CDA Noord-Holland stelt vragen bij aanwijzing voor gemeente Castricum
De CDA-fractie in Provinciale Staten is verbaasd over de aanwijzing die de gemeente Castricum heeft gekregen, omdat zij achterloopt in haar opgave voor het huisvesten van statushouders.
Statenlid Wilma van Andel: “De provincie schrijft in een brief aan het ministerie van Justitie en Veiligheid op 24 juni jl dat zij de door de Noord-Hollandse gemeenten geschetste problematiek van het huisveten van hoge aantallen verblijfsgerechtigden in een tijd waarin sprake is van een grote woningdruk (h)erkend. Deze brief hebben we onlangs met de gedeputeerde besproken. Er zijn veel meer gemeenten met achterstanden. Wij vragen ons af waarom Castricum nu als enige gemeente in Noord-Holland een vooraankondiging juridische interventie inzake achterstand huisvesting verblijfsgerechtigden heeft gekregen.” De vragen die de fractie heeft luiden als volgt:
Veel gemeenten in Noord-Holland hebben een achterstand in het voldoen aan de taakstelling voor het huisvesten van statushouders. De provincie schrijft in een brief aan het ministerie van Justitie en Veiligheid op 24 juni jl dat zij de door de Noord-Hollandse gemeenten geschetste problematiek van het huisveten van hoge aantallen verblijfsgerechtigden in een tijd waarin sprake is van een grote woningdruk (h)erkend. Over de toezichthoudende rol die de provincie op dit heeft, schrijft u in de brief het volgende: “Op grond van de realisatiecijfers tot op dit moment, verwachten wij dat meer dan 70% van de gemeenten in Noord-Holland de taakstelling niet gaat halen en zullen wij hier, gelijke monniken gelijke kappen, bij allen moeten gaan interveniëren. Mocht het zover komen, dan hebben we als provincie beperkte middelen en menskracht beschikbaar om deze opgave tegemoet te treden.”
Op 2 september jl. heeft u een vooraankondiging juridische interventie inzake achterstand huisvesting verblijfsgerechtigden afgegeven aan de gemeente Castricum.
Gezien het bovenstaande heeft het CDA de volgende vragen:
- De gemeente geeft bij ons aan dat haar achterstand in het huisvesten van statushouders niet substantieel groter is dan van achterstanden in andere gemeenten, om te beginnen die in de regio Alkmaar. Bent u dat met de gemeente Castricum eens? Graag een met cijfers onderbouwd antwoord, waarin een relatie wordt gelegd tussen het aantal inwoners en de opgave.
- Waar verschilt het (gebrek aan) inzet van de gemeente Castricum van de inzet van andere gemeenten om statushouders te huisvesten en huizen te bouwen die voor een doelgroep als deze geschikt zijn?
- Hoe verhoudt de vooraankondiging juridische interventie, waarin de kosten voor de gemeenten zullen zijn, zich tot de (h)erkenning van de penibele situatie waar gemeenten zich op dit moment bevinden in de brief aan het ministerie van J&V?
- Hoe waardeert de provincie de inzet van Castricum voor de bouw van flexwoningen aan de Puikman in Castricum, waar ondanks dat de voorrang voor statushouders in Castricum is afgeschaft, een derde van de woningen aan statushouders toegewezen zullen worden (wat neerkomt op ongeveer 15 woningen). De woningen zullen eind dit jaar bewoonbaar zijn. Is deze inzet meegewogen in de overweging deze vooraankondiging tot juridische interventie te doen?
- Bent u van plan om de komende tijd ook andere gemeenten deze vooraankondiging te doen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bij welke gemeenten speelt dit en waarom?
- Bent u bereid Castricum meer ruimte te geven voor het plaatsen van flexwoningen buiten bestaand stedelijk gebied?
GS moeten de vragen binnen 30 dagen beantwoorden.