CDA stelt vragen over Koningsdag
De CDA-fractie heeft vragen gesteld omtrent de handhaving op de Westeinderplassen op Koningsdag. Een dag van tevoren, op 26 april, om 9 uur 's avonds kondigde de burgemeester een noodverordening af waarin onder andere stond dat samenscholing van twee boten of meer en het met meer dan twee mensen uit verschillende huishoudens op één boot verboden was. Sancties waren niet te verwaarlozen, met boetes tot € 4.350,- en gevangenisstraffen tot 3 maanden. Druk was het desalniettemin op Koningsdag en ondanks de afgekondigde maatregelen, is er door de politie niet gehandhaafd.
Dit tot groot ongenoegen van de fractie. Allereerst is de partij van mening dat het ontoelaatbaar is dat pas om 9 uur 's avonds de dag van tevoren de noodverordening werd afgekondigd. Daarnaast vindt de partij het bijzonder dat, terwijl er draconische maatregel waren afgekondigd, er door de politie niet gehandhaafd is. Het CDA is van mening dat hierdoor niet alleen de politie en de gemeente voor schut staan, maar dat er ook slecht precedent gecreëerd wordt.
Daarom heeft de fractie de volgende vragen aan het college gesteld:
- Is het college het met het CDA eens dat het ontoelaatbaar is dat de noodverordening pas op 26 april om 9 uur ’s avonds afgekondigd werd? Waarom werd dit zo laat pas gedaan?
- Waarom is er op 27 april niet gehandhaafd, terwijl de avond van tevoren wel verkondigd is dat dit streng zou gebeuren?
- Was van tevoren al duidelijk dat er niet gehandhaafd zou worden? Zo ja, waarom is er dan alsnog een noodverordening afgekondigd?
- Is het college het met het CDA eens dat deze actie slecht precedent schept? Immers, de situatie laat zien dat de politie soms niet handhaaft terwijl zij dat wel behoort te doen en op andere momenten juist weer wel.
- Wat gaat het college doen om soortgelijke situaties in de toekomst te voorkomen?
Het CDA wacht de antwoorden van het college af voordat zij besluit wat er verder dient te gebeuren.