Een baanbrekende uitspraak van de rechtbank: Gevolgen voor Valkenswaard? CDA Valkenswaard zoekt het uit.
In januari van dit jaar stelde het CDA Valkenswaard vragen aan het college over een baanbrekende uitspraak van de rechtbank van 19 december jl. Er is toen een verregaand vonnis geveld door de rechtbank Rotterdam ten aanzien van verspreide kunstgraskorrels . Het vonnis is via de volgende link te vinden: https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBROT:2019:10406. In januari van dit jaar stelde het CDA Valkenswaard vragen aan het college over een baanbrekende uitspraak van de rechtbank van 19 december jl. Er is toen een verregaand vonnis geveld door de rechtbank Rotterdam ten aanzien van verspreide kunstgraskorrels . Het vonnis is via de volgende link te vinden: https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBROT:2019:10406.
Voor het eerst is een beheerder van kunstgras-sportvelden veroordeeld voor bodemverontreiniging als gevolg van verspreide kunstgraskorrels. Deze uitspraak kan ook veel andere beheerders – bijna altijd is dat de gemeente - duizenden euro’s gaan kosten. Strafrechtelijke vervolging voor korrels naast het veld is vanaf heden mogelijk.
Deze beheerders hebben een wettelijke zorgplicht om bodemverontreiniging te voorkomen of, als het kwaad al is geschied, de gevolgen hiervan zo veel mogelijk te beperken. Volgens de Rotterdamse rechtbank werd bij de Enschedese voetbalclub Vogido weliswaar twee keer per jaar geveegd rond de twee kunstgrasvelden en waren er maatregelen genomen om de verspreiding van korrels te beperken, maar dit was onvoldoende om aan te zorgplicht te voldoen.
Uit het vonnis blijkt dat de rechtbank (in onze ogen) dus behoorlijk strenge eisen stelt aan het voorkomen van verspreiding van de kunstgraskorrels. Het lijkt bijna ondoenlijk om te zorgen dat alle korrels op het veld blijven liggen en kwaadwillenden lijken vogelvrij.
Het CDA Valkenswaard maakte zich zorgen over de Valkenswaardse sportverenigingen en over de gemeentefinanciën als gevolg van deze uitspraak. Om die reden hebben we art. 41 RvO vragen gesteld – vragen met een beantwoordingstermijn van 30 dagen. De vragen zijn deze week pas beantwoord gezien de complexiteit van de gerechtelijke uitspraak.
Uit de beantwoording van de vragen blijkt dat het college naar aanleiding van de vragen van het CDA actie heeft ondernomen. Daar zijn we blij mee. Ook zal er in de toekomst een heroverweging plaatsvinden voor wat betreft de aanleg en vervanging van kunstgrasvelden. De antwoorden kunt u HIER vinden.