17 november 2024

CDA inbreng bij meerjarenbegroting 2025-2028

Voorzitter,
 
De begrotingsvergadering is altijd zo’n moment om achteruit, maar vooral ook vooruit te kijken in het politieke jaar. Voordat we vooruit gaan kijken, willen we dit keer speciaal de griffie bedanken. De afgelopen tijd heeft maar weer eens laten zien dat wij niet zonder hun altijd bereikbare, positieve en neutrale hulp kunnen. Een dik dankjewel voor het hele team!
Bij de kadernota hebben we onze wensen en onderwerpen uit onze verkiezingsprogramma’s kunnen delen. Om die reden hebben we afgesproken in deze beschouwingen dat niet allemáál nog eens te gaan herhalen. Het is terug te lezen, te luisteren en staat ook op onze mooie CDA website. 
 
Verenigingen zijn het kloppend hart van onze gemeenschap, het is niet voor niks dat het CDA een Vereniging Nederland heeft opgericht. Verenigingen hebben het moeilijk. Ze kampen met een tekort aan vrijwilligers en bestuursleden, ervaren regeldruk of maken hoge kosten voor bijvoorbeeld energie. Met als risico dat ze omvallen. En dat wil het CDA niet, want initiatieven van onderop zijn het cement van onze samenleving. Daar moeten we zuinig op zijn. Het is dus ook goed dat er gehoor is gegeven aan onze oproep om in deze begroting niet te korten op subsidie aan verenigingen. Er zijn wel een aantal professionele organisaties waar we zeer kritisch naar moeten gaan kijken. De verantwoording van de LEV groep over het enorm hoge bedrag wat men aan subsidie ontvangt moet echt beter.
 
We kunnen zien dat er aan deze begroting enorm hard gewerkt is en er een zeer zorgvuldig proces aan vooraf is gegaan. Daarvoor bedanken we iedereen die daar al vanaf januari dit jaar zo mee bezig is geweest. Alle ambtenaren die naar hun eigen afdeling hebben gekeken en elke steen hebben omgedraaid om te kijken waar de financiële mogelijkheden liggen.
Dat betekent ook dat wij als raad en als politieke partij op een zorgvuldige manier naar deze begroting moeten kijken want er is weinig ruimte voor veranderingen en dat begrijpen wij. 
En dat is dus ook wat we gedaan hebben: het CDA heeft heel zorgvuldig naar deze begroting gekeken. Uiteindelijk is het aan de raad om politieke keuzes te maken en dat maakt het dit jaar verschrikkelijk moeilijk. Want hoe ga je daarmee om als een begroting zo weinig ruimte geeft en we zo zorgvuldig om moeten gaan met de financiën voor de komende jaren.  
 
Zoals het CDA al vaker heeft gezegd moet het geld op de eerste plaats naar onze basisvoorzieningen.
De netto schuldquote is opgelopen maar dat komt vooral door positieve investeringen zoals de diverse scholen, het Dommelhuis, Braecklant, grondaankopen, De Bongerd en investeringen in riool en wegen. Allerlei voorzieningen waar veel diverse inwoners direct van kunnen profiteren.
Door de afname van de boekwaarde van de bouwgronden zien we het risico% van de grondexploitatie oplopen. Het college heeft deze bestuursperiode aan actief grondbeleid gedaan en dat juichen we toe gezien het woningbouwprobleem. Het wordt nu wel zaak dat we snel iets met deze gronden gaan doen, wat wellicht de GREX maar ook de begroting ten goede zou kunnen komen. 
 
Tegelijkertijd zien we voor de komende jaren een negatieve begroting. De onzekerheid en wispelturigheid van het beleid wat vanuit Den Haag steeds naar ons toekomt maakt het er niet makkelijker op. Dat zie je ook wel terug in de steeds meer tegenvallende circulaires. Zoals in het raadsvoorstel ook geschreven staat: het jaar 2025 is structureel sluitend maar door incidentele tegenvallers is er een tekort ontstaan. Het is dus moeilijk te voorspellen wat dit de komende jaren met onze begroting gaat doen. Gelukkig zoeken gemeenten elkaar steeds meer op om een signaal af te geven aan het Rijk; zo kan het niet langer. De motie die straks ingediend wordt door DV sluit hier mooi bij aan.
Om die negatieve begroting voor het kómende jaar sluitend te maken zal dit wederom uit de reserve vrije bestedingsruimte gedekt moeten worden. En dat is uiteraard niet iets wat we kunnen blijven doen. Dat doe je thuis ook liever niet met je spaarrekening; aansnijden om je dagelijkse leven van te betalen.
 
De druk op de begroting is mede toe te wijzen aan wettelijke taken die vanuit het Rijk overgedragen zijn naar de gemeenten zoals de Jeugdzorg, WMO en de participatiewet. Fijn dat er gezocht is naar andere voorzieningen die ervoor hebben gezorgd dat de WMO dit jaar een gunstig financieel effect laat zien. We horen graag van de wethouder of er al resultaten zijn geboekt n.a.v. onze motie bij de Kadernota m.b.t. het Regresrecht? 
 
Zoals ook bij de kadernota gezegd is elk kind wat jeugdzorg heeft er één te veel. De kosten voor jeugdzorg moeten structureel verhoogd worden, maar het is positief dat men ook kostenbesparingen verwacht waardoor het extra budget in de toekomst af gaat nemen. Er wordt dus hard aan gewerkt. Toch hebben wij gemeend met een motie te komen om een oproep te doen betreffende het jeugdbeleid. In de afgelopen jaren hebben we gezien dat de jeugdzorg steeds vaker wordt aangemerkt als vangnet voor maatschappelijke problemen zoals prestatiedruk, bestaanszekerheid en eenzaamheid. Dit is een zorgwekkende ontwikkeling. Het is cruciaal dat we het belang van onze jongeren, kinderen en gezinnen weer centraal stellen.
De ingediende motie pleit voor een fundamentele herziening van ons jeugdbeleid. Meer jeugdzorg is niet de oplossing voor de complexiteit van de uitdagingen waar jongeren mee te maken hebben. Geld alleen is niet de oplossing, vooral niet in tijden van een krappe begroting. Het is tijd om nieuwe denkwijzen te omarmen en samen met onze partners op zoek te gaan naar duurzame oplossingen.
Meer zichtbaarheid en betrokkenheid in de wijk zullen bijdragen aan een betere ondersteuning voor gezinnen. Deskundigen bevestigen dat een andere aanpak in het jeugdbeleid noodzakelijk is. Dit is een collectieve verantwoordelijkheid: onze gemeente kan niet alleen het benodigde signaal afgeven aan het rijk. We hebben de samenwerking met onze buurgemeenten, vooral binnen de MRE-regio, hard nodig. Laten we deze gelegenheid aangrijpen om onze jongeren de aandacht en ondersteuning te geven die zij verdienen. Samen kunnen we werken aan een jeugdbeleid dat niet alleen reactief, maar ook preventief en integratief is. Een beleid dat daadwerkelijk het welzijn van onze jongeren en hun gezinnen bevordert.
 
 
 
Het dictum van deze motie luidt als volgt:
BESLUIT:
Het college van burgemeester en wethouders te verzoeken:
1. Met andere gemeenten binnen de MRE te overleggen over inkoop van alternatieve inzetbare methoden voor jeugdzorg;
2. Gezamenlijk met andere gemeenten binnen de MRE aan het Rijk duidelijk het signaal af te geven dat gemeenten meer autonomie willen krijgen over de zorg die zij willen aanbieden;
3. De gemeenteraad uiterlijk Q2 2025 te informeren over de resultaten van deze overleggen;
4. Deze motie te delen met alle gemeenten binnen de MRE
 
 
Voorzitter, verder kijkende is het goed om te zien dat we nu de eis van de provincie opgevolgd hebben en er een bedrag is opgenomen voor onderhoud openbare ruimte. Het is een enorm bedrag waar we als raad kritisch naar moeten kijken. Past ons beleid nog wel bij de huidige begroting? En willen we het tempo van onderhoud op dit niveau voortzetten? Voor het onderhoud gebouwen geldt min of meer hetzelfde. Hier is echter nog geen Meerjarig onderhoudsplan gereed en we willen aan de wethouder vragen waar dit grote bedrag op gebaseerd? We vragen juist bij deze grote uitgaven wederom extra aandacht voor koppelkansen die wellicht de totale kosten wat kunnen dempen.
 
En dan het verhogen van de OZB. Een politiek instrument wordt vaak gezegd. Maar wat ons betreft bij deze begroting uitlegbaar. Ik noemde eerder al de vele voorzieningen die de afgelopen jaren aangepakt zijn en waar allerlei verschillende doelgroepen hun voordeel uit halen. Kijkende naar de totale woonlasten tov onze buurgemeenten rechtvaardigt dit wat ons betreft de voorgestelde verhogingen.
 
Voorzitter, wetende hoe zorgvuldig er in het voortraject met deze begroting om is gegaan vinden wij ook dat wíj́ zeer zorgvuldig moeten zijn wanneer wij met moties of een amendement komen. 
De 2e motie betreft een moeilijk dossier met een lang verleden; het zwembad. 
De afgelopen weken hebben we enorm veel tijd en energie in dit dossier gestoken. Gebeld, gemaild, gesproken, samen met Dorpsvisie een samenspraakavond georganiseerd, weer opnieuw met iedereen gebeld en ga zo maar door. Tot op de dag van vandaag. En dat was niet voor niets. Dat verdient dit zwembad. Zowel bij de kadernota en begroting in 2023 als bij de bespreking van het raadsvoorstel in december 2023 hebben we als raad unaniem om informatie gevraagd. Zodat we een goed beeld zouden hebben van alle mogelijkheden inclusief alle informatie om hier een onderbouwd besluit over te nemen. Helaas is dat tot op heden nog niet gelukt. Het CDA heeft altijd gezegd dat we verantwoord met ons geld om moeten gaan maar ook zo’n belangrijke maatschappelijke voorziening als een zwembad moeten proberen te behouden. We zijn dan ook zeer teleurgesteld in het dure onderzoek van 38.000 euro wat niet gebracht heeft wat wij gevraagd hebben. Een kritische noot naar het college is hier zeker op z’n plaats. Maar op dit moment willen we vooral vooruitkijken. Met deze begroting moeten we kritisch zijn, zeer kritisch. Tussen alle partijen en zelfs binnen de partijen zijn stevige gesprekken gevoerd over wat we nog willen én kunnen. Dat heeft uiteindelijk geleid tot deze motie waarin we de ondernemer willen laten zien dat we zeker willen meedenken hoe we een bijdrage kunnen leveren om de zwemvoorziening in ons dorp te behouden, maar we daar ook van de ondernemer een belangrijke actieve rol in zien. Dat we een meewerkende houding van het college verwachten. Net als de ondernemer willen wij ook graag voor meerdere jaren duidelijkheid. Maar onze financiele positie zorgt er ook voor dat we vinden dat hier een goed 10 jarig plan onder moet liggen. Met deze motie roepen we de ondernemer het volgende op:
 
a)Te komen met een businessplan voor een duurzame instandhouding van het zwembad in Son en Breugel, gedurende minimaal 10 jaar;
b)Bij het opstellen van dit businessplan een erkend adviesbureau met ervaring in analyses van zwembadexploitaties te betrekken;
c) Bij het opstellen van dit businessplan rekening te houden met de volgende denkrichtingen:
·       Het optimaliseren van de programmering voor alle doelgroepen (dus inclusief jeugd en jongeren) en verruiming van de toegankelijkheid voor verenigingen;
·       Een samenwerking aan te gaan met verenigingen, organisaties en bedrijven die op een duurzame wijze de toekomstbestendigheid van het zwembad ten goede komen;
·       Onderzoek te doen naar beschikbare fondsen en/of andere financieringsmogelijkheden, die de toekomstbestendigheid van het zwembad ten goede komen;
·       Mogelijkheden voor verduurzaming van de energievoorziening mee te nemen
d)In het businessplan te beschrijven welke korte- en langetermijnverwachtingen Zwembad Son BV ten aanzien van de gemeente heeft;
e)    Te streven naar indiening vóór 1 juni 2025 van dit businessplan, en als dit niet haalbaar is dan op die datum een conceptplan op hoofdlijnen aan te reiken.
 
En te BESLUITEN:
Het college van burgemeester en wethouders te verzoeken:
1. De voorgaande oproep van de gemeenteraad door te geleiden naar Zwembad Son BV;
2. Zo nodig op verzoek van de ondernemer advies te bieden bij de totstandkoming van zijn
businessplan, zonder dat dit garantie op goedkeuring inhoudt;
3. De voortgang van de totstandkoming van het businessplan actief te monitoren en de raad
minimaal eenmaal per 2 maanden over de stand van zaken te informeren;
4. Zo spoedig mogelijk na ontvangst van het (concept) businessplan voor een duurzame
instandhouding van het zwembad in Son en Breugel, dit plan met een beoordeling en een
advies ter bespreking aan de gemeenteraad voor te leggen.
 
We willen de andere partijen bedanken voor de manier waarop we uiteindelijk tot deze motie zijn gekomen en hopen op een constructieve houding van alle partijen in de toekomst waardoor de zwemvoorziening voor onze inwoners behouden kan blijven.
 
Hier wilde ik het verder graag bij laten.

Mireille Bonnier


Kijk terug:
https://sonenbreugel.notubiz.nl

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.