de marktwerking in de gezondheidszorg is dat investeringsfondsen tegenwoordig ook huisartsenpraktijken overnemen. De overheid zou hier direct in moeten grijpen! De zorg, door Nederlandse belastingbetalers betaald, kan niet de melkkoe worden van veelal buitenlandse investeerders.
- Stop de verdere marktwerking in de zorg. De gedachte aan tekort aan personeel en stijgende zorgkosten maakt dat beleid gericht is op het verkleinen van het basispakket. Met genoemde argumenten kan ook geconcludeerd worden dat beide uitgangspunten niet bepalend hoeven te zijn als andere beleidskeuzes worden gemaakt. Het Zorginstituut adviseert recentelijk om palliatieve thuiszorg wellicht uit het basispakket te schrappen.15 Dit voornemen laat weer zien dat er veel mensen aan de zorg werken die geen verstand hebben van de zorg of in de zorg werken. Thuiszorg is meer dan steunkousen, ogen druppelen en tabletten toedienen. De thuiszorg maakt dat ouderen langer thuis kunnen wonen, dat mantelzorgers ondersteund worden en mensen in rust in hun eigen omgeving kunnen sterven.
Bovenstaande stappen gaan zorgen voor meer aandacht en zorg voor elkaar, minder markt, meer vertrouwen in de professionals, een sterke eerstelijn en beleid gericht op preventie. Daarmee zal de samenleving minder individualistisch en meer genormaliseerd worden, zodat we minder oplossingen zoeken in de medische wereld van maakbaarheid en specialismen.
- Podcast ‘De zorg van Levi&van Santen’; productie van MedFeed.
-
Programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen juli 2022; rijksoverheid.nl.
-
Column Marcel Canoy in Zorgvisie, 15 augustus 2022: ‘Zelf, thuis, digitaal: drie keer mis’.
-
De AWBZ is per 1 januari 2015 opgeheven en vervangen door de Wet Maatschappelijk Ondersteuning, Jeugdwet, Zorgverzekeringswet en de Wet Langdurige Zorg.
-
Zorgvisie 25 oktober 2016; ‘Hugo Borst lanceert manifest ouderenzorg’.
-
Marjet Veldhuis; ‘Heilige zorghuisjes’ 2022.
-
Jennifer Bergkamp; ‘Lofzang’ 2023.
-
Sande de Hosson; ‘Leven toevoegen aan dagen’ 2023.
-
Jos de Blok, directeur Buurtzorg Nederland.
-
Inaugaral Lecture Prof.dr.Marjolein L. Smidt. De titel van de oratie is: ‘Even goed, met minder’.
-
BMJ: reconfiguring emergency and acute services: time to pause and reflect; nov 8 2022.
-
Buurtwonen, initiatief van Jos de Blok om de buurt te betrekken bij het opzetten van een zorgzame gemeenschap waar mensen met een zorgbehoefte kunnen wonen in een beschermde woonomgeving.
-
Deze zijn te vinden op bijvoorbeeld de website van HetJuisteThuis.nl of Zorgsaamwonen.nl.
-
Skipr: ‘private equity rukt verder op in Nederlandse zorgsector’; 1 juni 2023.
-
Zorginstituut: ‘pakketagenda passende zorg stuurt op betere inzet personeel’; 18-7-2023.