CDA wil vasthouden aan 600 meter – een terugblik op een roerige Statenvergadering
Op maandag 3 februari vond de eerste Provinciale Statenvergadering van het nieuwe jaar plaats. Omdat het een reguliere vergadering was, zonder bijvoorbeeld een begroting of de concept-omgevingsverordening, was de verwachting dat de vergadering rustig zou verlopen. Niets was minder waar. Met twee stukken op de agenda, het burgerinitiatief tegen de bomenkap en het Noord-Hollands perspectief op de Regionale Energie Strategie, hadden we twee voor de provincie heikele punten te pakken. Begrijpelijk is hier van tevoren door de partijen veel tijd ingestoken, zodat een heel pakket aan moties en amendementen klaar lag ter bespreking tijdens de vergadering.
RES
De meeste spanning ontstond tijdens het tweede agendapunt, het Noord-Hollands perspectief op de Regionale Energiestrategie. Voorafgaand hieraan werd de vergadering geschorst om het publiek, verschillende actievoerders op het gebied van klimaat, binnen te laten. Het perspectief dat we deze middag zouden vaststellen vormt de uitgangspositie van Gedeputeerde Staten in de gesprekken met de verschillende RES regio’s en om zo in de gehele provincie het klimaatprobleem aan te pakken. Als CDA hebben we inzicht gevraagd in dit perspectief, om namens de provincie mee te kunnen praten over wat die uitgangspositie zou zijn.
Marleen Sanderse, woordvoerder namens het CDA, riep naar aanleiding van het gepresenteerde document op om het perspectief ter kennisgeving aan te nemen in plaats van het vast te stellen. Het document geeft geen leidend kader en het heeft daarom geen zin om het vast te stellen. In het initiatief staan naar onze mening een aantal zaken opgenoemd in de kantlijn, waarvan wij als CDA geen voorstander zijn. Daar hebben we dan ook verschillende amendementen op ingediend. Het belangrijkste element voor ons en het punt dat het meest in de aandacht is geweest in de pers is het loslaten van de 600 meter grens voor windmolens door dit college van Gedeputeerde Staten. Daarnaast worden in het perspectief vergaand gesproken over vernatting van bepaalde agrarische gebieden.
‘Ik begon mijn pleidooi met zorgen en die hebben wij nog steeds. Die zorgen komen voort uit boosheid en angst die er bij de bewoners leeft. Daar hebben wij oog voor. Tegelijkertijd sluiten wij dezelfde ogen niet want er moet wel wat gebeuren. Dat besef is er bij ons ook en het is vaker aan de orde geweest,’ aldus Marleen Sanderse. Om dat laatste kracht bij te zetten, hebben we in een motie de provincie opgeroepen de mogelijkheden te laten onderzoeken voor het benutten van de provinciale infrastructuur ten behoeve van de energieopwekking.
Gedeputeerde Stigter gaf in zijn reactie aan dat veel van de moties en amendementen al zodanig vergaand waren, dat hij ze liever omgevormd tot moties zag worden ingediend bij de concept omgevingsverordening in juni. Stigter wilde niet inhoudelijk ingaan op de moties en amendementen van de oppositie. Alleen een amendement van coalitiepartij VVD kon op zijn steun rekenen. De 600 meter grens was volgens Stigter aan de regio’s om te bepalen. Hij wilde dit niet meenemen als onderhandelingsuitgangspunt van de provincie. Stigter vroeg aan de Staten om het stuk ongewijzigd vast te stellen. Sanderse reageerde als volgt: ‘Wij doen heel erg ons best om het te begrijpen, het is een onderhandelingspositie, maar dan is het voor u toch juist handig om daar wel duidelijke uitspraken over te hebben over bepaalde inhoudelijke punten en niet zeggen, ik stel ze maar uit.’
Ook na verschillende interrupties en een verontwaardigde oppositie in tweede termijn bleef gedeputeerde Stigter bij zijn standpunt. Sanderse reageerde als volgt: ‘ik voel mij een beetje aan de kant gezet omdat wij met alle goede wil geprobeerd hebben aanpassingen te doen op dit voorstel die de gedeputeerde met één handzwaai van de tafel kiepert behalve die van de VVD die exact hetzelfde is als die van de SP, maar nee, die van de VVD wordt dan aangenomen. En dat vind ik gewoon echt niet aardig, dus ik wil gewoon een advies op onze moties en amendementen omdat wij die gewoon gaan inbrengen.’
Als gevolg van deze gang van zaken, is om een schorsing gevraagd door de oppositie. Na de schorsing kwamen zij met de volgende verklaring: ‘Voorzitter. De fracties FvD, SP, CDA, PVV, CU en 50plus/PvdO voelen zich behoorlijk in hun hemd gezet door de werkwijze die deze middag gevolgd is. Er is geen inhoudelijk debat gevoerd over een document waarover veel inhoudelijk debat gevoerd moet worden. De manier waarop de gedeputeerde heeft voorgesteld om het stuk door te schuiven naar juni en niet te stemmen over moties en amendementen zet de genoemde fracties eigenlijk buiten spel en dat vinden wij dermate ver gaan dat de genoemde fracties niet zullen deelnemen aan de stemming over de voordracht.’
Als gevolg van deze actie is het Noord-Hollands perspectief op de Regionale Energiestrategie aangenomen met alleen de steun van de coalitiepartijen Groenlinks, VVD, D66 en PvdA. Een teleurstellende uitkomst, zoals Marleen Sanderse zei tegen de gedeputeerde: ‘Als u draagvlak zo belangrijk vindt, veeg dan niet alles wat wij inbrengen van tafel.’ De invulling van de RES is nu aan de regio’s. Provinciale Staten spreken in juni over de definitieve RES van Noord-Holland.
Burgerinitiatief
Voorafgaand aan de discussie over de RES werd het burgerinitiatief van De Duinstichting tegen de bomenkap behandeld. Samengevat voor de lezer die niet bekend is met de plannen rondom de bomenkap: onder andere om de biodiversiteit te verhogen ligt er een aantal jaar een voorstel van Staatsbosbeheer om ongeveer 2% van de bossen bij de duinen in Schoorl te kappen. Dit moet in drie fases gebeuren, waarvan de eerste sowieso plaatsvindt en de laatste twee indien de eerdere fases niet genoeg resultaat opleveren.
Het onderwerp, waarover al verschillende werkbezoeken en expertmeetings hebben plaatsgevonden, ligt gevoelig. De Duinstichting, met hun initiatief om de bomenkap te voorkomen, is daarom een petitie gestart om dit nogmaals te laten bespreken. Via een burgerinitiatief hebben ze ruim de benodigde 7,500 handtekeningen gehaald. Bij de vergadering waren dan ook veel bezoekers van De Duinstichting aanwezig, wat voor levendigheid in de zaal zorgde en waar onze Commissaris van de Koning af en toe streng op moest toezien dat het geluid de vergaderorde niet verstoorde.
Door alle partijen waren moties en amendementen ingediend, de een verstrekkender dan de ander, maar de meeste partijen hebben in elk geval moeite in het initiatief gestopt. Onze woordvoerder Willemien Koning diende bijvoorbeeld een motie in met het verzoek te wachten met de kap totdat het Rijk meer duidelijkheid had verschaft over het eventueel aanpassen van Natura2000 doelstellingen.
Na een eerste termijn werd er geschorst zodat Gedeputeerde Rommel van VVD kon bespreken wat de reactie namens Gedeputeerde Staten zou worden. Na een schorsing van 50 minuten kwam zij terug met het verzoek aan de Stichting en Staten om het initiatief en de ingediende moties en amendementen aan te houden, zodat ‘nog een aantal zaken besproken konden worden om dan hier terug te komen.’ De Duinstichting nam dit verzoek met beide handen aan, juist omdat zij graag willen bespreken hoe het verder moet met de natuur.
Provinciale Staten reageerde echter verontwaardigd. Onze fractievoorzitter Dennis Heijnen meldt bijvoorbeeld: ‘Wij hebben vele malen over dit onderwerp gesproken, Gedeputeerde Staten hebben veelvuldig tijd gehad om met het burgerinitiatief te overleggen en dat gebeurt nu te elfder ure en dat verdient zeker geen schoonheidsprijs. Wij hopen op een positief resultaat van het overleg van GS met het burgerinitiatief.’ Andere partijen noemde het verzoek van uitstel van GS een ‘brevet van onvermogen.’