CDA: “Verlies elkaar niet uit het oog”
Zorg voor elkaar: dat is een van de belangrijkste uitgangspunten voor het CDA. De komende collegeperiode is daar nog veel in te doen. “Want ook op het gebied van zorg kan er nog zoveel meer!” Vier kandidaten vertellen.
Peter Beers (plek 31) uit Gestel is actief binnen de KBO en zeer begaan met het probleem van eenzaamheid. “Eenzaamheid is een van de grootste sociale problemen van dit moment. Landelijk zijn meer dan één miljoen mensen sterk eenzaam; een schokkend aantal! Hieronder zijn veel ouderen, maar ook alleenstaande ouders, statushouders en mensen met een laag inkomen. Dit probleem kunnen we alleen sámen oplossen. Gemeente, organisaties zoals KBO, Zonnebloem en Bint, en natuurlijk jij en ik!”
Ina Bakker (plek 18) ondersteunt de oproep van Peter. Ook zij woont in Gestel en is lid van de klankbordgroep Eenzaamheid van Bint. “CDA heeft dit thema de afgelopen collegeperiode stevig op de agenda gezet. En met resultaat, want je ziet dat het steeds meer aandacht krijgt. Zo is vanuit Bint het project ‘Achter de voordeur’ opgestart. Vrijwilligers gaan op huisbezoek bij mensen op leeftijd, om te kijken of er ondersteuning nodig is. Heel belangrijk, zeker nu ouderen langer thuis blijven wonen. We mogen onze mede-inwoners niet uit het oog verliezen.”
Niet beknibbelen op subsidies
Paul van Lith woont in Berlicum en staat hoog op de kieslijst (plek 6). Hij heeft een grote staat van dienst in het vrijwilligerswerk. “Al die organisaties en verenigingen die we kennen in onze dorpen, leggen de basis voor een samenleving waarin zorg voor elkaar vanzelfsprekend is. Dat is precies de reden dat het CDA zegt: niet beknibbelen op de subsidies aan verenigingen, want zij zijn het cement van onze samenleving!”
Anja Andres (Den Dungen) is het daarmee eens, maar voegt er nog een ander type cement aan toe: de mantelzorgers. “De zorg die zij verlenen is vaak zwaar en noodzaakt hen zichzelf weg te cijferen. Als ik in de raad mocht komen – ik sta op plek 5 – dan ga ik mij keihard maken voor hun belangen. Ik wil dat geïnventariseerd wordt wat we als gemeente kunnen doen om hun rol te ondersteunen. Maar laten we ook de zorg voor onze jeugd niet vergeten. Ik gruwel van oplopende wachtlijsten in de jeugdzorg. En als ik dan hoor dat er zorggeld overblijft denk ik: dit kán niet waar zijn…”