Provincie heeft rol toezicht niet goed ingevuld
De overlast van TATA is over het punt heen waarop het acceptabel is. TATA is weliswaar een van de schoonste staalfabrieken ter wereld, maar volgens onze hedendaagse normen niet schoon genoeg. Wie het terrein weleens bezocht heeft zal net als ik verbaasd zijn over de grote hoeveelheden zwarte stof. De grafietregens en fijnstof in Wijk aan Zee en daarbuiten kunnen niet langer. Tegelijkertijd is TATA een grote werkgever met 9000 banen in IJmuiden en produceert het hoogwaardig staal voor bijvoorbeeld elektrische auto’s of windmolens. Ik wil TATA graag behouden in de provincie, maar dan moeten bedrijf en overheid beter samenwerken en duidelijke afspraken maken.
Ik ben ervan overtuigd dat TATA dat zelf ook realiseert. Een bedrijf met zulke wortels in de regio en waarvan iedereen wel een opa, tante of neef heeft die bij het bedrijf werkt wil een goede buur zijn. TATA hoort bij de provincie Noord-Holland en de omgeving IJmuiden, al 100 jaar. Maar, een bedrijf moet ook winst maken, de staalmarkt staat onder druk en investeringen kunnen niet zomaar worden gedaan. De overheid, de provincie in dit geval, moet toezicht houden en de kaders stellen waarbinnen een bedrijf kan opereren.
De provincie lijkt die rol niet goed genoeg te hebben ingevuld. Zo kreeg TATA in 2014 een vergunning voor het kiepen van slak, waarbij de stof niet verder dan twee meter van de bron mag komen. Een vergunning die simpelweg niet uitvoerbaar is. De Omgevingsdienst (de handhaver namens de Provincie) heeft hier nauwelijks op gehandhaafd en is pas aan de slag gegaan na klachten van omwonenden in 2018. Een realistische vergunning had gelijk aan het licht gebracht hoe de stofoverlast zich zou verspreiden. De bouw van de veelbesproken hal had toen al plaats kunnen vinden.
De hal die in april 2020 klaar is en grafietregens voorkomt, is een eerste stap. Maar er moet nog veel meer gebeuren. De provincie en TATA zijn het helaas niet eens over die vervolgstappen. TATA heeft een goede eerste stap heeft gezet door de ‘Roadmap 2030’ te presenteren met 25 plannen om het bedrijf schoner en duurzamer te maken. De provincie reageerde echter in het openbaar dat de plannen ‘teleurstellend’ en ‘niet toereikend’ zijn. Ook brengt de provincie in de tussentijd zorgwekkende RIVM onderzoeken naar buiten over de gevolgen voor de gezondheid. De inwoners van Wijk aan Zee en omgeving weten inmiddels niet meer wie gelijk heeft en maken zich steeds grotere zorgen.
Ook ik vind dat de ‘Roadmap 2030’ ambitieuzer kan, maar ik begrijp niet dat de provincie en TATA dit in openbare brieven en via de media met elkaar bespreken. Waarom gaan beide partijen niet met elkaar aan tafel om te komen tot een gezamenlijk actieplan. Ieder vanuit hun eigen verantwoordelijkheid. Duidelijke en realistische afspraken waar beide partijen achter staan maken de omgeving schoner en brengen de rust terug bij de inwoners. Dan kan TATA opnieuw 100 jaar mee.
Dennis Heijnen
Fractievoorzitter CDA Noord-Holland