Rogier Havelaar tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen 2024 : ''Oproep tot samenwerking''
In zijn bijdrage aan de Algemene Politieke Beschouwingen heeft Rogier Havelaar, de noodzaak benadrukt om de verbinding tussen de stad en haar inwoners te herstellen.
Tijdens zijn toespraak verwees hij naar de woorden van de Israëlische schrijver David Grossman, die stelt dat de échte strijd plaatsvindt tussen mensen die samen willen leven en degenen die dat niet willen. Lees zijn hele bijdrage hier:
Mevrouw de Voorzitter,
Op 10 augustus 1957 voer het enorm grote zeilschip PAMIR van Argentinië naar Duitsland. Twee weken later kwam het schip in een storm terecht. De zeilen werden weggeslagen. De voormast brak. Het schip zonk, ondanks dat het eerder grotere stormen had doorstaan. Dit voorbeeld kwam ik tegen in het boek ‘Hyperpolitiek’ van Anton Jager, een Vlaamse LINKSE denker en het bevat heel mooie lessen voor Amsterdam die ik graag wil delen.
Het boek van Anton Jager gaat over de overeenkomst tussen de ‘gele hesjes’, ‘black lives matter’-protesten, boerenprotesten en recenter de rellen bij de UvA. De overeenkomst is dat de bewegingen héél snel opkomen en héél veel mensen aantrekken. Ze hebben geen vaste structuren en geen vaste aanspreekpunten. Je kunt er ook geen lid van worden. Ze zijn vluchtig, meestal zonder blijvende politiek-organisatorische verankering. Snel weer weg. Hyperpolitiek.
Met bijna 3.000 demonstraties in Amsterdam in 2024 wil ik deze bijdrage aan de Algemene Beschouwingen beginnen met grote waardering voor de politie. Jullie bewaken de vrede en de veiligheid tijdens emotionele demonstraties en houden daarin het hoofd koel. Dank en diep respect daarvoor. En ook mijn waardering voor de rol die burgemeester Halsema daarin speelt, ook wanneer landelijke politici daar anders over denken.
Net zoals de PAMIR in een storm kwam, zijn ook onze omstandigheden stormachtig. Ik vond bemoediging in de woorden van de Israëlische schrijver en pacifist David Grossman. Hij stelt dat de échte strijd zich NIET afspeelt tussen Arabieren en Joden, maar TUSSEN MENSEN die in vrede samen willen leven en op een waardige manier samen willen werken aan de ENE KANT en mensen die hun geest en ideologie voeden met haat en geweld aan de andere kant.
Ik zou dat breder willen trekken en toe willen passen op Amsterdamse politieke vraagstukken: de echte strijd gaat niet tussen klimaatdrammers en klimaatontkenners. Niet tussen de Republiek en het Rijk. Maar tussen mensen die samen willen werken en mensen die dat niet willen.
Maar samenwerken is moeilijk, ook voor Amsterdamse politici. Grossman verzucht: “Slaagden we er maar in de gezonde krachten in de samenleving, zij die weigeren met de wanhoop te collaboreren, opnieuw te versterken.” En ook bij Anton Jager, geboren in 1993, vinden we deze verzuchting: ‘Mijn generatie pendelt voortdurend tussen het besef dat we in actie moeten schieten, en het liefst heel snel, en het gevoel dat alles toch vergeefs is. De grootste uitdaging is om ‘dingen te veranderen’.
De grootste uitdaging om dingen ‘te veranderen’.
En dat brengt mij op Amsterdam, waar het College nu ruimschoots over de helft van haar termijn is, terwijl met het aanbrengen van ‘verandering’ nog begonnen moet worden. Sterker nog: verscheidene coalitiedoelstellingen beginnen uit het zicht te raken en de pers wordt – terecht – kritischer.
De stad is vies. Er zijn te weinig leraren en de laaggeletterdheid is groot. Er zijn te weinig huizen en er wordt te weinig gebouwd. Criminaliteit, ook onder jongeren, is nog steeds een enorm punt van zorg.
Nog steeds zijn ruim 80.000 Amsterdammers eenzaam tot zeer eenzaam. Dit monster treft niet alleen ouderen, maar ook jonge mensen voor wie het ‘intimiderend’ overkomt om anderen gezellig aan de Aperol-Spritz te zien op een uitpuilend terras. En naast het tekort aan betaalbare woningen, zitplaatsen in het OV, plek op de ponten naar Noord, aan reinigers, verpleegkundigen, politieagenten en handhavers is er een nieuw nijpend tekort ontstaan. Een tekort aan fatsoen.
Voorzitter, Amsterdam is een langs-elkaar-heen-leving geworden in plaats van een samenleving.
Nu zou ik natuurlijk kunnen zeggen: “en dit is allemaal de schuld van deze linkse coalitie.” Maar dat zou te makkelijk zijn. Ik zou de vórige linkse coalitie er enorm mee tekort doen. Want je vraagt je af waar de prioriteiten van de stad liggen. We leven in een stad die miljoenen uitgeeft om haar verjaardag te vieren, met één druk op de knop miljoenen extra subsidie voor kunst en cultuur geeft, met één druk op de knop zonder een verzoek van het ministerie van Buitenlandse Zaken een miljoen overmaakt aan het Rode Kruis. Een stad waar je subsidie kunt krijgen voor “tegelwippen” en een stad die subsidieposten van 10 miljoen euro in de begroting samenvat als ‘overig’. Alsof 10 miljoen ‘overig’ is. Een stad die door jarenlang soebatten met ontwikkelaars te weinig nieuwbouwwoningen heeft en de daardoor misgelopen belastingopbrengsten nu compenseert met een verhoging van de OZB-belasting. Een stad die miljoenen uitgeeft om haar morele gelijk om te zetten in een juridisch gelijk – en het vervolgens niet krijgt – tot aan de Raad van State aan toe.
We leven in een stad die de prioriteiten niet op orde heeft.
Laten we kijken naar de les van de PAMIR. Het schip had zwaardere stormen dan deze doorstaan. De reden dat het schip verging, zat in de lading. Het schip vervoerde gerst, een graansoort. Gerst heeft een hoge verplaatsingssnelheid. Dat betekent dat die korreltjes lekker snel rollen. Daarom moet gerst altijd in zakken vervoerd worden en mag het nooit los in een ruim gestort worden. Maar dat was hier wel gebeurd. Door stakingen in de haven was de gerst los in het ruim gestort. Toen de storm kwam, begon de lading zich te verplaatsen. Hierdoor zonk het schip.
Anton Jager vergelijkt de lading gerst met sociaal kapitaal en maatschappelijke verbanden. Ik vind dat een mooie vergelijking: vroeger zaten mensen in maatschappelijke verbanden: de kerk, de sportclub, de partij en de vereniging. Deze verbanden zijn als het ware de zakken waar de gerst in vervoerd werd. Mensen houden elkaar in deze verbanden in balans.
Maar in onze langs-elkaar-heen-leving zijn die maatschappelijke verbanden geen vanzelfsprekendheid meer. We leven voor onszelf en niet met elkaar. Daardoor is de samenleving kwetsbaarder geworden voor stormen en schieten we alle kanten op. Hyperpolitiek.
Nu de les: Net als de PAMIR heeft ook Amsterdam al zwaardere stormen gekend. Het is gek dat een stad met een begroting van 8 miljard euro op zo veel terreinen problemen niet oplost.
We leven in een stad die de prioriteiten niet op orde heeft.
Het resultaat is dat de mensen afhaken.
Die hebben er geen zin meer in. Het klinkt misschien hard, maar dát is de overeenkomst tussen de coalitie van Amsterdam en die van de coalitie in de Tweede Kamer: mensen haken af VANWEGE de politiek en worden losse gerstkorrels in een scheepsruim.
De moeizaam tot stand komende commerciële financiering van het verjaardagsfeest van onze stad is er een tekenend voorbeeld van. Wie wil daar aan bijdragen? DAMEN en Ketyen in ieder geval niet. En de rederijen ook niet. En de B&B’s ook niet. Hun geld is namelijk al uitgegeven aan advocatenkantoren. Wellicht kan de organisatie van Amsterdam 750 daar nog eens een poging doen. Maar ook bewoners van de Noorder IJ-plassen hebben wel wat beters te doen: zij zijn druk met hun verzet tegen windturbines. De erfpachters zijn al jaren druk met het zoeken naar transparante berekeningen van tienduizenden euro’s erfpachtverhoging. De bewoners van de binnenstad zijn druk met actie ondernemen tegen verrommeling van de straten – en met bezwaarschriften tegen bekeuringen voor het drinken van een glas wijn op hun eigen stoep. De bewoners van Zuid zijn bezig met juridische procedures tegen het Erotisch Centrum.
Voorzitter, het CDA bekijkt de begroting en het beleid vanuit drie perspectieven. Ten eerste zet het CDA zich in voor het herstel van maatschappelijke verbanden in onze stad. Amsterdam is niet van de overheid, maar van de samenleving. Goede voorbeelden zijn de uitvoering van de motie ‘Heel Amsterdam helpt om de stad schoon te maken’ en de aangekondigde versterking van sportverenigingen. Ik zal komende periode meer voorstellen in deze richting doen: de overheid moet op alle burgers een appél doen: in Amsterdam doen we het samen. Ook in Nieuw-West en Zuidoost.
Ten tweede zal ik dit College kritisch blijven volgen op de uitvoering. Niet het morele gelijk moet voorop staan, maar perfecte uitvoering van overheidstaken en samenwerking. Of het nu gaat om het nieuw aangetreden kabinet of een groep buurtbewoners met een nieuw idee of een ondernemer: het samenwerken moet centraal staan, niet het eigen morele gelijk van dit College.
Ten derde moet de overheid geloofwaardig zijn. Geen krantenkoppen over naar voetbalwedstrijden vliegende wethouders, intimidatie op de werkvloer of plantenpottenpolitie, maar met gezag de eigen regels handhaven. En voorzitter, dat gaat ook over drugs. Uit niets blijkt dat er in onze stad een ‘war on drugs’ gevoerd wordt zolang we verbloemend blijven spreken van ‘partydrugs’ en er over een week tijdens het Amsterdam Dance Event nauwelijks handhaving plaatsvindt op bezit en handel in drugs.
Want voorzitter, weinig is zo langs-elkaar-heen-leving als drugsgebruik. Ik las het boek ‘Verneukt’ van Siebe Wouda, een prachtig verslag van wat het met de samenleving doet, met de ouders van jongeren die dat hebben meegemaakt. De politiek kan deze problemen niet negeren. We zien dat door het terugdringen van het alcoholgebruik ook de drugscultuur toenam. Het CDA zal zich blijvend inzetten voor een drugs- en alcoholvrije schoolomgeving.
Voorzitter, laten we niet net als de PAMIR vergaan in deze stormen. Laten we de sociale lading van Amsterdam niet met elkaar verliezen. De beleidsvisie moet gaan over de verbinding en niet de scheiding.
De Amsterdammer is een seizoensgebonden ondernemer. Die is niet druk met de politiek en heeft helemaal geen tijd om voor een paar euro een scheefgetrokken politicus te steunen. Laten we met elkaar in de bakkerij van samenleven de broodnodige verbinding leggen. Het CDA verzet zich tegen een cultuur van verwaarlozing.
Dus:
- Aan de burgemeester: Zorg ervoor dat de ambtenaren niet meer op zoek gaan naar hun eigen morele gelijk, maar samen met de politiek de zorgen van de stad wegneemt.
- Aan de coalitie: Kom met een actief voorstel om samen met de samenleving het sociale kapitaal van de stad terug te brengen.
- Aan de mensen in Amsterdam: Haak niet af. De stad heeft u nodig, de verbinding met elkaar, het samenleven en werken, dat blijft cruciaal. U bent niet alleen een gerstkorrel in een scheepsruim, maar het sociale kapitaal dat de stad in balans houdt.
Dank u wel.