Fractievoorzitter Dennis Heijnen over de begroting 2022
"Afgelopen zomer was ik te gast in een radioprogramma van een van onze collega Statenleden: Doevendans op Zaterdag op radio MART. De titel verraadt al van welk Statenlid dit programma is. Voor de uitzending mocht ik een nummer uitzoeken, het liefst met persoonlijke betekenis. Ik heb toen gekozen voor ‘My Hometown’ van Bruce Springsteen. Niet alleen omdat Bruce Springsteen een geweldige artist is, waarvan ik regelmatig concerten bezocht met mijn vader, maar vooral ook om de betekenis van het nummer. Springsteen bezingt het stadje in de VS waar hij is opgegroeid, een stadje wat in verval is geraakt, maar waar hij toch altijd een grote binding mee heeft. Het is waar je vandaan komt, waar je roots liggen.
Voor luisteraars van radio MART, met veel verschillende culturele achtergronden en afkomst herkenbaar. Ook al zijn ze volledig geïntegreerd in de Nederlandse samenleving, er is altijd een connectie met je geboortegrond. En het geldt voor velen van ons hier ook, misschien verhuisd vanuit een andere provincie of van dorp naar stad. Die connectie met waar je vandaan komt blijft. En sterker voorzitter, een grote meerderheid van de mensen houdt zoveel van hun ‘hometown’ dat ze er hun hele leven willen blijven wonen. Dat is ultieme vrijheid, wonen waar jij je het prettigst voelt. Met de mensen, familie, vrienden, kennissen om je heen waar je een band mee hebt. Leven volgens de normen en waarden die je zelf belangrijk vindt met ruimte voor naastenliefde en zorg voor de omgeving. En invulling geven aan welke religie of overtuiging dan ook die je van huis uit hebt meegekregen. Met het omarmen van diversiteit trouw blijven aan jezelf. En we denken daarbij ook aan hen voor wie thuis niet altijd een pretje is. Bijvoorbeeld omdat corona huiselijk geweld heeft verergerd of een thuis waar diversiteit niet geaccepteerd wordt.
Voorzitter, we zien aan de grote vluchtelingenstroom door oorlogen in Afghanistan, Syrië en elders in de wereld wat het betekent als je die vrijheid niet meer hebt.
Het is onze verantwoordelijkheid om te zorgen voor goede opvang. Met respect voor afkomst en diversiteit zorgen voor een nieuw thuis. Ik zie een provincie die gemeenten bijstaat door aan het rijk te laten weten dat ze met hun rug tegen de muur staan. Tegelijkertijd zie ik een provincie die voor sommige gemeenten zelf ineens heel streng is én creatieve oplossingen van gemeenten om dit complexe probleem aan te pakken blokkeert. Tijdelijke woningen bouwen wordt tegengehouden, terwijl we weten dat er op de sociale woningmarkt nauwelijks ruimte is en er nu al hele lange wachtlijsten zijn.
Voorzitter, het tekent het provinciale woonbeleid. Er zijn goede intenties, maar het is te rigide. Het blokkeert de vrijheid om te wonen waar je wil. Kleinere keren zitten op slot. Grote steden worstelen met het vinden van goede en betaalbare locaties. En ik schrik eerlijk gezegd van de wijze waarop hier in Haarlem over gemeenten gesproken wordt. Ik quote gedeputeerde Loggen in de commissie RWK van 2 september:
“Ik kom nog te vaak tegen dat de gemeente eigenlijk zegt (en ik zeg het maar even in mijn eigen woorden): ‘Er is een projectontwikkelaar bij me geweest die wil graag dit plan gerealiseerd zien en dat vind ik een goed idee, dus wilt u even toestemming geven.”
En even later:
“Wij hebben met alle gemeenten een goede relatie, het is alleen niet zo dat wij altijd maar doen wat alle gemeenten graag willen, namelijk ‘tekenen bij het kruisje.”
Voorzitter, met grote regelmaat worden ik of mijn fractiegenoten gebeld door wethouders en raadsleden die klagen over de starre houding van de provincie. En die zijn zeker niet alleen van mijn eigen partij. We zagen deze wethouders ook inspreken hier bij de commissievergaderingen. Ze zeggen allemaal één ding. Ik heb een nijpend woningprobleem en wil graag bouwen en heb een goede en logische plek, maar de provincie zit mij in de weg.
Gaat het masterplan wonen dan helpen? Ja misschien een beetje, er zitten goede voorstellen in. Al twijfelen we erg over de rol van de provincie bij actief grondbeleid. Voorbeelden in het verleden, zoals Distripoort en Crailo, hebben laten zien dat dit erg risicovol en onsuccesvol kan zijn. Bied letterlijk ruimte, aan stad en dorp. En vertrouw op medeoverheden, juist gemeenten staan dichtbij inwoners. Zij weten wat er nodig is, ook als het bijvoorbeeld gaat om de vestiging van arbeidsmigranten. En ja ook zij willen bescherming van landschap. De schets over dat gemeentes alleen maar projectontwikkelaars achteraan lopen doet echt geen recht aan gekozen volksvertegenwoordigers en hun wethouders in de gemeenten. Zij zijn juist druk bezig de leefbaarheid in hun gemeentes te versterken. Voorzitter, zou het college in ieder geval kunnen toezeggen bij de wens van gemeenten om tijdelijk woningen te bouwen veel meer in de meedenkstand te gaan? Durf maatwerk toe te passen, uitzonderingen bevestigen de regel.
Voorzitter, prettig wonen is meer dan alleen voldoende woningen, het gaat ook om leefbaarheid. En ook daar hebben we als provincie een rol. In onze kerntaken als het gaat om bereikbaarheid en het waarborgen van verkeersveiligheid. Ik noem in dat kader de woningbouwplannen rondom het station van Heerhugowaard, keurig conform het OV-knooppuntenbeleid. Nu loopt de gemeente alleen aan tegen verbreding van de N242 en beperkingen van de NS. Dit maakt bouwen rondom dit OV-knooppunt minder aantrekkelijk. Maar ook als het gaat om zaken die niet direct in onze kerntaken liggen. Kleine kernen, sport en cultuur.
Voorzitter, al velen jaren geven we vanuit de provincie subsidie aan dorpswerk Noord-Holland en aan sportservice Noord-Holland om vanuit hun kennisfunctie de leefbaarheid te verbeteren.
Bij Dorpswerk NH en haar voorgangers doen we dat sinds 2002, hetzelfde geldt voor Sportservice NH. We noemen deze partijen onze partners, en geven ook via andere middelen opdrachten aan deze organisaties. Bijvoorbeeld voor de verduurzaming van sportlocaties en buurthuizen. Voorzitter, keer op keer wordt de subsidie aan deze belangrijke organisaties gedekt uit incidentiele middelen die beschikbaar worden gesteld bij de coalitieonderhandeling. Deze onzekerheid maakt het voor deze organisaties lastig vooruit te plannen op meerjarige inzet. De facto is de subsidie al structureel, laten we dat dan nu officieel maken. Ik heb daarom twee moties die ik samen met de SP, ChristenUnie en JA21 indien:
Motie structurele subsidie dorpswerk Noord-Holland met het dictum:
- De subsidie van Dorpswerk als structurele subsidie op te nemen in de begroting 2022-2025 en dit te betrekken bij de 1e begrotingswijziging 2022.
En de motie structurele subsidie Sportservice Noord-Holland met het dictum:
- De subsidie van Sportservice Noord-Holland als structurele subsidie op te nemen in de begroting 2022-2025 en dit te betrekken bij de 1e begrotingswijziging 2022.
In veel kleine kernen staat de leefbaarheid zodanig onder druk dat het goed zou zijn als de provincie hier een apart beleid op voert. De SP dient daarover samen met ons een motie in.
Verder zijn wij van mening dat de provincie nog breder kan kijken naar wat haar rol zou moeten zijn rondom sport. Daarom heb ik ook samen met de SP, ChristenUnie en JA21 de motie met het dictum:
Besluit het college van GS op te roepen:
Een toekomstperspectief of discussienota uit te werken over sport in Noord-Holland in de vorm van een update over de beleidsnotitie Sport (2020), bestaande uit:
o de stand van zaken van de beleidsnotitie Sport;
o een uiteenzetting van de taken van de Provincie Noord-Holland op dit gebied;
o een vergelijk van het sportbeleid met andere provincies;
o de (mogelijk structurele) rol die Sportservice Noord-Holland of anderen hierin kunnen spelen.
Voorzitter, het CDA zal voor deze begroting stemmen, deze provincie voert een verstandig financieel beleid. Dat betekent niet dat we het met alles eens zijn.
Met name op het gebied van de voedselvisie en de instrumenten, zoals onteigening, die worden ingezet om de NNN-doelen te halen hebben we grote zorgen en zijn we het niet eens met het voorgestelde beleid. Het NNN-doel lijkt een bureau exercitie te zijn geworden. Er wordt alleen gekeken naar het getal, 4.700 hectare voor 2027. Er wordt daarbij onvoldoende rekening gehouden met huidige bewoners en met de groene agrarische en recreatieve bedrijven die nu in de gebieden, zoals de binnenduinrand, gevestigd zijn. Er wordt nauwelijks gekeken welke impact verandering van de gebieden heeft op de samenleving en de omgeving. En wat is natuur? Natuur kent vele gedaanten. Het CDA is voor meer natuur, maar wel met flexibiliteit in doeltypen en veel meer overleg met bedrijven in inwoners om het NNN te realiseren.
Meer hierover volgende week bij het vaststellen van de natuurbeheerplannen.
Voorzitter, ook maken we ons zorgen over de uitwerking van de voedselvisie en de verdienmodellen op lange termijn. Afgelopen week stond nog in de krant dat Franse boeren hun biologische producten niet kwijtraken. Consumenten blijken onvoldoende bereid hiervoor meer te betalen in de supermarkt. Dit zou zomaar ook in Noord-Holland kunnen gebeuren. Een omslag kunnen we namelijk alleen met zijn allen maken. De provincie kan boeren niet dwingen in een richting waar geen markt voor is. Kan de gedeputeerde toezeggen dat ze het hele spectrum van de voedselketen in acht neemt bij uitwerking van de voedselvisie en dat zij boeren niet dwingt in een richting waar, tot op heden, nog onvoldoende markt voor is?
Tot slot voorzitter nog even iets over de wijze waarop fracties moties konden aandragen voor de ‘menukaart’. Ik heb in de commissie aangegeven dat het CDA vindt dat we geen onnodige risico’s moeten nemen met de algemene reserve en wij daarom voor optie a kiezen. Het eenmalig te besteden bedrag van € 640.000,- is helaas veel lager dan ons bij de kadernota voorgespiegeld, maar we hopen er toch een aantal mooie dingen van te kunnen doen.
Moties die het CDA heeft aangehouden zullen wij niet opnieuw indienen. Wel dienen wij de moties over de blakende bollen (door GroenLinks), de toiletvoorzieningen (door CU) en de Pontjes (door CU) mede in en bekijken inhoudelijk het al dan niet steunen van de overige moties. Ik kom daar in tweede termijn nog op terug.
Voorzitter, ook in de commissie heb ik aangegeven het proces van GS zeer te waarderen. Wel wat ik ontevreden over de wijze waarop de aangehouden moties zijn beoordeeld. Argumenten als onvoldoende uitgewerkt of niet in overeenstemming met huidig beleid van GS vind ik oneigenlijk. Ik heb daar in de commissie een en ander over gezegd en ik ben blij met de toezegging van de gedeputeerde dit proces te evalueren om het te verbeteren voor de volgende keer!"