06 juli 2020

Longread Provinciale Staten

Afgelopen maandag hebben we de laatste Provinciale Statenvergadering voor het zomerreces afgerond. Het was een vergadering van terugblikken door de behandeling van de jaarstukken, maar ook van vooruitkijken met het vaststellen van de kaderbrief. Natuurlijk is ook stilgestaan bij de gevolgen van corona en hoe we dit in de toekomst nog zullen gaan merken. De vergadering was een lange zit, mede doordat voor een tweetal moties een hoofdelijke stemming aangevraagd werd en digitaal duurt alles nu eenmaal iets langer. Uiteindelijk is het wel in een dag afgerond en hoefde geen gebruik te worden gemaakt van de uitloopdata. Het voelde wel kaal om de laatste vergadering af te sluiten zonder traditionele barbecue.

Dan de inhoud van de Provinciale Statenvergadering. De jaarstukken lagen als eerste ter besluit voor. De eerste helft van 2019 zat het CDA nog in de coalitie, dus daar was natuurlijk niets op aan te merken. Wel een punt van kritiek dat door fractievoorzitter Dennis Heijnen werd benoemd, is de structurele onderbesteding. Maar, zo gaf hij ook aan, ‘we hebben we vertrouwen in de toezeggingen die daarover zijn gedaan.’ Met dankzegging aan iedereen die heeft meegeholpen aan de stukken, heeft het CDA ingestemd met de jaarstukken.  

Anders was de toon van Heijnen bij het vaststellen van de kaderbrief. ‘Voorzitter, ik val maar gelijk met de deur in huis. Ik heb een beetje moeite te achterhalen waar we nu ja tegen zeggen als we instemmen met deze kaderbrief.’ Daar gaf hij twee redenen voor. Allereerst wordt weinig nieuw beleid uitgezet. Terwijl dit het moment is om aan te geven wat in de begroting verwerkt moet worden. ‘Wat zit PS dan te doen de komende tijd?’, was de vraag die Heijnen aan GS stelde. ‘ik had tenminste verwacht dat de brief bomvol ambitie zou zitten.’

De tweede reden waarom Heijnen aangaf niet te weten waarmee hij instemde, was de grote onzekerheid van onze economie door de COVID-19 crisis en de moties die daarvoor zijn aangenomen bij de vorige PS-vergadering. ‘In de commissie antwoordde de gedeputeerde dat deze moties waarschijnlijk ook niet verwerkt kunnen worden in de begroting. In totaal gaat het voor beide fondsen om 110 miljoen euro. Wat ons onbestaanbaar dat deze niet in de begroting verwerkt kunnen worden.’

Naast dat deze gelden niet verwerkt kunnen worden in de begroting, heeft het CDA nog twee moties ingediend om gelden te verwerken in de begroting. Uiteindelijk hoefden de moties vanwege toezeggingen niet te worden ingediend. De eerste was het ontbreken van cofinanciering van de POPgelden, een Europese landbouwsubsidie die alleen met cofinanciering van de provincie verstrekt wordt. De gedeputeerde heeft toegezegd dit uit te zoeken en mee te nemen in de begroting. Tweede motie was een verzoek voor meer geld voor educatie voor verkeersveiligheid. Ook hiervoor hebben we een toezegging gekregen van de gedeputeerde. We zullen bij beiden scherp opletten als de begroting ter besluitvorming voorligt.

Zoals vaker bij een laatste vergadering voor het reces, lag ook een hele rits moties vreemd voor ter stemming. Het CDA heeft ook een aantal moties (mede)ingediend. Als eerste is door het CDA een breedgedragen motie over educatie over het koloniaal verleden medeingediend. Daarin is onder andere het verzoek aan GS opgenomen om' organisaties gespecialiseerd in racisme, zoals onder andere Stichting Keti Koti Tafel te benaderen en te vragen of zij, i.s.m. de provincie, dialoogtafels wil organiseren over hoe racisme van invloed is op het dagelijks leven van Noord-Hollanders. Daarnast is een motie over tatasteel medeingediend, een over de komst van de wolf naar Noord-Holland, maar ook een motie over stikstof die al in allerlei andere provincies was aangenomen. De reactie van Gedeputeerde Staten op de moties was echter teleurstellend. Het was dat de moties of al werden uitgevoerd, of te vroeg of te laat werden ingediend. Heel veel ruimte voor nieuwe ideeën leek er niet te zijn. Dat brengt ons bij een vooruitblik na het reces.

De scheiding tussen Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten en coalitie en oppositie werd weer glashelder. En dat terwijl juist in het coalitieakkoord alleen de grote lijnen zijn opgenomen, zodat de Staten hierover zelf met elkaar in debat konden gaan om te bepalen hoe bepaald beleid zou worden uitgevoerd. Deze ‘Nieuwe Politiek’ is met veel tamtam aangekondigd. Na een jaar kunnen we de balans opmaken en zien we dat dit niet gebeurt. Het gebrek aan inspraak en dus aan het goed uitvoeren van je wettelijke taak als controleur, leidt tot onvrede bij veel Statenleden. Na het reces zal de discussie losbarsten welk mandaat Provinciale Staten heeft en welk mandaat Gedeputeerde Staten. Wordt vervolgd.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.