Geur- en endotoxinen beleid – raad vraagt raad avond
Stom toeval?
Afgelopen donderdag clashten de coalitiepartijen in de tweede kamer over een aangekondigde motie van D66 over maatregelen tegen overlast van geur van veehouderijen. En diezelfde donderdagavond kregen we als raad van Someren nou net uitleg over dát beleid. Helaas (!) waren niet alle partijen met een vertegenwoordiging aanwezig, maar degenen die hier interesse en affiniteit bij hadden waren er in ieder geval.
Fred Stouthart, deskundige van de ODZOB op dit gebied, lichtte toe waar het knelt in de praktijk en nam ons mee naar hoe het beleid er volgend jaar na invoering van de Omgevingswet uit komt te zien.
Als CDA-fractie hebben we een aantal duidelijke aandachtspunten meegegeven.
Onder andere dat wat ons betreft bedrijfswoningen van boeren die stoppen met hun bedrijf een andere functie moeten kunnen krijgen. Een heel strenge norm voor geurhinder betekent dat dat niet kan en zo’n woning dus waardeloos wordt. Dat willen wij niet!
Bij nieuwe woningbouwontwikkelingen ligt dat anders. Dat je daar strengere normen hanteert om een goed woon- en leefklimaat te garanderen is niet meer dan logisch.
Tegelijkertijd willen we dat agrarische bedrijven in daarvoor geschikte gebieden ontwikkelingsmogelijkheden behouden.
Ook kregen we een presentatie van Wouter Moonen van de provincie Noord-Brabant over endotoxinen. Dat zijn stofdeeltjes afkomstig van veehouderijen die, als je er teveel van binnenkrijgt, kunnen leiden tot bijvoorbeeld longontsteking. Over deze problematiek is de laatste jaren meer duidelijk geworden. Zogenaamde “botsproeven” maken inzichtelijk wat de aan te houden afstanden voor woningbouw tot veehouderijen moeten zijn om risico’s uit te sluiten.
Ook hiervoor geldt, net als bij het geurbeleid, dat we het komende jaar keuzes mogen maken en goed na moeten denken aan welke knoppen we dan draaien of schuiven we gaan trekken.
Wordt vervolgd.