Aandacht voor cultuurhistorie en zorg
Samen aan zet voor een mooie en zorgzame samenleving
Cultuur en erfgoed
Het CDA Loon op Zand vindt zorgen voor het behoud van cultuur een gemeentelijke taak. ‘Wij zijn blij dat eind vorig jaar geld is vrijgemaakt voor het onderhouden van kunst in de openbare ruimte. Bij die objecten staan mensen stil en knopen een gesprek over de betekenis aan,’ zegt raadslid Anthony Maas, nummer drie op de kandidatenlijst van het Loonse CDA. Hij vervolgt: ‘Ook religieus erfgoed verdient onze aandacht vanwege het karakteristieke en beeldbepalende karakter van de gebouwen. Ik heb het afgelopen jaar verschillende malen aandacht gevraagd voor de Kerkenvisie, een kijk op toekomstmogelijkheden van religieuze gebouwen.’
Loon op Zand
Voor het behoud van onze cultuur heeft de openbare bibliotheek een blijvende positie nodig in onze gemeente. In de nieuwe Wetering is daar plaats voor. ‘Als geboren en getogen Loonse vind ik het belangrijk dat het dorp een mooi dorpshuis krijgt waar de samenleving een succes van gaat maken. De verbouwing moet wel haalbaar en betaalbaar worden uitgevoerd,’ zegt Anthony. ‘Als historicus wil ik ook nog de aandacht vestigen op het Van Lierpark, een kenmerkende oude fabriekslocatie. Voor Loon op Zand is het van belang daar nu binnen afzienbare tijd woningbouw te realiseren voor verschillende doelgroepen, waaronder starters.’
Zorg voor mensen
Riekje van Vugt, nummer zeven op de CDA-lijst, vindt het de komende vier jaar belangrijk dat iedereen die dat wil mee kan doen in onze samenleving. ‘Helaas zijn er steeds meer inwoners die ervaren dat ze niet mee kunnen doen, omdat ze bijvoorbeeld druk zijn met zorg voor naasten. Overbelaste mantelzorgers komen in coronatijd veel vaker voor. De uitdaging voor de gemeente is om hen goed in beeld te hebben en ze op tijd steun, advies en waardering te geven. In mijn werk als coördinator informele zorg zie ik mensen met een chronische ziekte of beperking waarvan families vechten om mee te kunnen blijven doen. Mij daarvoor inzetten, heeft mijn hart,’ aldus Riekje.