Statenvragen CDA: Is vergunningverlening biomassacentrale gelijkwaardig aan andere bedrijven?
Willemien Koning, CDA Statenlid, stelt vragen aan Gedeputeerde Staten naar aanleiding van de vergunning die verleend is aan de biomassacentrale in Diemen. ‘De nieuw uitgegeven vergunning voor het stoken van hout geeft meer ruimte voor stikstofuitstoot dan de gerealiseerde uitstoot in het verleden toen de centrale nog op gas draaide. Enkel op papier neemt de stikuitstoot af omdat de papieren vergunning in het verleden nog veel hoger was dan de nu uitgegeven vergunning.’
‘Deze vergunning lijkt niet bij te dragen aan de kabinetsmaatregelen om de stikstofuitstoot omlaag te brengen en lijkt niet gelijk te zijn aan de stikstofmaatregelen die aan andere bedrijven worden opgelegd,‘’ zo vervolgt Koning. ‘Een Kamerbrief van oktober 2019 en een nieuwe beleidsmaatregel van de provincie geven namelijk aan dat de latente ruimte – ruimte voor stikstofuitstoot die wel vergund maar nog niet in gebruik is – van bedrijven worden afgenomen. Het CDA wil graag uitleg waarom er een uitzondering wordt gemaakt voor de biomassacentrale in Diemen.’
Is hier sprake van gelijke monniken, gelijke kappen? Of had Gedeputeerde Staten ook een andere beslissing kunnen nemen? Er is veel weerstand tegen de biomassacentrale in Diemen en dan komt daar deze bijzondere vergunning bovenop. Willemien Koning vraagt zich ook af of deze vergunning juridisch houdbaar is en trekt daarom middels schriftelijke vragen aan de bel.