Regeldruk verminderen voor woningbouw in Noord-Holland

In Noord-Holland is een grote behoefte aan nieuwe woningen. De provincie maakt daarom afspraken met regio’s over hun woningbouwplannen. In een actieplan moeten de regio’s aangeven op welke plekken er binnenstedelijk gebouwd kan worden en hoe de regio’s om denken te gaan met duurzaam bouwen, collectieve zelfbouw, zorg, welzijn en voorzieningen. Veel gemeenten ervaren hierdoor een forse regeldruk vanuit de provincie. 

De CDA-fractie in de Provinciale Staten van Noord-Holland vindt het goed dat gemeenten in regioverband afspraken maken over de hoeveelheid en de locaties waar nieuwe woningen neergezet kunnen worden en vindt daarbij dat de rol van de provincie zich zoveel mogelijk moet beperken. Het CDA wil dan ook weten hoe de bureaucratische druk vanuit de provincie in dit proces verminderd kan worden. De aanleiding voor de vragen is het afwijzen van het actieplan van de gemeente Amsterdam, de regio Zaanstreek-Waterland en Amstelland-Meerlanden.

Woordvoerder wonen Dennis Heijnen: “Gemeenten maken zelf en onderling al veel afspraken over het bouwen van woningen. Daarom is er afgesproken dat de regio’s zelf verantwoordelijk zijn voor het actieplan woningbouw 2016 – 2020. Wanneer plannen van gemeenten elders al zijn opgeschreven zouden ze dat voor de provincie niet nogmaals hoeven doen. Ook zou het niet nodig hoeven zijn om voor plannen die buiten stedelijk gebied liggen iedere keer opnieuw aan te geven waarom het plan niet binnen het stedelijk gebied vormgegeven kan worden en hoe de voorzieningen eruit komen te zien. Dat is onnodige lastendruk en aangezien er in de komende jaren heel veel woningen extra nodig zijn, moet de provincie wat het CDA betreft niet als vertragende factor, maar juist aanjager fungeren door onnodige regels te schrappen.”

In de bijlage vindt u de schriftelijke vragen die het CDA hierover aan GS gesteld heeft.