Geuroverlast in Brouwhuis, wie is aan zet: bemiddelaar of bestuurder?
Op donderdagavond 30 augustus had Den Ouden de raad uitgenodigd op hun bedrijf. We kregen een rondleiding en uitleg hoe het bedrijf de geuroverlast in de wijk Brouwhuis en Rijpelberg wil aanpakken. In een gloedvol betoog werd verteld dat ze er helemaal klaar mee zijn. Ze willen hun goede naam als bedrijf beschermen. Nu zijn alle pijlen gericht op Den Ouden, maar niemand kan met zekerheid zeggen dat de geuroverlast in Brouwhuis alleen van dit bedrijf afkomstig is. Er zitten ook andere bedrijven op hetzelfde industrieterrein die onaangename geuren uitstoten. Om er klaar mee te zijn, is Den Ouden bereid een heel forse investering te doen.
En dan denk je al snel als raadslid: gaan met die banaan! Maar nee, dan zijn er weer twijfels, bezwaren en bedenkingen bij de oplossing van het bedrijf. Vooral bij de inwoners die op deze avond ook waren uitgenodigd. En dan blijkt op zo’n avond bij Den Ouden dat het zoeken naar oplossingen best ingewikkeld is geworden. En al lang niet meer het unieke domein van de overheid is. Inwoners weten op bepaalde kennisgebieden minstens zo veel en soms nog veel meer dan de overheid. En hoe ga je daar dan als bestuurder van de stad mee om? Je kunt niet meer zeggen: wij als overheid weten het beter. Die tijd is voorbij.
Vanuit de C van CDA staan wij voor respect, liefde en omzien naar elkaar. In mijn eigen woorden zeg ik altijd: de C staat voor het collectief - dus voor iedereen - en we zijn ook van de C van cementpartij. Een partij die alle belangen meeneemt in haar afweging. In geval van de geuroverlast in Brouwhuis: van inwoners, ondernemers en milieu. Dat leidt altijd tot de C van compromis. Dat wordt ons regelmatig verweten. Maar stelt u zich eens voor, dat in de raad alleen maar belangenpartijen zouden zitten? Dus alleen maar partijen: voor de ouderen, voor de ondernemers, voor het milieu, voor de allochtonen, voor de dieren, voor de werkende mens? Hoe kom je er dan met elkaar nog uit?
Terug naar Den Ouden: Er waren naast inwoners en raadsleden ook twee wethouders aanwezig. Wethouder Economie en de aandachtswethouder Brouwhuis. De wethouder economie heb ik niet veel horen zeggen, maar de aandachtswethouder Brouwhuis was wel regelmatig aan het woord. En als raadslid was ik wel een beetje verwonderd over hoe dit ging. De wethouder leek wel een soort bemiddelaar tussen bedrijf en inwoners.
Op zich niks mis mee, als zo’n rol bijdraagt tot een goede oplossing voor iedereen. En toch vond ik het ergens ook wringen, die rol van bemiddelaar. Je hebt nu eenmaal als wethouder macht en invloed en werkt vanuit de visie van je eigen partij. Past dit nu echt goed bij de onpartijdigheid, die je van een bemiddelaar verwacht? Ik ben er nog niet over uit, maar dat er van alles in overheidsland aan het veranderen is en dus ook voor ons raadsleden en het college, staat als een paal boven water. In toenemende mate moeten we - burgerinitiatieven, ondernemers, het middenveld en overheid - problemen met elkaar oplossen en komen tot de C van compromis. Iets waar het CDA al heel lang ervaring mee heeft.