Algemene Beschouwingen 2021
Algemene Beschouwingen 2021 van Diederik Boomsma in de gemeenteraadvergadering van 26 mei 2021
Mevrouw de Voorzitter, dank u wel.
Mijn favoriete brouwerij de Zeven Deugden bij de molen van Sloten heeft een nieuw bier gebrouwen, speciaal voor mannen in het onderwijs, met de naam: Onderweizen, oftewel Bier voor Meesters. Ook als eerbetoon. Ik weet niet of de wethouder het toch stiekem ook heeft gedronken, maar het is heerlijk, en het is een samenwerking met stichting Mokum Meestert die zich inzet om het lerarentekort te bestrijden door mannen aan te moedigen om voor de klas te gaan staan. Een prachtig initiatief. We hebben meesters nodig! Meesters, rolmodellen, om nieuwe generatie te vormen. En we hebben dit soort initiatieven nodig, van onderop, uit liefde voor de stad. Want dat is waar wij als christendemocraten voor staan: een zorgzame stad van trotse en vrije burgers die verantwoordelijkheid nemen voor zichzelf, voor elkaar, en voor de stad als ons gemeenschappelijk thuis.
De Corona-crisis heeft diepe wonden geslagen – alle vorige sprekers hebben erop gewezen – maar dwingt ook tot fundamentele bezinning: wat er nodig is voor de zorgzame stad die wij nastreven? Een van de belangrijkste voorwaarde is: dat mensen weten en voelen dat de stad van hen is. Dat zij niet passief worden vermalen door anonieme en ongrijpbare machten, de onzichtbare hand van de markt of de eeltige vuist van de staat. Maar dat zij actief weten: wij worden gehoord, wij horen erbij, wij beslissen mee, wij dragen ook bij. Dat is vrijheid, vrijheid als zelfbestuur. Op het niveau van de ziel, en van de staat. De vrijheid van wie meester is over zichzelf, én dienaar van de samenleving waar hij of zij onderdeel van uitmaakt, en waar die vrijheid concreet gestalte krijgt. Want dat is ook daar, in de samenleving, in verenigingen, kerken, sportclubs, buurthuizen, cafés, wijkcentra, nu ook appgroepen, coöperaties, stichtingen, kortom, het maatschappelijke weefsel van de stad. En dat vraagt een dienstbare overheid: die weet en snapt dat zij er is om die sociale ecologie te beschermen, en niet om die te domineren, afknijpen, betuttelen, of vervangen. Dat vraagt, met andere woorden, (niet om een kneiterlinks stadsbestuur) maar om een dienstbare overheid.
Voorzitter, de algemene beschouwingen zijn altijd aanleiding om college en coalitie aan te spreken op de resultaten: wat is er waar gemaakt van de ambities en plannen? Dat heeft het CDA de afgelopen jaren gedaan, en dat zullen we ook blijven doen, naast onze eigen voorstellen. Maar we moeten ook constateren dat dit afgelopen jaar anders is gelopen - en dat de mokerslag van de Coronacrisis het bestuur niet makkelijker heeft gemaakt. En een deel van de klap moet nog komen. Een nieuwe lente, een nieuw geluid; zei Gorter in 1889; in 2018 was het al geen nieuw geluid—eerder oud links gekakel—, en het werd een lange corona-winter. Maar de crisis dwingt nog meer om prioriteiten te stellen.
Ik moet zeggen dat daarbij op een aantal thema’s er de afgelopen jaren steeds meer een CDA-wind is gaan waaien door de Stopera en de stad. Jarenlang kregen wij weinig bijval, als wij pleitten voor minder blow- en braltoerisme, voor een ander, beter imago van de stad, voor veel meer nadruk op het behouden van gezinnen en de middenklasse voor de stad, voor de kerntaken, van goed onderhoud van onze infrastructuur, of als wij opriepen om geen vals romantisch beeld te hebben van de verwoestende effecten van drugsgebruik. Inmiddels komen andere partijen steeds meer onze kant op. Maar het komende jaar wordt cruciaal om een aantal fundamentele stappen eindelijk te zetten bij die prioriteiten. We zullen moeten vechten voor elke baan.
Dan is het ronduit slecht om te zien dat deze voorjaarsnota de lastenverzwaringen waar coalitie bij de begroting toe had besloten nog verder doorzet. Precies wat je in een crisis niet moet doen, als tal bedrijven en ondernemers hun spaargeld hebben moeten opeten, en zoveel mensen baan en inkomsten kwijt zijn of zullen raken. Om uit de crisis te klimmen, moet je lasten verlagen, lucht en ruimte geven. Wij zullen daar dan ook opnieuw voorstellen voor indienen.
Kortom, Het komende jaar moeten wij: Alles op alles zetten voor herstel van de economie, om onze concurrentiepositie te versterken, bedrijven en MKB te steunen bij het herstel. En tegelijk voorkomen dat de overlast van massatoerisme terugkeert,
Het komende jaar moeten we echt stappen zetten:
• Om het imago van de stad te verbeteren, Amsterdam bevrijden uit de klauwen van de drugsmaffia. Wij willen geen doorstart als narco-stad, maar een gezonde stad.
• De veiligheid op straat herstellen: De hele reeks incidenten de afgelopen tijd is verschrikkelijk, en onthutsend; dat geweld, wapenwedloop met messen door jongeren, nu zelfs op een basisschool, en door Kalasjnikovs door professionele bendes, dat schreeuwt om maatregelen. We moeten wapens uit de wijk krijgen, en jongeren op het rechte pad.
• Verder moeten we ons kostbare erfgoed, de kostbare natuur, en ons kostbare landschap beter beschermen.
• En we moeten inderdaad vechten voor de middenklasse: vooral voor gezinnen. Geen stad alleen voor arm en rijk. Een stad zonder gezinnen, zonde middenklasse, waar mensen met gewoon inkomen geen woning meer kunnen betalen, verliest zijn hart. Goed om onderzoek te doen en te toetsen. Maar het is ook geen rocket-science: meer bouwen, eindelijk ambities voor woningen waarmaken, je achterstanden inlopen; zorgen voor grote woningen, veilige en schone straten, zorgen dat je kunt parkeren als je een auto nodig hebt, en voor goed en passend onderwijs.
En tot slot is de komende jaar ook prioriteit: We moeten ook werken aan herstel van vertrouwen in de stad. Want voorzitter, de zorgzame stad die wij voorstaan, begint met vertrouwen. En helaas zien we juist steeds meer wantrouwen in de stad, tussen overheid en bewoners, tussen sommige bewoners onderling, tussen gemeente en bedrijfsleven. Onze nationale Omtzigtman heeft naar aanleiding van de toeslagschandaal gepleit voor een nieuw sociaal contract. (Al is dat voor ons CDA’ers een contract niet alleen tussen wie nu leeft, maar tussen alle generaties, de doden, en ongeborenen, verleden en toekomst). Dat is echte inclusiviteit.
Nieuwe bestuurscultuur? Dat is ook waar wij in Amsterdam de komende jaren aan moeten werken. Want dat staat ook hier echt onder druk.
Bij zijn afzwaaien zei onze ombudsman Arre Zuurmond dat de overheid “hard en kil” kan zijn. Dat heeft de toeslagschandaal ook blootgelegd. Maar wie durft te zeggen dat het niet ook in Amsterdam gebeurt?
Bijna alles wat misging bij de toeslagschandaal gaat nu mis met het erfpachtbeleid. Daar speelde: als je een foutje maakt in de aanvraag voor toeslag, moest je het hele bedrag terugbetalen, soms tienduizend euro. Bij erfpacht geldt: als je de fout maakt je niet op tijd te registreren op de website, moet je tienduizenden euro’s extra betalen. Datzelfde geldt als je door allerlei persoonlijke omstandigheden twee dagen te laat reageert op de aanbieding van de gemeente. Hardvochtige knevelarij. En onnodig. Laten we dat het komende jaar eindelijk oplossen. Binnenkort komt een rapport uit dat ons daarbij kan helpen.
En net als bij de toeslagschandaal speelt een gebrek aan dualisme ons hier parten: partijen die krampachtig vasthouden aan coalitieafspraken die zijn ingehaald door de realiteit. Ik roep de coalitie op om elkaar los te laten.
Voorzitter, ik sluit af met citaat van filosofe Welmoed Vlieger gisteren: “Het is tijd dat de ziel weer terugkeert in de politiek, in het bedrijfsleven, in de samenleving als geheel. Voorbij calculatie en instrumentalisme”. Dat is onze opdracht.