CDA: “Waarborg de toekomst van ons varend erfgoed”
Er moet actie ondernomen worden om de toekomst van de Bruine Vloot te waarborgen, vindt het CDA Noord-Holland. Het voortbestaan van dit historisch varend erfgoed is in het geding door de coronamaatregelen die inmiddels een jaar lang van kracht zijn. De ruim 400 traditionele Nederlandse zeilschepen die over de voormalige Zuiderzee varen, liggen al sinds de eerste lockdown stil. De Bruine Vloot genereert dus geen inkomsten terwijl de uitgaven hoog blijven, bijvoorbeeld door onderhoud aan de schepen.
Door de coronacrisis bleven evenementen en andere mogelijkheden om te varen uit. Hierdoor heeft de Bruine Vloot te kampen met een omzetverlies van 70 tot 80 procent. De vloot is grotendeels afhankelijk van betalende passagiers. “Veel schippers krijgen geen geld van culturele fondsen omdat ze volgens hen te commercieel zijn, terwijl ze bij banken juist nul op rekest krijgen omdat ze niet commercieel genoeg zijn”, legt CDA Statenlid en woordvoerder cultuur Christa Kuiper uit.
Als onderdeel van de coronasteun voor de culturele sector is in augustus 15 miljoen beloofd aan de Vloot, maar daar heeft de organisatie tot nu toe nog niks van ontvangen. Om het voortbestaan in de toekomst te kunnen garanderen, slaan verschillende provincies de handen ineen en pleiten ervoor om de Vloot aan te wijzen als werelderfgoed. Kuiper: “We zijn verheugd dat de provincie Noord-Holland de oproep van andere provincies, zoals Overijssel, deelt om de Bruine Vloot op de Unesco Werelderfgoed lijst te plaatsen.”
CDA duo-Statenlid en woordvoerder waterrecreatie Diana Dekker vervolgt: “de Bruine Vloot dient een grote maatschappelijk belang: niet alleen om de vloot bescherming te bieden, maar de vloot is ook onmisbaar voor bijvoorbeeld zeilmakers, horeca, havens en musea.”
Het CDA heeft daarom tijdens de vergadering van Provinciale Staten van 8 maart mondelinge vragen gesteld aan Gedeputeerde Staten over de toekomst van de Bruine Vloot. Dekker: “We hopen dat de provincie Noord-Holland zich aansluit bij het onderzoek van Overijssel, Flevoland en Friesland naar de mogelijkheden voor schippers om via externe financiers geld te krijgen. Als we de samenwerking aangaan met het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen, kunnen we de toeristen straks weer een, voor de hele wereld, unieke historische scheepservaring bieden.”